PIETER SAKES WEYMA WERD
TERDOOD GEBRACHT
AAN DE GALG BUT BLOKHUIS
DE KAKATOE
VERDWIJNT
't Xleitié 5^rar*óje ieeót iedereen
Vandaag het laatste van een serie
van drie artikelen over een van de
meest geruchtmakende moord
zaken In Friesland in de vorige
eeuw, het drama in Wieuwerd in
1836, waarbij Pieter Sakes Weyn
ma z'n jonge vrouw door
rattekruid om het leven bracht.
De vorige maal hebben we
gezien, hoe tegen Weynma de
doodstraf werd geeist, nu vragen
we ons af, wat z'n verdere lot zal
zijn.
"Is de beschuldigde aan de mis
daad, waarvan hij beschuldigd
wordt, op een toerekenbare wijze
schuldig?" zo vraagt deze zich af.
Alle getuigenissen dragen de vol
ledigste kenmerken van waar
heid, maar bewijzen ze de
misdaad, de beschuldigde aange-
tijgd?
Wel, de verdediger geeft graag
toe, dat de feiten bezwarend zijn,
maar zal het bewiis voldongen
zijn, dan moet ook gezegd
kunnen worden, dat de beschul
digde met het boosaardig oog
merk om de dood zijner vrouw te
veroorzaken het gif aan haar
heeft toegediend.
Dit nu blijkt niet en het getuigen
verhoor onthult niets stelligs,
niets omtrent het primitief voor
nemen, noch omtrent de toedie
ning. En deze leemte wordt niet
door de eigen bekentenis aange
vuld, want de bekentenis is alles
zins verdacht.
En dan komt de verdediger bij
het geval van de boer uit de buurt
van Dokkum, wiens vrouw plot
seling sterft. Weldra verspreidt
zich het gerucht van vergiftiging.
De man wordt in hechtenis ge
nomen en hij bekent. Hij bekent
zelfs met een nauwkeurige
opgave van de kleinste bijzonder
heden.
VRIJSPRAAK
Maar wat doet het Hof van Fries
land? Het Hof van Friesland
spreekt hem vrij! De bekentenis
immers kan men niet altijd ver
trouwen en zo ook niet in dit
geval van Pieter Weynma, "want
zij is de belijdenis van een zwart
gallige, van een versufte, van een
melancholicus, die na zijn mis
lukte proef thans deze beschuldi
ging van gifmoord aangrijpt als
midden om een leven af te leg
gen, onder welks last hij meer
dan ooit gebukt gaat".
De onverschilligheid en gevoel
loosheid van de beschuldigde
tijdens het lijden van de vrouw
moeten dan ook verklaard wor
den door diens levensmoeheid.
Het doel was zelfvernietiging, de
uitkomst vergiftiging der vrouw -
"door een toeval echter onaf
hankelijk van de beschuldigde,
die nu dit toeval benut om zich
van het leven te ontslaan, dat hij
vroeger vruchteloos getracht
heeft zich te benemen".
De woorden van de verdediger
ontlokken de Procureur Crimi
neel slechts een korte repliek,
waarbij hij zich wil bepalen tot
de toerekening.
"Het is voldoende gebleken" zegt
hij, dat de beschuldigde het voor
nemen gehad heeft om zijn
vrouw door middel van ratten-
kruid te vergiftigen en dat hij
haar dit vergift ook zelf heeft toe
gediend, terwijl zijn bekentenis
voldoende geloof verdient.
Men beschouwe de beschuldigde
in al zijn handelingen en waar is
dan het bewijs, dat hij zonder
vrijheid, zonder opzettelijke
moedwil heeft gehandeld? De
omstandigheden voor de dood
der ongelukkige vrouw, het
overleg van de dader tot de aan
schaffing van het vergift, zijn
houding bij het lijden van het
slachtoffer, het afweren van' ge
neeskundige hulp, het gedrag na
de dood van moeder en kind - en
moet niet dit alles de zekerste
overtuiging geven, dat de mis
daad met goed overleg en veel
omzichtigheid is ondernomen en
volvoerd? - temeer daar er geen
zweem van verdenking, veel
minder van een bewijs voorhan
den is".
En wat het geval van de boer uit
de buurt van Dokkum betreft?
