HBI »'»Wl:£^Sfiiill l||§|ï 't 3<-leine 3^-rantóje leeet iedereen ggMK herschapen in een modderpoel, waar men planken door had gelegd, om het den brandweer lieden bij hun operaties gemak kelijk te maken. Achter het gebouwencomplex staan een zestal arbeiderswonin gen; in allerijl hebben de bewoners, beducht voor het vuur, dat steeds nog zich ging uitbreiden, hun have naar buiten gesleept, zoodat het grasveld aldaar een aanblik bood van opeen gestapelde meubels, bed- degöed, lijfgoederen in zonder linge contrasten. :N JUNI 1924 ESLAGERU 5MA EN ESKES chtergrond de nu verdwenen Poppebuurt en een kijkje binnen in de Verder op de foto rechtsboven de fabriek, zoals die as. vlammen richten. Op de binnenplaats der fabriek was het één waterpoel. Intus- schen woedde 't vuur in 't middengedeelte der fabriek met een ontstellende hevigheid. De oude balken, in de loop der tijden met olie doortrokken, brandden als fakkels. Eerst ontwikkelden zich groote rook wolken, waarna dan met een rossen gloed de vlammen door braken en den ganschen omtrek verlichtten. ZEE VAN VLAMMEN Welk een aanblik leverde zoo tegen twaalven het gansche ter rein: een brandende zee van vlammen en vonken; wolken van brandende stukje hout, spranke lend van fel licht, vlogen door de lucht en verdoofden boven de hoofden van massa's nieuwsgie rigen tot asch. De geheele Noordelijke en Oostelijke hemel vertoonde een vuurrooden gloed, waartegen in het duister van den nacht de huizen en boomen spookachtig afstaken: een rfiooi, doch onheilspellend schouwspel. Aan beide kanten stonden de menschen opgehoopt. Nu en dan, als 'n nieuwe olie- of koek- voorraad in vlammen opging en de heele omtrek vuurrood werd verlicht, werd het zichtbaar, welk een massa belangstellenden met spanning den strijd tus- schen water en vuur volgden. Achter de brandweer aan gingen we het achterste gedeelte van de fabriek binnen, het gedeelte vlak bij den schoorsteen. De machi nes, die hier stonden, waren in 't geheel niet door den vlam beschadigd, alles evenwel droop van het water. De grond was KORTSLUITING Door de neerstortende balken werden de electrische geleidin gen verbroken, er ontstond kort sluiting, waardoor de lantaarns in de buurt uitgingen en de omgeving in 't duister werd gezet. Onmiddellijk werd de electrische kabel opgegraven, doorgesneden en geïsoleerd, zoo dat de verlichting weer normaal was. Voortdurend werden de olie tanks bespoten, die, waren ze in brand gevlogen, een niet te overzien onheil zouden hebben gesticht. Tegen éénen vermin derde 't vuur. Zelfs leek 't een oogenblik, dat men den brand geheel meester was, doch 't was slechts schijn. Kort daarna laaiden de vlammen weer fel op. Een half uur later echter, ongeveer halftwee, waren de brandweerlieden 't vuur meester. Dat is te zeggen, ze hadden 't zoover gebracht, dat met eenige zekerheid gezegd kon worden dat 't vuur niet verder zou gaan dan de pakhuisruimte. Daar binnen brandden intusschen nog lustig de hoog opgestapelde lijnkoeken. Scherp teekenden de afgebrokkelde muren zich af tegen den rossen gloed. Als de wind zoo bleef, zou alles goed afloopen. De zware brandmuren der achter de pakhuisruimte gelegen tanks hielden zich uit stekend. Nu 't gevaar voor 't oogenblik geweken was, kwam bij velen een gevoel van erkentelijkheid voor de brandweer op. Een paar vrouwen uit de zgn. Indische buurten zetten vlug thee en lieten hun kinderen met een groot blad vol kopjes, gevuld met dezen opwekkenden drank, rondgaan, welke attentie door de manschappen natuurlijk zeer op prijs werd gesteld. ALLES VERWOEST Den geheelen nacht door hebben de spuiten gewerkt. Toen wij vanmorgen op het terrein voor den brand een kijkje namen, brandden in de totaal verwoeste pakhuisruimte tusschen een cha os van geblakerd hout en onherkenbare ijzerdeelen, waar- tusschen door 't water, kleine riviertje vormend zich 'n weg naar buiten baande, nog altijd de lijnkoeken die daar in verschillende vakken tot een aanzienlijke hoogte lagen opge stapeld. 't Geheele voorgedeelte der fabriek, te weten de pakhuizen met zaadzolders, 't kantoor en 't laboratorium is verwoest, bene vens de ruimte waar de dynamo stond, die de fabriek van electri- citeit voorzag. Het eigenlijke fabrieksgedeelte met de daarin staande machinerieën is geheel gespaard gebleven, alsook de oliekamer. Een tank, die 't dichtst bij de pakhuisruimte staat, was door de geweldige hitte eenigszins geblakerd. De Friesche olieslagerij, v.h. Hommema-Eskes en Co. is verzekerd bij de Maatschappij "de Nijverheid", zoowel voor wat betreft de gebouwen als den voorraad. Bovendien is de fa briek nog herverzekerd in Enge land. Dit is nu al de derde groote fabrieksbrand in korten tijd (De Rami, Landstra en Deibei, Friesche Olieslagerij), waarbij deze assurantie-maatschappij betrokken is. Den deelhebbers in deze onderlinge verzekering, die vooral door den brand bij de firma Landstra en Deibei reeds een grooten omslag moesten betalen, zal deze nieuwe brand wel heel ongelegen komen. Hoe groot het bedrag der schade is, is natuurlijk moeilijk te peggen. Men schat het op 1 Vi ton. BUITEN DE ROOILIJN Op de fabriek waren pl.rn. 25 man werkzaam. Wat er met hen zal gebeuren weet men nog niet. De fabriek kan, nu er geen bergruimte voor de grondstoffen meer is, niet doorwerken, zei ons een der meestersknechten. Ver moedelijk wordt een deel der arbeiders naar de zusterfabriek in Lekkum overgeplaatst. Het voorgedeelte der fabriek, wordt het herbouwd, wat waar schijnlijk wel het geval zal zijn, zal bepaaldniet op dezelfde Vervolg pag pagina 9

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 7