VAGEBONDEN, NACHTBIDDERS, KEESJAGERS,
SWEERTDANSERS, NIEUWJAARS SINGERS EN HEYDENS
IN T BLOCKHUYS
5
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
't 5Cieine 3<Crar'óje leeót iedereen
Onze huidige maatschappij
wordt gekenmerkt door golven
van geweid en terreur en er
wordt dan nog wel eens gespro
ken over "De goeie ouwe tijd"
waarmede dan voornamelijk
wordt' bedoeld de tijd van onze
groot- en overgrootouders. Niet
altijd heeft die goeie ouwe tijd
bestaan. Omstreeks het einde
van de 16e eeuw was bij de
toeneming van de bevolking hier
ter stede het getal der armen en
de klasse der luiaards en
lediggangers, vooral na het
wegtrekken van de Spaanse
krijgsknechten, onrustbarend
toegenomen, hetgeen de stads
regering met zorgen vervulde.
LEDICHGANGERS
De stedelijke regering achtte het
haar plicht om tegen dit gevaar
te waken en besloot daarom in
1598 om binnen de stadt een
tuchthuys te funderen, hetgeen
vooral gebeurde op aandringen
van het Hof van Friesland bij de
Staten des Lands en wel op
grond van de vele klachten over
de "ledichgangers en bedelaars,
die den goeden ingezetenen zo in
de Steeden als in den Dorpen,
beswaerlijken vallen en over de
jonge luiden die hun Olders
ende hun voochden ongehoor-
zaem zijn, hun goederen op on-
eerlijcken wijze verkrijgende en
te lui zijn om te wercken."
Door de Provincie werd daarom
besloten tot de "oprichting van
een Generael Tuchthuys" tot
"suiveringe van 't Landt en
straffe van de boeven, dieven en
straetschenders, waarmede 't
zelve nu alomme vervult is."
Tot dat doel werd aangekocht de
v.m. kapel van de Graauwen
Baginen (Westerkerk), voor de
prijs van 8300 gulden.
In 1609 werd het nieuwe
tuchthuys in gebruik genomen
en het beheer ervan opgedragen
aan vier voogden of curatoren
twee voogdessen of Moeren en
een Tuchtmeester. Het gebouw
werd tevens ingericht als Werck-
ende Ambachtshuys, eendeels
voor bedelaars en lediggangers
en anderdeels voor vrijelieden,
welke hier werck mochten ko
men zoeken, "zonder creukinge
ofte besmettinge van hun eere,
reputatie, goede naem ende
faem.
Deze situatie beviel blijkbaar
niet, want slechts zes jaar later,
in 1615, werd besloten het
tuchthuys aan de Bagijnestraat
op te heffen en het gedemolieer-
de Blokhuys als tuchthuys in te
Dit lijkt erger dan het is. De geknielde meneer op het schavot wordt
niet z'n hoofd afgeslagen; hij wordt alleen symbolisch onthoofd. Het
is de burgemeester van Bolsward, de patriot Comelis van den Burg
en het gebeurde in Leeuwarden in 1789.
Dit tuchthuys moest echter nog
de nodige veranderingen onder
gaan en in afwachting daarvan
werden de tuchtelingen uit het
Bagijnenklooster ontslagen, de
tuchtmeester en de voogden en
voogdessen werden bedankt en
de goederen werden in het
openbaar verkocht.
In 1619 werd het v.m. Block-
huys als tuchthuys in gebruik
genomen. Toen na een aantal
jaren bleek dat het tuchthuys
niet meer aan de eisen des tijds
voldeed, werd aan de oostzijde
van het Bloekhuys een geheel
nieuw Tucht- en Landhuys
gebouwd door de Leeuwarder
timmerman Obbe Hansen voor
de prijs van 64500 gulden.
VREEMDE BEDELAARS
hl 1661 was het nieuwe gebouw
klaar om "alle loye en ledige
inlandtse ofte vreemde bedelaars
so mans, vrouwen en kinderen,
vagebonden, nachtbidders. Kees
jagers, Sweertdansers, Nieuw-
jaarssingers, heijdens ende ande
re diergelijcke in dese Werck- en
Ambachtshuyse over te senden,
om eene ambacht geleert te
worden, om liaer eygen kost
sonder beswaringhe van anderen
te konnen verdienen, met mach
tiging om indien sij zich tegen
hunne dienaars teweer stelden,
hen des noots met hagel te
mogen schieten."
