GEZELLIGE VEEMARKTDRUKTE
IN VROEGER DAGEN
't 3^-leine 3^Crantóje leeót iedereen
was bekend.
Om op de vrijdag al vroeg op de
markt te kunnen zijn overnacht
ten de kooplui veel in de eafé's
aan de Lange Marktstraat. Die
stonden daar huis aan huis. Je
had daar de "Duitsche Adelaar"
- later in de oorlogsjaren "De
Adelaar" geheten - de cafés van
de heren Deibei, Schreinhout, de
Klopma's (Pieter en Keimpe),
Siderius en nog andere. Ook
droeg één de naam "Zwijns
hoofd" waar veel varkenskooplui
logeerden.
Op de donderdagavond was het
er hoogst gezellig. Men zat,
onder het drinken van een
borreltje gezellig bijéén.
BELEVENISSEN
Vaak speelde men een spelletje
kaart of vertelde men elkaar
belevenissen, die zich in de
handel hadden voorgedaan. Dat
er ook wel eens een "bak"
verteld wend. die de censuur niet
gepasseerd zou zijn, laat zich
begrijpen. Maar ondertussen
vergeet men het "pappen en nat
houden" niet. Sommigen lieten
de bodem van de romer nogal
eens zien. Werd het in de
gelagkamer al eens wat te ru
moerig dan hoorde men, van
achter de tapkast roepen: "der
moat in bietsje wetter by
Nu de veemarkt verhuisd is naar
de "Friesland Hal" is de markt
straat geheel veranderd. De
gezellige drukte die daar op
donderdag en vrijdag heerste, is
verdwenen. Dc talrijke eafé's van
voorheen zijn nu kantoren en
toonzalen. Waar eens de markt
was. is nu één groot parkeerter
rein. Dc auto's hebben de
Op donderdag, in de namiddag,
was in vroeger jaren de komende
Vrijdagse marktdrukte in de
stad al enigszins merkbaar.
Loslopend jongvee - hokkelingen
- en kudden schapen werden dan
vanuit "De Wouden" onder
hoede van veedrijvers door de
stad naar de veemarkt gedreven.
Ook koeien, bij drieën aan de
wel ongevraagd de helpende
hand. En deze hulp werd wel
gewaardeerd: "Slaan der mar op,
it is jim mem net riepen die
kerels dan. Hier en daar lieten
de beesten hun visitekaartje
achter: wat de stadshygiëne niet
ten goede kwam. De sproeiwa
gen van de "Gemeente Reini
ging" kwam dan opdagen en
De Lapkekoopman Le Grand: een man vol humor.
hoorns vastgebonden en begeleid
door boeren marcheerden op
naar de markt.
Hun verhuizing van uit de
ruime weiden naar de enge stad,
stond de dieren waarschijnlijk
niet al te best aan afgaande op
hun geloei en gebleer. Was dit
een wanklank of niet. het
verstoorde in ieder geval de stilte
in de rustige stad. Ook stribbel
den dc dieren nogal wat tegen,
zodat er vaak stokslagen nodig
waren.
Wij als jongens, ook van stokken
voorzien, boden de drijvers dan
koeien, stieren, paarden en
schhpen verdreven. Men hoort
daar niet meer het geloei,
gehinnik of gebleer van beesten,
nu slechts eentonig auto-getoe-
ter.. "De attractie voor veel
Leeuwarders eens een kijkje te
kunnen nemen, op de veemarkt,
haast midden in de stad, is
voorbij.
Dc marktdrukte die de stadsers
en mensen van buiten het meest
trok was wel die op de brede
spoelde de straten weer schoon.
De jeugd, zich sprenkelend met
water, er joelend achteraan.
Veroorzaakten de schapen en
runderen in 't centrum van de
stad een ongewone drukte, bij de
veemarkt in de "Langemarkt-
straat" waren het de veekooplui,
die wat leven in de brouwerij
brachten. Per trein waren Hol
landers en ook buitenlanders,
waaronder Fransen en Italianen
al op donderdag in de stad
gearriveerd. Het Friese fokvee
had een goede naam en Leeuw
arden, als marktplaats daarvoor.
zijde van de Nieuwestad. Maar
ook dc Kelders lokte menigeen.
Het luisteren naar "de Lapke
koopman". "Le Grand" deed
veel marktbezoeken ook goed.
Deze koopman zat vol humor,
verloochende zijn "Jood zijn"
niet. Nog hoor ik hem terwijl hij
zijn artikel aanbeval roepen;
"warme gebrëiden mannen- en
vrouwenonderbroeken, waarin je
(Vervolg op pagina 10)