VOLGENDE WEEK (ALWEER!) A
DAG WAAROP
^^.leine Z^-rantóje leeet iedereen
Het is zaterdag 14 april '45
De gehate bezetters zijn ook irf
Leeuwarden op de terugtocht.
Even na het middaguur krijgen
de leden van de Binnenlandse
Strijdkrachten in de stad het sein
om zich om vier uur op de
afgesproken plaatsen te verza
melen.
Reeds voor de vastgestelde tijd is
ook onze groep volledig present.
Allen zijn voorzien van een khaki
overal en een armband.
Van onze karige voedselrantsoe
nen hebben we op de verzamel
plaats nog een kleine voorraad
aangelegd, zodat we, zelfs indien
de alarmtoestand enige dagen
mocht aanhouden, ons met het
provianderen kunnen behelpen.
Nadat er appèl is gehouden,
worden de laatste instrucfies
besproken en kunnen de wapens
te voorschijn worden gehaald.
Het is nog klaarlicht dag en voor
zichtigheid is geboden. Alles
wordt dan ook binnenshuis klaar
gemaakt, geweren ontvetten,
stengunmagazijnen vullen, hand
granaten op scherp zetten.
Iedereen wordt met het voor hem
bestemde wapen uitgerust.
Als het donker is wordt er een
wacht uitgezet, achter het
afsluithek van de brede steeg
naast het huis.
BRAND IN DE STAD!
Al spoedig komt een ordonans de
stand van zaken opnemen.
Na enige tijd wordt er brand in
de stad gemeld en klokgelui van
de Oldehove kondigt aan dat de
Alarmtoestand is ingegaan.
Voor ons, in het oosten van de
stad lijkt het of het spoorstation
in brand staat, maar al spoedig
horen we dat het Burger
Weeshuis in vlammen opgaat,
's Avonds laat komt er nog een
lading wapens binnen, door twee
man op sokken vervoerd in een
bakfiets.
Ook deze spullen worden in dank
aanvaard en, voorzover niet
direct nodig, opgeborgen.
Midden in de nacht plotseling
gerucht. Er komt een colonne
moffen de straat in met paarde-
wagens. Vlak voor ons wordt halt
gehouden. We kunnen ze niet
zien maar horen aan het gevloek
en getier wel dat het een ordeloze
troep is. We houden ons doodstil
en na een tijd verdwijnt het gezel
schap. Ze zullen wel ergens
anders in de val zijn gelopen de
volgende morgen.
Het wordt zondagmorgen en
reeds komt de zon op als er
bericht komt dat we met alle 3
groepen naar de gasfebriek
moeten trekken en het terrein en
het kantoor moeten bezetten. Het
grote moment is er dus! Achter
elkaar een lange rij vormend en
voorzichtig de omgeving bespie
dend bereiken we zonder gerucht
de gasfabriek. We weten dat de
stad nog vele honderden Moffen
herbergt die in de kazerne en in
scholen zitten, welke als hospita
len zijn ingericht. Maar gewond
of niet, Duitsers zijn voor ons nog
steeds vijanden en dus is
oppassen het parool. Dit blijkt ar
spoedig.
STENSALVO
We hebben bij de ingang en om
de hoek op het Hoeksterpad een
schildwacht gezet en zijn met de
hele troep het kantoor ingetrok
ken. Nauwelijks binnen, klinkt er
buiten een stensalvo. De post om
de hoek vangt juist op tijd,
doordat ze hun pistolen kunnen
trekken, drie dikke Obergefrei-
ters op die uit de kazerne komen.
Nu, de heren zijn gauw ontwa
pend. De drie moffen worden
weggebracht en even later
krijgen wij opdracht de wacht te
betrekken bij de zgn. Mauer-
Muur, even voorbij het Oud
Tolhuis aan de Gron.straatweg
Weer vormen we een lang
gerekte colonne en gaan we op
pad. Hoewel niemand uit huis
mag komen, zien we het feit dat
vooraan aan de Groninger
straatweg een tabaksgrossier ons
enige doosjes sigaretten in de
hand drukt, gaarne over het
hoofd.
Halverwege het Tolhuis hangt
een dame uit een bovenraam; ze
wil gaarne het naadje van de
kous weten of wij van de onder
grondse zijn en nog veel meer.
Nadat haar verteld is dat we nu
bovengronds zijn en alle geweer
lopen op haar zijn gericht, gaat
het raam langzaam dicht. Ze
weet nog niet genoeg blijkbaar.
NEKSCHOT
We komen nu wat meer op de
ruimte en gaan voorzichtig
achter de bomen verder. Bij de
laatste huizen voor het Tolhuis
waarschuwt een bewoner ons
voor tien S.S.ers, die in de grote
boerderij zouden zitten. Oppas
sen is dus de boodschap. Bij het
café komt de eigenaar ons tege
moet. Deze heeft blijkbaar de
hele nacht gewaakt en is goed
met de situatie op de hoogte. Ter
geruststelling deelt hij ons mede
dat de S.S.ers 's-nachts al verdwe
nen zijn nadat ze na een hevige
ruzie hun Hollandse soortgenoot
het nekschot hadden gegeven.
Na het vertrek van de S.S.ers uit
de boerderij is volgens de café
houder hun slaapplaats door een
tiental vogels van diverse pluima
ge ingenomen. Het zijn soldaten
van verschillende wapens en
rangen. Hij wil wel even meegaan
en de heren verzoeken naar
buiten te komen.
Terwijl wij de buitenkant en het
erf van de boerderij in de gaten
houden gaat hij naar binnen en
komt even later met een oudere
officier naar buiten. Deze krijgt
direct een stengun tegen de
ribben gedrukt en het eerste wat
hij vraagt is wie wij zijn. Nu, die
vraag is niet gek. We zijn niet
oostkant een stapeling van
stevige stalen zgn. Spaansche
ruiters ligt. Enige meters verder
vinden we het lijk van de door
zijn „wapenbroeders" vermoorde
Hollandse S.S.'er.
Steeds meer B.S.ers komen deze
kant op en een troepje trekt
verder om bij de Groote Wielen
een groep Duitse bewapende
spoormannen in te rekenen.
Intussen hebben wij van onze
Bloemen voor de bevrijders: de Canadezen trekken over de Nienwestad.
Op deze foto het Bewakingsdetachement van de Binnenia ai
weken na de bevrijding. Helaas kunnen we niet alle name m;
links naar rechts: Popke de Vries, een onbekende, Taabe, tv ds
Van Dijke, een onbekende, Bajema en aan onbekende. Mi 'la
ken, Zwart, Engelmoer, Brink, Krijn Riemersma, Akkerma
Canadezen, Zandberg, een onbekende, Woudstra, Veringa
de man op de voorgrond kunnen we jammer genoeg niet no
BI
bepaald een oranje commité met
hoge hoeden, maar een stel
jongens in overall en met een
schipperspet op het hoofd en
voorzien van vuurwapens. Hij
heeft het niet op ons begrepen en
vraagt nog waar de Tommies
zijn. Daar we dat zelf ook niet op
de meter af kunnen zeggen
vertellen we, dat ze dichtbij zijn
en of z'n kameraden nu ook
maar vlug naar buiten wilden
komen. Dan krijgen ze onderdak
in de stad. Spoedig staan ze allen
buiten, ze worden snel ontwa
pend en onder geleide naar de
stad gebracht. De gestolen
fietsen blijven hier achter. Onze
groep bereikt dan de Muur en
neemt de toestand op. De doorrit
is gesloten met twee zeer zware
betonrollen, terwijl aan de
Nu zjjn de rollen omgekeerd