Graag willen wij de herinnering aan deze grote fabrieksbrand nog eens ophalen door voor onze lezers het spannen de relaas af te drukken, dat er toen van in de krant heeft gestaan. 'i 3£(eine 3£ranfd/e leeM iedereen DE ENORME BRANI IN DE O ONZE GOEDE STAD IS NIET ALLEEN IN VORIGE EEUWEN, MAAR OOK IN DE LAATSTE DECENNIA GETEISTERD DOOR EEN AANTAL SPECTACULAIRE BRANDEN, DIE EEN DIEPE INDRUK MAAKTEN OP DE MENSEN, DIE ER GETUIGEN VAN WAREN. DE LAATSTE GROTE BRAND WAS DIE IN DE OUDE AMBACHTSSCHOOL AAN DE MENNO VAN COEHOORN- STRAAT, WAARBIJ HET GEBOUW DUSDANIG WERD VERNIELD, DAT HET MOEST WORDEN GESLOOPT. ANDERE GERUCHTMAKENDE BRANDEN, DIE ONS NOG VERS IN HET GEHEUGEN LIGGEN, WAREN DIE IN DE GRAANPAKHUIZEN AAN DE HOEKSTERSIN- GEL, BU VROOM EN DREESMANN, OP DE EEBUURT EN IN DE KLEINE KERKSTRAAT; BD DE BEIDE LAATSTE RAMPEN WAREN ZELFS MENSENLEVENS T^E BETREUREN. OUDEREN ONDER ONS ZULLEN ZEKER NOG HERINNERIN GEN HEBBEN AAN DE BRANDEN IN DE LEEUWARDER PAPIERWARENFABRIEK EN IN DE STROCARTONFABRIEK EN, NIET TE VERGETEN NATUURLIJK AAN DE GROTE BRAND BIJ DE OLIESLAGERIJ VAN HOMMEMA EN ESKES AAN HET NOORDVLIET. IN EEN JUNINACHT IN 1924 WERD DEZE BEKENDE FABRIEK DOOR EEN ENORME BRAND IN DE TIJD VAN ENKELE UREN MET BULDEREND GEWELD VERWOEST. HET BETEKENDE METEEN HET EINDE VAN DEZE ONDERNEMING BIJ DE CELEBESSTRAAT: OP DE PLAATS VAN DE PUINHOPEN KON NU DE RIJWEG VAN HET NOORDVLIET WORDEN VERGROOT TOT DE BREED TE, DIE ZE NU NOG HEEFT. Een hevige brand heeft vannacht in enkele uren het geheele voorgedeelte van de N.V. "Frie- sche Olieslagerij", v.b. firma Homrhema en Eskes aan het Noordvliet vernield. Dit voorge deelte bevatte de pakhuisruim- tèn, 't kantoorgebouw en labora torium. De fabriek, die vroeger lange jaren in 't bezit is geweest van den heer J.G. v.d. Meij, is gelegen aan het vaarwater, vlak naast de tweede trapjesbrug. Juist waren deze week drie groote schepen met tezamen 150 last lijnzaad gelost. De zaadzol der, die gelegen is boven de pakhuisruimte, die zich met 't kantoorgebouw aan den straat kant bevindt, was zoodoende haast tot den nok toe gevuld. Op de fabriek, die in vol bedrijf was, werd 's nachts doorgewerkt. Gisteravond bestond de nacht ploeg uit vijf man, waaronder de machinist. Ongeveër kwart voor elf liep een der arbeiders, die in de perserij werkzaam was, naar de aangren zende pakhuisruimte, waarbo ven, zooals gezegd, de zaadzol ders liggen. Tot zijn groote VAN HOM ontsteltenis zag hij, dat op den zolder brand was uitgebroken. Groote stukken vuur vielen naar beneden. De arbeider waar schuwde in allerijl zijn mede-ar beiders, waarvan er één onmid dellijk naar het kantoorgebouw snelde, om de telefoonjuffrouw te waarschuwen. Gezien de groote hoeveelheid der brandbare-waar (in de pak huizen zaten tienduizenden ki lo's lijnkoeken, benevens een zolder vol zoogenaamde schil fers) liet de toestand zich hoogst ernstig aanzien. De omwonen den werden dus gewaarschuwd, en om 11 uur was ieder op de hoogte. Op dat oogenblik was er van buitenaf aan de fabriek nog niets te zien dan 'n geweldige, zwarte rook, die uit de zolders opsteeg. Plotseling sloeg, bulde rend, uit de donkere rookmassa een hooge, roode,vlam, die den geheelen omtrek in een lichten gloed zette. Oogenblikkelijk daarop stegen