4
(Ajó Jou mt
mg fuMp.
Uw eigen bank
Friesland Bank
t T^-leinc Z^Cranteje leeót iedereen
De Straatzangers in actie voor het Stadhuis
kenden in en buiten Leeuwarden
mijn vriendelijke groeten.
Naarden
A. Has-Drent
OUDE TRIENTSJE
Naar aanleiding van het schrijven
in de krantsjes no. 202 en 203 van
Mr. Bijl kwamen bij mij ook weer
herinneringen op van Huizum.
Ik ben namelijk ook een geboren
Huizumer van 1902. Mr. Bijl
heeft het over het kerkhof en het
bruggetje. Ja, dat bruggetje, daar
moest ik iedere dag over met
manden met brood, daar ik toen
in 1914 bij de Huizumer bakker
diende (Elgersma). Dan moest ik
naar de aardappelmeelfabriek of
stroopfabriek, zo wij het noem
den, brood bezorgen bij de direc
teur Adema, de koeper (kuiper)
en de tuinman en vandaar naar
de „Zwarte Planke", dat was de,
brug die over de (als ik het me|
goed herinner) Potmarge lag
naar boer Stuit, Keestra en nog
een paar huizen.
Als ik dan terug kwam, dat was
dan een uur of tien, dat zat Oude
Trientsje al op het bruggetje om
het hekje open te doen, behalve
als het heel slecht weer was. Weet
Mr. Bijl dat niet? Ja, en dan
vroeg ze mij: „Moet je ook nog
koeken naar mevrouw Adema
brengen" en als ik dan zei „Nee
Trientsje, ze komt ze zelf halen"
(en dat gebeurde niet vaak) dan
was Trientsje erg blij, want zei ze
„Nu is mijn dag weer goed, want
dan heb ik weer een dubbeltsje
extra". Ze kreeg bijna van
iedereen een paar of één cent als
ze het hekje opende voor de
mensen. Ze woonde in 't Blokje,
dat was de steeg in bij de smid
Mellema en de boerderijen van
Zuiderveld en A. Visser.
Dat is wat ik me nog herinner. Zo
U het in het Krantsje wil plaat
sen, bij voorbaat dank.
Soesterberg
N. Veenstra-Dijkstra
MR.J.S.BDL
Met grote belangstelling lees ik
steeds weer het Kleine Krantsje.
Zo ook nu het verhaal in no. 202
van de heer Bijl.
Het komt zeker, omdat hij zoveel
schrijft over Hüzum. Ik heb daar
ook het grootste deel van mijn
jeugd doorgebracht. Ook ik weet
nog heel goed dat we over het
brugje bij de kerk in het land
kwamen. Wij haalden daar
meestal geen kattekwaad uit
maar waren toch wel eens bang
voor de plisie. We noemden hem
echter niet Brandie. Naar ik
meen was hij voor ons „Brand-
skeet".
Durfden wij als meisjes zoveel
meer te zeggen of was dat toen
ook al een soort leeftijdsverschil?
Het scheelt maar drie jaar in
leeftijd met de heer Bijl, maar er
kan in die paar jaren natuurlijk
al heel veel veranderen. Ik ben
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
n.l. van 1907.
Op het „Juffersreedsje" speelden
wij dikwijls omdat ik daar heel
dicht bij woonde. Naar ik me
herinner was de naam van de
boer die in het huisje van „Hans
en Grietje" woonde, Keestra of
was het soms van een vrouw, die
Akke heette? Ze kwam in de Sin
terklaastijd met de „Sinterklaas-
koer". Verder was ze „baakster"
en leedomsizzer(ster).
Ik ontmoette ook het woord
„slaai". Ik kon het niet in het
„Frysk Wurdboek" vinden. Na
verder zoeken vond ik het woord
„slaei" (grote houten hamer,
vooral gebruikt voor het inslaan
van palen). Dat is toch de „slaai"
niet waar. Het is niet mijn
bedoeling om te corrigeren hoor,
maar ik wil het toch wel erg
graag weten.
