TLLleine 3irantej e leeet iedereen
OUDE VOORSTREEK
MELLE SCHEEPSTRA
Op de hoek van het pleintje kwam
de sigarenwinkel van.Melle Scheep
stra, waar de Frisia-fans de kansen
bespraken voor de voetbalwedstrij
den van de komende zondag. Verder
waren op de Koornmarkt de schoe
nenzaak van Dronrijp, de apotheek
Tromp Visser, de Bazar van Titus
Postma en een herenmodezaak op
de hoek van de Eewal. Tegenover
de Bazar stond aan de walkant een
telefoonpaal, van waar de draden
uitgingen naar de aangesloten pan
den. De eerste telefoon die geïn
stalleerd werd was een houten kastje
waaraan een hoorn hing en dat
verder voorzien was van een mond
stuk waarin men moest spreken en
een slinger die in de centrale op de
Eewal een sein deed overgaan om
de juffrouw te melden dat er ge
sproken moest worden. Duurde het
te lang voor zij zich meldde dan kon
men door vaak en langdurig aan de
slinger te draaien zijn ontevreden
heid laten merken. Had men de
juffrouw tenslotte, dan was het
meestal niet nodig het nummer te
geven van degeen met wie men
spreken wou want de meeste num
mers kende de telefoniste wel uit
het hoofd en kon men volstaan met
het opgeven van de naam met wie
men spreken wou. Boven de mo
derne telefoon had deze methode
het voordeel dat de telefoniste nog
eens een hartig woordje toegevoegd
kon worden. Deze onvriendelijk-
„Iedere vrijdag moest ik ook kijken naar het laden en het lossen van de vrachtscheepjes die hier gemeerd waren", aldus de heer Schaafsma. Wel, hier zien
we die scheepjes nog eens. Gezellige drukte, waarvan we nu geen weet meer hebben. Hieronder een oeroude plaat: de visbanken op de Koningspijp tussen
Wortelhaven en Koningsstraat.
landse bank en aan de noordzijde
van de Eewal tussen bank en Voor
streek de kantoorboekhandel van
Bruis, een sigarenwinkel en een
jodenbakker. De laatste was zater
dags gesloten doch zondags open
zodat bij onverwacht bezoek steeds
brood en koekjes verkrijgbaar waren.
JODENKOEKEN
Ik vond het wel wat pijnlijk om er
Jodenkoeken te moeten halen.
Tot zover het uitzicht dat wij had
den op de Eewal, maar ik wil deze
straat toch nog even doorgaan om
via Hofplein met tegenover het
politiebureau het standbeeld van
Us Heit en Raadhuisplein met de
Wilhelminaboom, de Weerd en een
stukje Bagijnestraat, het straatje in te
slaan waar zich mijn lagere school
bevond. Hoe vaak ben ik deze weg
niet gegaan; rennend of zeurend;
hoepelend, knikkerend of tollend;
in sneeuw of regen; in de mist of
in de zon.
En hoe heb ik onder leiding van het
Hoofd van de school, de heer De
Ruiter (Katsje Poekel) die werd
bijgestaan door juffrouw Doren-
stouter en de heren Balt, Semplo-
nius, Woudman en Jensma de Neder
landse taal met zijn geslachten van
de zelfstandige naamwoorden, zijn
naamvalsuitgangen, zijn woorden
met 1 of 2 e's en o's of uitgaande
op s of sch tot in de puntjes leren
schrijven.
Maar nu terug naar de Voorstreek.
Tegenover ons op de hoek de garen
en bandwinkel van Woudstra. Wat
zijn de Joden toch in onze samen
leving geïntegreerd dat zij ook Friese
namen dragen. Dan een sigaren- en
een schoenenzaak en daarna de
zilversmederij van Van Erp. De
familie van Erp was geparenteerd
aan Vulsma van de poffertjeskraam
op de Leeuwarder kermis. Ik was in
die jonge jaren heel jaloers dat de
familie van Erp in die feestweek
dagelijks poffertjes en wafels kon
gaan eten. Of ze het deden betwijfel
ik nu.
Wat er dan verder kwam weet ik
niet meer behalve dat bij de Ame
landse pijp de banketbakkerij van
Taconis was en de tabakshandel
van zijn naamgenoot en er tussen
de bakkerij van Van den Berg.
Boven Taconis, die ook diners voor
partijen leverde, werd ik geboren.
Op een keer toen zoveel soep moest
worden gemaakt dat de beschikbare
pannen te klein waren werd van
mijn moeder de wasketel geleend
waarin mijn luiers pleegden te wor
den gekookt.
TRAPJESBRUG
Aan de andere kant van de pijp het
Bonifacius Hospitaal (Amelandse
Huis) en de apotheek van Feteris
en dan komen we via de trapjesbrug
over de Tuinen terug op onze kant
van de Voorstreek. Behalve de
bouwmaterialen-handel van Vermeu
len was hier een gesloten huis waarin
de heren Strüpert en Van Duyl hun
fotografisch atelier hadden, een
slagerij en een zaak in houten keu-
kenmeubilair. En tenslotte naast ons
huis Café Benthem. Hier hing op de
feestdagen van het Koninklijk Huis
de vlag uit met het „Ereteken voor
Belangrijke Krijgsverrichtingen" en
hier verzamelden zich dan de dra
gers van de Militaire Willemsorde,
die al dan niet gestoken in hun oude
uniform van koloniaal en al dan niet
stram marcherend of met een stokje
meewandelend onder leiding van de
oudste en vooraf gegaan door een
trommelslager zich naar het Zaai
land begaven om de parade van het
9-de bij te wonen. De aanvankelijk
uit meerdere tientallen bestaande
„Oud-Strijders" van de Atjeh-, Ti-
mor- en Lombok-oorlogen heb ik
in de loop der jaren zien verminde
ren tot weinigen. Zij zullen na de
eerste wereldoorlog wel niet meer
opgetreden zijn. Wie weet er nog
iets van deze dappere Empire-buil-
ders te vertellen?
WIE SUPLEERT?
En hiermede houden mijn herinne
ringen aan de omgeving van de
Koningspijp op. Ze zijn onvolledig
en waarschijnlijk ook niet steeds
helemaal juist. Wie supleert en cor
rigeert?
Schaafsma
heden werden echter met Sinter
klaas of Nieuwjaar goedgemaakt
met dozen bonbons e.d.
En nu terug naar de Eewal. Achter
de herenmodezaak het oude post
kantoor dat door de belastingdienst
werd betrokken toen de post naar
de Tweebaksmarkt verhuisde. Te
genover het Postkantoor de kappers
zaak van Habbekotté en de Neder-