kleinere vlammen omhoog. In enkele minuten was de geheele pakhuisruimte één geweldige vuurzee. EEN GEWELDIGE VUURZEE De wind was gelukking gunstig, zoo gunstig als hij maar zijn kon. Hij was n.l. bijna vlak Noord, zoodat de vlammen over het water sloegen. Een schip, dat pas gelost was en nog voor de fabriek lag werd bijtijds ver haald. Zeer angstige oogenblik- ken beleefden de bewoners der woonschepen, die recht tegeno ver de fabriek lagen. De logge schuiten lieten zich niet gemak kelijk verhalen. Bovendien waren de menschen erg zenuwachtig, wat te begrij pen is. De laatste schuiten, die in een dichten vonkenregen weg voeren, werden bijna door de over het water slaande vlammen geraakt. Het op die plaats vrij breede water weerspiegelde de vuurzee, zoodat 't in de verte leek, alsof de schepen midden door 't vuur heen gingen. Wanneer de angst den men schen niet alle oog voor 't schoone had benomen, zouden zij zeker getroffen zijn door 't prachtige gezicht, dat de brand op dat oogenblik opleverde. Maar aan "schoone gezichten" dacht op dat oogenblik nie mand. Wie niet bezig was het huisraad e.d., waaraan de meeste waarde werd gehecht, op 't achter de huizen gelegen wei land en de verder afgelegen boerderijen in veiligheid te bren gen, had maar één gedachte: dat toch gauw de brandweer kwam. De handspuit van Schilkampen kwam spoedig, doch het dunne straaltje kon zoo goed als niets uitwerken. Terwijl de vlammen huizenhoog de lucht in sloegen, viel de brandende elevator, een groot stuk van den gevel meesle pende, onder groot geraas vooro ver in het Vliet. Rondom 't sissende ijzerwerk, dat zich De olieslagerij van Hommema en Eskes, gefotografeerd op de dag na rampzalige brand. Op de foto hieronder de grandioze brandspuit anno 19241 kromde alsof 't een levend iets was, speelden vlammen. Het was, in één woord, ontzettend om te zien. En wat zou er straks nog gebeuren, als de brandmuren, die de pakhuisruimte scheidden van de plaats waar de olietanks staan, die een 10.000 kilo olie bevatten, 't eens niet hielden STIJGENDE ANGST Met stijgenden angst werd uitge zien naar de brandweer. Tien minuten voor half twaalf kwam gelukkig de tractor de eerste motorspuit brengen. Geen twintig minuten later was al het materiaal ter plaatse. Dat was dus vrij spoedig. Maar voor hen, die er in grooten angst hadden op staan wachten, had 't al weer lang genoeg geduurd. Twee motorspuiten, die gezamenlijk over 4 slangen beschikten, vielen het vuur van de zijde der zgn. Indische buurt aan, terwijl één motorspuit de vlammen aan den anderen kant bestreed. Twee spuitgasten klommen op 't dak van de tegenover de trapjes- brug gelegen houten loods en spoten zoo in de vlammen. Het vuur bleek goed te worden aangepakt. De drie motorspui ten, handig bediend, wierpen 2000 liter water per minuut in 't vuur. Het bleek noodig, de deur van hetkantoorgebouw te forceeren, maar dat ging niet zoo gemak kelijk, want er zat een stevig slot op. Een der soldaten van de mil. politie trad nader, trok zijn sabel en trachtte het paneel stuk te slaan, wat hem gedeeltelijk gelukte; met een zwaren bijl werd tenslotte de heele deur uit het slot geslagen en toen kon men de waterstralen op de

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 6