Was er in de Hüzumerlaan ook
niet een proeftuin van Kaastra?
En naar ik meen was melkboer
Ype Keegstra een man met veel
humor. Ja, wat was die „schape
kees" lekker hé. Al in geen jaren
meer gezien, laat staan van ge
proefd. Wie was Trientsje de
„bolkoerrinster?" Weet U haar
verdere naam nog?
Er is vast nog veel meer te
vertellen over Hüzum. Ik zit al
weer reikhalzend uit te kijken.
Met dank voor de plaatsing.
Rotterdam T. Boer-Sytsma
Lezers klommen in de pen
GENIETEN VAN T KRANTSJE
Al enige jaren ben ik geabonneerd
op 'tTQeine Krantsje en geniet er
erg van. Vooral van de stukken,
die door de heren Van Dam en
Mr. Bijl worden geschreven. En
ik zou zeggen, heren, doorgaan
met die stukken. Veel van wat er
in 't Krantsje wordt geschreven
herinner ik mij heel goed en dat
zet je weer aan het denken, zoals
het vroeger was. De foto's die ge
plaatst worden, daarvan ken ik
ook heel wat personen. In één
van de laatste nummers werd er
geschreven over Anne Bajema,
ook dat weet ik nog goed. Eén
van de lezers schreef toen over
één dochter van de familie Baje
ma, het waren er twee; er woont
ook een dochter in Hilversum,
voor zover ik weet. Mevr. T.Otter-
Bajema.
Hier wonen veel Leeuwarders en
ook zij lezen 't Kleine Krantsje
en spreken er veel over. Ik zie er
elke veertien dagen naar uit, als
de post komt gauw even kijken
wat er in staat. Ook velen die er
in schrijven herinner ik mij nog.
Het verbaast mij vaak dat er
nooit iemand schrijft over de
vroegere Opera Vereeniging on
der leiding van de heer Fr.
Panbakker.
Of over de „straatzangers", toen
onder leiding van de heer Jac.
Bloemsma.
Van beide verenigingen ben ik
actief lid geweest. Al jaren ben ik
nu uit Leeuwarden weg, maar ik
leef altijd nog met mijn geboor
testad mee. Alhoewel er zoveel is
veranderd, dat ik de stad nauwe
lijks meer ken. Ik heb altijd aan
de kant van de Groningerstraat
weg gewoond, ben in 1906
geboren op het Werkmanslust.
Later woonden we op het Oud
Eigenbrood en van mijn 21e tot
40e in de Dokkumerstraat en in
1946 uit Leeuwarden vertrokken.
Toch zijn mijn gedachten daar
nog veel. Wegens gezondheidsre
denen van mijn man kunnen we
nu niet meer eens gaan kijken.
Hetgeen ik graag zou willen en
zodoende erg geniet van uw
krantsje en hoop er nog lang van
te mogen genieten. Verder wens
ik uw krantsje heel veel goeds en
een nog lang leven toe. Alle be
Wie schrijft er eens iets over
F.V.C. of Quick van vroeger? Piet
de Vries misschien of Piet v.d.
Haak!!!
B.S.
TYPOGRAFEN
In het onderschrift bij de foto
van de typografen in 't Kleine
Krantsje nummer 203 wordt
gesproken over de heer A.
Rodenhuis van de Leeuwarder
Courant. Nu weet ik niet, of de
heer Rodenhuis in z'n jonge jaren
inderdaad bij de Leeuwarder
Courant is geweest, maar later
was hij in ieder geval bij Drukke
rij Eisma, waar ik zelf ook heb
gewerkt. De heer Rodenhuis
heeft daar nog z'n gouden
jubileum gevierd, vrijwel tegelijk
met twee andere collega's, die er
toen ook vijftig jaar waren ge
weest. Net voor de heer Roden
huis met pensioen zou gaan, dat
moet in de vijftiger jaren zijn ge-
(vervolg op pag. 8)
Nog een mooie foto van het oude Huizum: toen het platte brugje er nog was.