HET ZWEMBAD „DE GROOTE WIELEN" Grepen uit de geschiedenis 8 ïtCleine Z^rantóje leeót iedereen Staande op de plaats aan de Gio- ningerstraatweg waar eens de „Ver- eeniging Zwembad Groote Wielen" te Leeuwarden haar inrichting had en uitziende over het wijde water en het vlakke Friese land - hoe mooi is het daar nog - gingen mijn her inneringen als vanzelf terug naar de tijd - nu reeds een vijftig jaren geleden - toen ik er als jongen zovele dagen heb doorgebracht en zovelejongensvreugden heb beleefd; veilig zwemmende in het met houten steigers omringde bassin, roeiende en zeilende in de bootjes van de vereniging met mijn vriendjes over de Grote Wielen, de Houtwielen, het Sierdswiel en de Kleine Wielen en daarbij belevende al de „avon turen", die het jongenshart nodig heeft om gelukkig te zijn. Als we over twee bootjes beschikten vorm den we twee partijen en deden we de Tweede Engelse Oorlog nog eens .over; de ene boot staande onder bevel van Michiel Adriaanszoon de Ruyter, de andere onder de Engelse admiraal en trachtten wij de vijand in de brede rietkraag aan lager wal te duwen, waar hij dan bij een stevige bries niet of moeilijk meer uit kon komen om zelf nog juist aan dat gevaar te ontsnappen. DE PIONIERS Ik dacht ook aan de mannen, die de eersten waren geweest om de moge lijkheden van de Grote Wielen als recreatieoord voor Leeuwarden in te' zien, ze ook metterdaad gingen benutten en volkomen belangeloos hun tijd en daadkracht gaven voor het werk, waar tientallen jaren lang Leeuwardens burgerij en vooral de jeugd maar toch ook de ouderen van zouden gaan profiteren. Zij pleegden daarmede sociaal werk van de beste soort, in een tijd, toen de sociale aspecten in de maatschappij nog betrekkelijk weinig aandacht kregen. Het kwam in mij op, uit eerbied voor deze mannen en terwille van hun nagedachtenis, hier het één en ander uit de geschiedenis van de „Vereeniging Zwembad Groote Wie len" te vertellen. Haar archieven berusten thans in het Stadhuis te Leeuwarden en dank zij de welwil lendheid van de stadsarchivaris, Jhr. van Lennep, kon ik daar inzage van krijgen. Het is ook goed om te zien hoe particulieren vroeger met uiterst schaarse geldmiddelen en zonder enige overheidssteun iets wisten op te bouwen; klein beginnende, maar door volhardendheid en zuinig be heer geleidelijk iets goeds, iets moois tot stand brengende ten algemenen nutte. Niets is bestendig op deze- aarde en zo is ook het zwembad Grote Wielen er sinds enige jaren niet meer, maar dat doet niets af aan het feit, dat het voor de ont wikkeling van de zwemsport niet alleen in Leeuwarden, maar voor die van geheel Friesland, waarop het inspirerend werkte, van grote be tekenis is geweest. HOE HET BEGON Aan het einde der vorige eeuw bestond in Leeuwarden de Gymna stiek-, Scherm- en Zwemvereniging „Claudius Civilis", die voor haar afdeling zwemmen al jarenlang con tracteerde met de Leeuwarder Bad en Zweminrichting aan de Harlinger Singel. Toen de aktiviteiten op het gebied der gymnastiek en scherm- sport reeds lang hadden opgehou den bleef de beoefening der zwem sport gehandhaafd, doch de Leeu warder Bad- en Zweminrichting, bijgenaamd de inktpot, was een verre van ideale plaats daarvoor. Pogingen om verbeteringen aan te brengen mislukten en in het voorjaar van 1903 werd door het toenmalige bestuur van de afdeling zwemsport van „Claudius Civilis", bestaande uit de heren Hk. Albers, H. Swart en J. de Boer Gzn, het contract opgezegd, waarmede de vereniging „Claudius Civilis" in feite had opge houden te bestaan. Genoemde heren lieten het daarbij echter niet. Door middel van een circulaire richtten zij een oproep tot een aantal stad genoten en zwemliefhebbers in Leeu warden en op een vergadering in het hotel „Het Wapen van Fries land", gehouden op 2 juli 1903, werd een commissie gevormd - be staande uit de heren Hk. Albers, A. Andringa, J. de Boer Gzn, A. Cohen, J. Feteris, J. de Jong, Th. Schrakamp, D. Swart, H. Swart en B. de Vries - die zich ten doel stelde het exploiteren van een zwem- en badgelegenheid aan de Grote Wielen voor het seizoen 1903. Aanvanke lijk ging men niet verder dan 1903, omdat van andere zijde ernstige plannen bestonden een nieuw zwem en badinrichting in de stad Leeu warden te doen bouwen, welke DOOR DRS. C. IM. DE BOER geheel aan de eisen des tijds zou voldoen. Het zwembad Grote Wie len zou vermoedelijk dus slechts voor één hoogstens twee seizoenen dienst moeten doen. Van de grote plannen voor een inrichting in de stad kwam echter niets en het zwembad aan de Grote Wielen kreeg dus de kans zich verder te ontplooien, welke kans inderdaad schitterend werd benut. Het eerste seizoen was helaas in zijn financiële uitkomsten niet bemoe digend. De ontvangsten hadden f 123.