Wel, de Procureur Crimineel
kent deze zaak, die echter geen
overeenkomst had met deze
moord. Want daar immers ont
brak alles Wat d'e bekentenis ge
loofbaar moest maken: de lijk
schouwing had niet het minste
bewijs van vergiftiging opgele
verd en de opgave door de be
schuldigde van de plaats, waar
hij het gif gekocht en verborgen
had, bleek niet waar te zijn, zodat
de bekentenis geheel op zich zelf
bleef staan en niet als waarheid
kon worden aangenomen.
"En hiermede" zo besluit nu de
Procureur Crimineel, "heb ik aan
mijne taak voldaan. Zij was, om
haar verschrikkelijk onderwerp
moeilijk, de uwe, mijne heren, is
dit zeker niet minder, maar zij is
bovendien veel belangrijker. Het
leven van een mensch hangt aan
de uitspraak, die van uwe over
weging het gevolg zal zijn".
De volgende dag staat Pieter
Weynma weer voor zijn rechters -
nu om het vonnis aan te horen. In
zijn houding is nog geen veran
dering te bespeuren. Hij is onver
schillig en ziet brutaal om zich
heen.
Een zeer groot aantal belangstel
lenden volgt aandachtig luiste
rend de voorlezing door de Presi
dent van het Arrest.
"Gezien de acte van beschuldi
ging, opgemaakt tegen Pieter
Sakes Weynma, oud vijf en twin
tig jaren, wonendr te Wieuwerd,
gehoord de mondelinge verkla
ring van de getuigen, gehoord het
requisitoir van de Procureur Cri
mineel, gelet op de verdediging
door en vanwege de beschuldigde
daartegen ingebracht, enzovoort,
enzovoort, condemneert den
schuldigverklaarden Pieter Sakes
Weynma om gebragt te worden
ter plaatse, alwaar men gewoon is
voor dit Hof executie van Cri-
mineele Justitie te doen en aldaar
op het schavot aan ene galg met
den koorde gestraft te worden,
dat er de dood volgt, condem
neert den schuldigverklaarden
in de kosten van het proces ten
behoeve van de staat, ordonneert
eindelijk, dat extract van dit
arrest zal worden gedrukt en
aangeplakt te Leeuwarden en in
de grietenij Baarderadeel."
"Zo hebben wij dan als regters"
zo vervolgt de President, "onzen
pligt jegens de maatschappij vol
bracht en heb ik tegen u, Pieter
Sakes Weynma, de straffe des
doods uitgesproken.
Gij hebt u aan de snoodste,
schandelijkste en menschont-
erendste misdaad schuldig ge
maakt; gij hebt met de meeste
koelbloedigheid en het onbe-
grijpelijkste overleg, waarvan
Gode zij dank, zich zelden voor
beelden in ons vaderland opdoen,
uwe jeugdige, brave, twee en
twintigjarige vrouw, waarmede
gij nog geen zeven maanden ge
huwd geweest zijt, met het kind,
hetwelk zij onder haar harte
droeg en waarvan gij vader
waart, door vergift doen omko
men.
DUBBELE MOORD
Gij hebt u dus aan eenen dub
belen moord schuldig gemaakt:
met verzaking van alle heilige
pligten en gevoelens hebt gij eene
misdaad begaan, waarvan de
natuur ijst. De regter heeft ge
sproken en gij zult de straf
ondergaan, die bij de wet is vast
gesteld."
In de gevangenis teruggekeerd
geeft de terdoodveroordeelde
geen bijzondere blijken van aan
doening. Hij eet goed en slaapt
's nachts als een roos.
De volgende morgen tekent hij
cassatie tegen het vonnis aan. Bij
deze gelegenheid bekent hij de
griffier (Mr. J. van Leeuwen, die
het "Verhaal van den giftmoord
door Pieter Sakes Weynma aan
zijne vrouw gepleegd en van zijne
teregtstelling" in druk liet ver
schijnen.), dat hij een groot mis
dadiger is.
"Maar de doodstraf te moeten
ondergaan is voor mij een ver
schrikkelijk denkbeeld en veeleer
wil ik de zwaarste ligchaams-
straffe lijden, als ik het leven
slechts behoud
De predikanten, die hem in de nu
volgende dagen bezoeken, kla
gen, dat zij weinig invloed
kunnen uitoefenen op Pieters ge
moed, terwijl godsdienston
derwijzer zijn onvermoeide po
gingen om de moordenaar onder
werping en berouw bij te brengen
telkens verijdeld ziet en voortdu
rend stuit op een ergerlijk en
aanstotelijk gedrag.
