„Opvallende
plaats in
Leeuwarder
journalistiek"
3
Burgemeester van Leeuwarden
'i rz£/c('(ie 3Cranteje leeót iedereen
De plaats van 1t Kleine Krantsje" in de Leeuwarder journalistiek
is bescheiden en toch opvallend. Dat van dit blad nu het twee
honderdste nummer verschijnt, bewijst dat er een belangstellende
lezerskring is. Men is geneigd te veronderstellen, dat dit vooral
oudere mensen zijn, maar ook bij de jongeren valt tegenwoordig
een duidelijke belangstelling voor het verleden te constateren.
De voorwerpen "uit grootmoeders tijd" staan als antiek te pronk
bij menig jong gezin. En onder de strijdbare beschermers van de
historische waarden van onze binnenstad zien wij veel jonge
mensen.
t Kleine Krantsje" beweegt zich hoofdzakelijk op het terrein
van de stadsgeschiedenis uit het begin van deze eeuw, een periode
die heel wat lezers nog uit eigen aanschouwing en ervaring kennen
en zeer velen hun ouders over hebben horen vertellen. In de tijd
die sindsdien is verlopen, is de wereld (en dus ook Leeuwarden)
zo grondig veranderd, dat we met verwondering en ook met ver
tedering op het oude terugzien.
De kracht van "'t Kleine Krantsje" is, dat het teruggrijpt naar
de persoonlijke herinneringen van mensen die het allemaal hebben
meegemaakt. Dat levert een schier onuitputtelijke bron van ver
halen en anecdotes op, aangevuld met het vele illustratiemateriaal
dat we gelukkig over deze tijd bezitten. Maar deze bron moet wel
steeds worden aangeboord door iemand die daaraan al zijn speur
en verzamelzin wil wijden. Het is méér dan tweehonderdvoudig be
wezen, dat redacteur F.L. Schoustra dit werk met grote toewijding
verricht.
Gadt hij daarmee door (en dat lijkt mij wel te verwachten), dan
zullen velen die zich nauw met Leeuwarden verbonden voelen, in de
toekomst de gelegenheid hebben de zorgen van het heden even aan
de kant te zetten door 't Kleine Krantsje" ter hand te nemen.
Ook ik vind daarin dikwijls dingen die op mijn eigen herinnering
teruggrijpen.
De Burgemeester van Leeuwarden,
(j.S. Brandsma)