- bedragen en de uitgaven f 208.-, waaronder het salaris van een badmeester ad f 5.- per week, de aanschaffing van enkele inven tarisgoederen, zwembroekjes, hand doeken e.d. en een advertentie in de Leeuwarder Courant. Het tekort ad f 85.- werd door de tien leden der commissie persoonlijk aange vuld; daartoe hadden zij zich van tevoren verplicht. Mismoedigd wa ren zij geenszins. De slechte resul taten weten zij aan de te late ex ploitatie, waarmede pas midden in het seizoen was begonnen en ten tweede aan het feit, dat het water in die zomer ongeveer een halve meter hoog op het land vóór de badhokjes stond, zodat de zwem liefhebbers soms op de rug van de badmeester daarheen moesten wor den gedragen. Het optimisme bleek wel gerecht vaardigd, want sinds dat eerste sei zoen in 1903 heeft de inrichting één lange reeks van jaren gehad, tot en met 1934, waarin de exploitatie steeds overschotten liet en daardoor de mogelijkheid tot haar voortduren de verbetering en uitbreiding. 1904 werd het jaar van definitieve oprichting. De voorlopige behuizing moest natuurlijk een meer perma nent karakter krijgen en bovendien worden vergroot wilde een lonende exploitatie mogelijk worden. Er werd een definitief bestuur benoemd bestaande uit de heren Hk. Albers voorzitter, Th. Schrakamp secretaris, die echter spoedig aftrad om plaats te maken voor de heer H. Swart, en J. de Boer Gzn penningmeester. FINANCIËLE ZORGEN Een huishoudelijk reglement werd vastgesteld, alsmede een instructie voor de badmeester. Op de statuten was de Koninklijke goedkeuring aan gevraagd en verkregen, waarmede de „Vereeniging Zwembad Groote Wielen" als rechtspersoon was er kend per 25 juni 1904. De financiering bracht vanzelfspre kend direct de nodige zorgen mee. Had men in 1903 het stukje land, waarop de inrichting stond, gehuurd, in 1904 was men van plan datzelfde stukje te kopen voor f 280.-. De eigenaar wilde echter niet minder dan 1/3 ha. verkopen voor de prijs van f 800.-. Dat was in die dagen voor een pas beginnende vereniging een groot bedrag, maar toen één der leden bereid bleek f 500.- voor dat doel te lenen en bovendien het niet direct te gebruiken deel van het land als hooiland kon worden verhuurd, kwam de koop tot stand. Het zou spoedig blijken, hoe be langrijk die aankoop van dat aan vankelijk te grote stuk land voor de vereniging is geweest. In latere jaren verkreeg zij nog meer land en water in eigendom en huur. Aan de in 1903 gebouwde 5 kleed kamertjes werden in 1904 nog 15 toegevoegd. Het gebouwtje moest worden vergroot, grondwerk wor den verricht, zand geplempt in het bassin, 2 roeibootjes aangeschaft, alsmede badgoed enz. enz. De aan vankelijk geschatte begroting van uitgaven ad f 1.000.- bleek veel te laag. Alles met elkaar was er onge veer f 2.500.- nodig om tot een enigszins behoorlijke inrichting en exploitatie te kunnen komen. Maar het geld kwam op tafel. HET BAD GAAT OPEN Op den 12den mei 1904 werd het zwembad, met vlaggen ver sierd, voor belangstellenden ter be zichtiging opengesteld en op 15 mei d.a.v. in gebruik genomen. Het loon van badmeester Wietzema bedroeg voor het gehele seizoen (mei tot oktober) f 100.- plus een deel van de winst verkregen op de verkoop van chocoladerepen en „kogelflesjes". De winstmarges in die dagen waren overigens wel zeer gering. Het zwembad was alle dagen geopend van 7 uur 's morgens tot 7 uur 's avonds; in de maanden juni, juli en augustus van 6 uur tot 8 uur en zondags van 7 uur tot 12 uur 's middags. De vroege ochtenduren waren nodig, omdat velen gaarne voor zij naar hun werk gingen nog een bad wilden nemen. Het aantal abonnee's in 1904 bedroeg 97. Een jaarabonnement kostte f 3.50; voor twee uit één gezin f 3.- per persoon; voor drie en meer f 2.50. Een enkel bad met gebruik van zwembroek en handdoek 25 cent. De huur van een roeibootje was voor 2 uur of korter 25 cent; voor ieder uur langer 10 cent. De huur van een hengelstok met snoer bedroeg 5 cent. (Wordt vervolgd)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1972 | | pagina 8