Stilzwijgend hoort Piter Sakes
Weynma op de zesde juli de me
dedeling aan, dat het Hoog Ge
rechtshof de Voorziening in Cas
satie heeft verworpen en dat ook
de koning zijn verzoek tot gratie
heeft afgeslagen.
Om half elf 's morgens kondigt
de Procureur Crimineel de ver
oordeelde aan, dat het gevelde
vonnis des doods over vier en
twintig uur ten uitvoer zal
worden gelegd.
Bitter schreiend keert Pieter
Weynma nu naar zijn cel terug
en de gehele verdere dag is zijn
gemoedsgesteldheid, "zoals men
die bij een terdoodveroordeelde
misdadiger verlangen mag - zich
geheel overgevend tot de voorbe
reiding van het laatste ogenblik,
op hetwelk hij deze wereld zal
verlaten."
Hij bidt veel en is spraakzaam en
openhartig. De laatste nacht van
zijn leven brengt hij biddend en
lezend door. Hij praat met zijn
bewakers over zijn zonden en
over de rechtvaardigheid van zijn
straf, hen tevens vermanende en
waarschuwende.
Op de morgen van de excecutie
vertelt hij de godsdienstonder
wijzer geheel tot de dood bereid
te zijn en hij verzoekt met hem de
goede God te willen bidden, dat
hij zijn geestkracht en moedige
bedaardheid aan de verzamelde
menigte mag behouden, ten
einde nog op het schavot aan de
verzamelde menigte te kunnen
toeroepen zich aan zijn ongeluk
kig en verschrikkelijk voorbeeld
te spiegelen".
Om half twaalf wordt Pieter
Sakes uit zijn cel gehaald en naar
de verhoorzaal gebracht.
Of hij nog wat te zeggen heeft,
vraagt hem de vice President.
Maar Pieter antwoordt, dat hij
niets meer te vertellen heeft.
Dan wordt de veroordeelde onder
geleide naar het plein voor het
Huis van Reclusie en Tuchtiging
gebracht.
NAAR T SCHAVOT
Daar staat het schavot en daar
staat al een grote menigte om het
schouwspel van de executie te
zien.
Bijgestaan door predikant en
godsdienstonderwijzer blijft Pie
ter "bedaard en bij vollen ver
stand".
Maar wanneer hij het schavot
beklimt wordt hem de emotie te
machtig, zodat hij niet aan zijn
voornemen kan voldoen het
woord te richten tot zijn publiek.
Onder een doodse stilte doet nu
de beul zijn werk.
Een moment later is het vonnis
voltrokken en Pieter Sakes
Weynma ter dood gebracht
De zaak in dieren en dierenbe-
nodigheden De Kakatoe van de
heer en mevrouw Van der
Baan-Kouer in de Oude Ooster
straat gaat verdwijnen. Waar
schijnlijk zal de zaak medio
oktober gesloten worden.
In 1951 begon Jan van der Baan,
die daarvoor, eveneens in de
Oude Oosterstraat, bij Wanda
had gewerkt, zijn eigen zaak in
hengelsportartikelen. Hij werd
daarbij geassisteerd door zijn
vrouw, mevrouw C. van der
Baan-Kouer.
In de loop der jaren zullen
duizenden hengelsportliefheb
bers het echtpaar Van der Baan
in de Oosterstraat hebben leren
kennen. Maar ook veel stadgeno
ten, die het niet om visjes was te
doen. Want spoedig begonnen de
heer en mevrouw Van der Baan
ook met hun handel in dieren en
het waren vooral deze marmotjes
en hamsters en kakatoe's, die
dikwijls de aandacht van de voor
bijgangers trokken.
Enkele jaren geleden opende de
heer Van der Baan een tweede
zaak, nu uitsluitend in hengel
sportartikelen, op de Oosterkade
bij de Oosterbrug. Deze zaak zal
blijven bestaan, maar de winkel
in de Oude Oosterstraat, waar
aan vooral mevrouw Van der
Baan de laatste jaren haar
krachten gaf, gaat nu dicht.
Gezondheidsredenen noopten
haar tot dit besluit, "maar"
vertelde ze 't Kleine Krantsje,
"het gaat me wel aan het hart.
Het is een grote hobby voor me
geweest en met al die dieren vond
ik het geweldig leuk".
In dit gebouw, de Kanselarij aan de Turfmarkt, hoorde Pieter Sakes Weynma het doodvonnis tegen zich
uitspreken.