TOEN DE MOLEN HET LAM Z'N WIEKEN NOG LIET WENTELEN i 5£/ei«e ^ICrantóje leeót iedereen Het laatste artikel over de oude molen Het Lam in 't Kleine Krantsje roept ook bij mij weer tal van herinneringen op en ik zou ook graag een paar aanvul lingen geven, plus een enkele rectificatie op het artikel van de heer Hamstra. Doordat mijn ouders, na het vertrek van de heer Vosman in het huis van hem hebben gewoond, was ik zeer nauw betrokken bij deze oude molen, waarvan de bovenbouw jammer genoeg moest verdwijnen. Voordat ik verder ga over de molen, nog even iets over de koetsier Jan Propstra en Jochem; de eerste bleef bij de heer Vosman in dienst toen deze naar Fortuna vertrok. Jochem daaren tegen is al voor de overname, omdat zijn oude moeder intus sen overleden was, mede door toedoen van de heer Vosman, in het Stadsverzorgingshuis in de Haniasteeg opgenomen; daar is hij tot zijn overlijden gebleven. Hij was er zeer tevreden over zijn verblijf. ZEER STERK Hij was in zijn goede dagen zeer sterk, maar aan het nodige overleg ontbrak het hem meestal wel, zodat hij maar weinig kon uitrichten zonder toezicht. Dat hij echter niet kon lezen, moet ik absoluut tegenspreken, want ik heb meermalen op een regen achtige zondagmiddag bij hem in hun kleine kamertje gezeten, waar hij dan zijn oude moeder voorlas, al ging het niet zo vlot. Ook bezat hij een paar jaargan gen van "De Aarde en haar Volken", want Jochem mocht volgens eigen zeggen graag van "viere lannen", lezen. Of hij alles begreep zet ik nu een groot vraagteken achter. Enfin, zulke mensen zijn er nu ook nog wel Zijn familierelatie met de familie Vosman betwijfel ik zeer, omdat maar al te vaak de molen slecht te bekennen was. wind kon vangen, zodat hij genoodzaakt was al spoedig een stoommachine aan te schaffen; zelf heb ik later in de twintiger jaren deze machine nog wel eens bediend. Maar de heer Vosman zon op de mogelijkheid van uitbreiding en die kwam omstreeks 1917. Wat was het geval; de destijds zeer békende en gehaaide notaris Mr. Berghuis had voor Swildens en Kuipers, eigenaren van de meel fabriek "Fortuna" aan de Har: lingertrekweg de opdracht om deze te verkopen en moest daarbij ook nog voor de heer Vlessing omzien naar een ge schikt pand voor een montage en reparatie werkplaats voor apparatuur in groentedrogerijen. Deze laatste waren toen in die oorlogstijd op veel plaatsen in opkomst. VET KLUIFJE Nu wist Vosman dat ook de "Graanmalerij Noordkant", aan de Stienserweg, een pand zocht aan groot vaarwater; een gesprek volgde en notaris zorgde wel dat alles in kannen en kruiken kwam. Een vet kluifje voor hem! Ik meen dat de betreffende clientele toen redelijk tevreden was; maar wat is van deze zaken weinig overgebleven. Vlessing, toen de grootste, moest het eerst het veld ruimen. Zijn woning op de hoek van de Noordersingel, waar nu Slavenburgs Bank is gevestigd, droeg op een dak kajuit de letters B.E.M.; door velen toen vertaald met "ben eindelijk miljonair Fortuna verdween jaren later ook en ten slotte dook de "Noordkant" onder in de "C A F", al bleef dan de naam voor het verkoop pand nog behouden. Een ond Stlenserdyker. deze laatste, toen hij de molen van de familie Sluiter overnam, van een molen in de buurt van Heerenveen kwam. De familie van Jochem daarentegen kwam ten noorden van de stad van daan. Altijd behulpzaam, vriendelijk een zeer beleefd, werd hij door de meeste mensen ook goed bejegend; alleen, de jeugd mis droeg zich wel eens. Veel steun ondervond hij van mevr. Haas- dijk uit de Kleine Bontekoe, zondags was hij daar als tuun- plisie te vinden. Ook betwijfel ik of de lezing met betrekking tot het zwarte paard juist is. Toen de molen is gesloopt (boven de kruistelling dan) was deze reeds verkocht aan de men, welke er mee verlegen was. Vooral maandags na een rust dag, was dit beest totaal onhan delbaar; zo ook die bewuste morgen. Na veel moeite en over leg was het gelukt het onhandel bare dier naast een heel mak ander paard, voor de met zo'n honderd zak meel geladen platte wagen te wurmen. De lading was bestemd "voor Jelsum. Toen de koetsier eenmaal op de bok zat, wilde sinjeur eerst voor- noch achteruit, maar plotseling schoot hij vooruit en met een boog over de tramrails als een bezetene langs de kade naar de Vrouwen- poortsbrug, rukte een daarvoor staande lantaarnpaal om en toen kreeg de koetsier het voorelkaar om het span in de richting van Stiens te sturen. Het verkeer was door, de Stienserweg langs tot voorbij Jelsum, waar eindelijk het zwartje zijn bekomst kreeg maar de koetsier niet. Nu ging de zweep er over tot voor Stiens, waar gekeerd werd, om de lading in Jelsum af te leveren. Toen men eindelijk weer heel huids bij de molen terug was, kon rustig worden uitgespannen. Dit ritje had wel geholpen, maar al spoedig was het weer mis en werd besloten het paard te verkopen, naar ik later hoorde is het tenslotte in een kolenmijn terecht gekomen. Daar had het weinig in te brengen. Nu nog iets over het "ouwe Lam", zoals de heer Vosman het noemde; hij had het voor de koop bezichtigd op een dag, toen een straffe westelijke wind Nog eens twee foto's van de molen Het Lam, die aan de Westersingel gestaan heeft, waar nu het begin van de Molenstraat is. Op de foto hierboven zien we het hele stuk ten westen van de molen nog onbebouwd, op de prachtige foto hieronder ontwaren we ook nog trammetjes bij het voormalige tramstation, rechts van de molen. Coöp. Noordkant; daar heeft wel de toenmalige koetsier Stap iets dergelijks beleefd; ik was daar zelf gedeeltelijk getuige van. Er was daar die zomer een prachtig zwart paard van een boer uit de buurt van Marssum overgeno toen niet wat het nu is, anders was de ramp niet te overzien geweest. De zaak ging op de kletter, wel bleef tot geluk van koetsier en lading het andere paard vrij rustig mee draven en dat ging zo de molen goed liet draaien. (Men moet bedenken, dat er toen, buiten het toen nog vrij jonge "Vosseparkje", in velden en wegen bijna geen huis of boom Vosman vertelde mijn vader, dat hem later gebleken was, dat

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 5