Ook over dit gesticht werd weer
een bestuur gesteld, bestaande
uit vier voogden, twee tuchthuys-
moeren of voogdessen en een
tuchtmeester,
Een kleine eeuw na de inge
bruikneming werd in de nacht
van II op 12 november 1754 het
gehele gebouw door brand
verwoest, waarbij een aantal
gevangenen in de vlammen
omkwamen en een groot aantal
van de anderen van de gelegen
heid gebruik maakten om de
benen te nemen. Reeds spoedig
werd met de opbouw van een
Nteuw Tuchthuys begonnen, dat
reeds in 1765 kon worden opge
leverd. In 1783 werd de bouwval
lig geworden westelijke gevel van
het oude Blokhuis, die bij de
brand gespaard was gebleven,
gesloopt en een nieuwe gevel in
de tegenwoordige vorm weer op
gebouwd. In datzelfde jaar
beschikte het Blokhuis over veer
tien bewaarplaatsen voor gevan
genen en een aantal vertrekken
als de Herenzaal. de examinatie-
zaal. de pijnigtoren, de Droef
kamer voor de ter dood veroor
deelden, de studentenkamer, de
geselzaal en de ontleedkamer.
Het aantal gevangenverblijven.
groeide in de loop der jai;en ge
stadig uit, hetgeen noodzakelijk
was omdat ook het misdadigers-
gilde groeide.
PLAATS VOOR HONDERDEPJ
In 1821 was het zover uitge
groeid. dat bij Kon. Besluit
bekend werd gemaakt, dat het
Leeuwarder Tuchthuis in het
gedemolieerde Blockhuis tot één
van 's-Rijks grootste gevangenis
sen was verheven, plaats bieden
de aan enkele honderden gedeti
neerden.
Toch bleek men in de daarop
volgende jaren door het steeds
groeiende aantal deliquenten,
met te weinig ruimte te kampen
te hebben waarom bij Kon.
Besluit van 5 februari 1823 werd
bepaald, dat als 2e tuchthuis
binnen de stad werd aangewezen
het v.m. Canselarijgebouw aan
de Turfmarkt en als Huis van
Burgerlijke en Militaire Verze
kering dienst zou doen.
VLJF JAAR OF LANGER
Dit gebouw behield die bestem
ming tot 1889, toen een belang
rijke uitbreiding van het tucht
huis in het v.m. Blokhuis was
voltooid geworden en als Bijzon
dere Strafgevangenis als zodanig
Bewaring in dienst kon worden
gesteld.
Zij die tot vijf jaar of langer
waren veroordeeld, kwamen in
de Leeuwarder gevangenis te
recht. Sedert 1 januari 1970 doet
de strafgevangenis als zodanaig
geen dienst meer en wordt alleen
nog het huis van Bewaring
gebruikt als tijdelijke bewaar
plaats voor gedetineerden.
Het gebouw van de Bijz.
Strafgevangenis staat leeg en
renteloos en dan zegt onze
huidige minister van Justitie
nog, dat tegen een groot aantal
veroordeelden het vonnis niet
ten uitvoer kan worden gebracht
omdat alle gevangenissen in het
land vol zitten.
MONUMENTAAL
POORTGEBOUW
Het monumentale poortgebouw
met haar beide torens is bij de
herbouw in 1783 zoveel mogelijk
in haar oorspronkelijke staat
terug gebracht en geeft het
gebouw een kasteelachtig aan
zien, dat het in het verleden ook
had, toen Hertog Albrecht van
Saksen het als een sterk kasteel
ter verdediging van de stad liet
bouwen.
R. VISSER
EEN AFSCHEID
Hedenochtend nam de heer H. G.
Schrik, commies der registratie
en domeinen alhier afscheid,
wegens het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd.
Nadat velen reeds in den loop
van den morgen blijk van hun
belangstelling hadden gegeven,
waarbij notaris Harterink na
mens de Leeuwarder notarissen
zijn dank overbracht voor de
prettige samenwerking van vele
jaren, kwamen de ambtenaren in
meer intiemen kring bijeen. Ook
enkele oud-collega's waren hier
bij tegenwoordig.
De ontvanger, de heer A.C.
Roem, sprak den scheidende
ambtenaar in hartelijke bewoor
dingen toe. Met de inspecteur,
den heer P. N. Roggeveen, gaf hij
uiting aan zijn waardering voor
de wijze, waarop de heer Schrik
steeds zijn werk verrichtte.
Namens de collega's nam de heer
A.J. Meijer van Putten het woord,
die den gepensioneerde uit aller
naam een wandelstok met in
scriptie in zilver aanbood.
Nadat tenslotte Mevrouw Schrik
een bouquet bloemen was aange
boden, werd het officiële gedeelte
hiermede beëindigd.
1942