DE EERSTE SNEEUW IS GEVALLEN
Voor den rechter
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHE
icrAN/t^l (alles bij vooi
uitbetaling)
DE EERSTE SNEEUW IS GEVALLEN EN OUD LEEU
WARDEN LAAT ZICH VAN Z'N MOOISTE ZIJDE ZIEN.
VOORAL OP DIE PLAATSEN, WAAR VEEL BOMEN
STAAN, ZOALS HIER BIJ (RECHTS) DE STATIONSWEG EN
(LINKS) HET ZUIDERPLEIN. DE FOTO IS IN DE TWINTI
GER JAREN GEMAAKT EN DE STAD ZAG ER TOEN OP
DIT PUNT NOG WEL WAT ANDERS UIT DAN NU. „DE
KOE" WAS ER OOK NOG NIET, MAAR HET IS NET OF
DIE BEIDE MANNETJES LINKS HET ER NET OVER
HEBBEN: „NOU, DAN MOET IE HIER MAAR KOMEN - DIT
LIJKT DE MEEST GESCHIKTE PLAATS".
Redactie,
administratie en
advertentieafdeling:
Vredeman de
Vriesstraat 1
a.d. Emmakade
Telefoon 20302
Postgiro 98 10 62
Bankrelatie:
Rabobank
Tiende jaargang
'T KLEINE KEAHTSJE
Een uitgave van
Fenno Schoustra's Publiciteitskantoor
Vredeman de Vriesstraat 1
Verschijnt eenmaal
in de veertien dagen
Abonnementsprijs:
15.-- per jaar
Voor het
buitenland
20.- per jaar
Losse nummers
f.1,—
29-12-1973
Nummer 207
"V-itï,"
DE RECIDIVIST
Een vaste klant, H.J., van beroep
stoelenmatter en gedomicilieerd
te Leeuwarden. Voor een korte
pooze heeft hij het huis van bewa
ring met de rechtzaal verwisseld.
„Hoe lang zit je nu?", vraagt de
ambtenaar belangstellend.
„Ik bin an de laaste feertien
dagen bezig, morgen
weer üt".
En inmiddels is de volgende straf
al weer uitgesproken. Het betreft
een herhaling van J.'s gewone te
kortkoming, openbare dronken
schap. Veertien dagen hechtenis
en zes maanden rijkswerkinrich
ting luidde het vonnis, waarvan J.
heden in verzet komt. De hechte
nis heeft hij geen bezwaar tegen,
maar de opzending daar ziet hij
tegen aan.
De ambtenaar kan zich dat voor
stellen, maar wijst op het herhaal
de plegen van het feit.
Volgens J. is het niet zoo erg als
het lijkt. Het is zijn lichamelijke
gesteldheid die hem hierbij
parten speelt. Niet zijn keel die
nogal dorstig is uitgevallen, maar
zijn abnormale lengte.
„Meneer mut denke, büten hew ik
nooit gien last. maar in 'e stad
kan ik niet een borrel kocht hew-
we. of de pelissie denkt, daar
komt de Lange an".
Verder vindt J. den zomer geen
geschikte tijd om in Veenhuizen
te wonen.
„En wat een rare tied om weer frij
te kommen, in September".
Ten slotte zwicht de ambtenaar
voor de vele bezwaren en
verandert den eisch in 3 weken
hechtenis. Daar kan J. mee
accoord gaan.
„Maar dan geen herhaling meer,
anders gaat de opzending door",
luidt de waarschuwing.
Blijkbaar zijn er hoogtijdagen,
dat J. zichzelf niet vertrouwt voor
deze herhaling te kunnen waken.
„Mag ik ut dan met Leewadder
kermis ütsitte, meneer?"
Waarop de kantonrechter over
eenkomstig den eisch vonnist,
zonder nochtans een vasten
datum voor tenuitvoerlegging in
uitzichtte stellen.
(1938)
T KLEINE KRANTSJE
leest iedereen...
Ook in 1974!
EEN WEEK EERDER
Deze krant draagt de datum
van de 29e december, maar
komt een week eerder bij
onze abonnee's in de bus.
Dit in verband met de over
grote drukte bij de PTT in
de laatste weck van hei jaar,
waardoor een bestelling op
de juiste datum in gevaar
zou kunnen komen.
Het eerstvolgende nummer
van 't Kleine Krantsje en dus
ook het eerste in het nieuwe
jaar, zal weer op „de goeie
dag" bij onze abonnee's wor
den bezorgd - dat nummer is
gedateerd 12 januari en het
komt, zoals gebruikelijk, op
de dag ervoor bij de abon
nee's in de bus.