DE VROUW IN DE TOBBE 1875 mrmm Vreemde ontmoeting voor de hoornblazer f 3^.leine 3^-rantóje leeót iedereen DE De weduwe Pietringa. wonend Achter de Witte Hand, geeft kennis, dat haar zoon Rekus, oud elf jaren, hedenmorgen om 6 ure hare woning heeft verlaten, gekleed in een blaauw boezeroen, onderbroek met een lap voor de knie en bloote voeten; en dat hij tot heden nog niet is teruggekeerd. Jan Molijn. wonende op het Schoenmakersperk, stadsreini ger, klaagt, dat zijn boom is stukgevaren door het schip van de Wed. Baarda. thans liggende in de Prins Hendrikgracht. De schipper Stienstra. liggend aan de Grachtswal. klaagt, dat door de Drachtster stoomboot moedwillig een haak is stukgevaren van 0.80. De kapitein wil niet betalen. (De kapitein heeft f 0.80 betaald. Oosterwijk zal het geld aan Stienstra geven). Sedert gisterenavond 7 uur vermist Rika de Kant, oud 26 jaren, wonende in de Boterhoek, gekleed in groen geruit jak. draagt een zilveren oorijzer, kenbaar aan een verkankerde neus. Aan de wacht gebracht Johannes van Lingen, arbeider, wonende in de Bontepapesteeg. die gezamenlijk woont met Geertruida Vogt, met wie hij in ondertrouw staat en nu beschonken zijnde, twist met zijne meid had. waarom zij hem niet in huis wilde houden. Johannes van Lingen, wonende bij van der Velde in de Wissesstraat klaagt, dat Geertruida Vogt uit wier huis hij gisteren verwijderd is, nog eenige goederen van hem heeft, die zij weigert terug te geven. Deze goederen bestaan uit eenige onderkleding. gereedschappen en lombardcedels. Leentje Turksma, huisvrouw van Juda de Metz. wonende in de Breedstraat. geeft kennis, dat. tem'ijl zij afwezig en haar huis gesloten was. haar Sabbathmeisje Ybeltje Gerritsen, wonende in de Sacrementstraat. de voordeur opengestoten en vanuit een kist in haren winkel twee China's appelen weggenomen heeft, welke zij ten huize van A. Drtlsma tegenover haar het meisje uit den zak heeft gehaald. Door policiedienaar Van der Perk gerapporteerd, dat Daniel Rollé door vallen in de St. Jacobsstraat zijn been heeft gebroken. Hij kwam in enigszins beschonken toestand uit de herberg. Dr. Metz ter hulpe ingeroepen, heeft geweigerd die te verleenen. Juutje Jansen, huisvrouw van Wopke Sipkema. wonende in het Wirdumer Achterom klaagt, dat zij naast Antoon Biegel wonende, gisterenavond, ontdat zij zieken in huis heeft, verzocht dat het gezelschap, dat hij in huis had, zich niet te luidruchtig gedroeg. Een van het gezelschap hierover waarschijnlijk verstoord, nl. Pieter Onbelet. wonende in de Blokhuissteeg. heeft zoodanig bij haar tegen de deur getrapt, dat die geheel stuk is: ook is door een van het gezelschap de luiken voor de ramen weggenomen. Door den vader van het Armhuis is namens den President opsporing verzocht van Jildert Visser, oud 18 jaren, die het Gesticht stil had verlaten. Hem laten opsporen en weder terug doen brengen. Sedert gisterenavond 6 ure vermist Auke Omans. oud II jaren, wonende op de Eewal. (Is terecht gekomen). Door de policiedienaar Rijnhout aan het Bureau gebracht een jus. pet en harmonica, die hij gevonden heeft op het Pieterseliewaltje en waarschijnlijk toebehoort aan Siert Weijer. aangezien deze een oogenblik tevoren op de straat speelde, door Rijnhout was verboden, doch toen hij dit niet wilde laten, werd achtervolgd, waarop hij, met nog anderen, de vlucht nam. Door Van den Ende en Steerenburg bevonden, dat de poliesiedienaar Puist tusschen -5 en 6 uur post 6 hebbende, de ronde voor het grootste gedeelte heeft verzuimd, voorgevende zijn behoefte te hebben verrigt. Er heeft bij Heijer in de stad Dockum eene vechtpartij plaats gehad, die echter door Rienstra gestild is. IH Vrijdagm iddag. De zeumer was in volle glorie over et Friese land komen. Strenge winters geve vaak mooie zeumers. De dorpkes. de gehuchten, de boerderijen, de arbeidershuus- kes, de weilanden, alles lag te blakeren en te koesteren inne zon. En elke dag weeran, zon en nog es zon. Iedere dag ston de zon an een wolkenloze, blauwe hemel. En dat feest duurde nou al een paar weken. Overdag zochten de meessen die buten werke musten wat verkoeling inne skaduw en 's avens zatten ze buten voor hun huzen. Ze praatten dan zachjes. Ze waren as et ware bang om de stilte, die overal inne natuur hong, te verstoren. Overal was et dan oek stil. Overdag was et anders. Oppet land waren Mees en Dier druk inne weer met hooien. Boven hun hoofden en om hun hene butelden de kieviten en de grutto's inne lucht. De leeuweriken klommen zo hoog as ze komme konnen. En langs de slootkanten ston hier en daar een ooievaar of een reiger roerloos innet water te turen. Wee de kikked die dat niet op tied inne gaten had. Plotseling skoot de skerpe snavel van de ooievaar of de reiger innet water en fut was de kikked. Op dizze zeumerse dag lag de weg tussen Bergumerheide en Bergum te zinderen inne zon. Et was om zo te zeggen, einepieke weer. En einepieke weer is et mooiste weer vanne wereld. Dat von Bouke de Hoornblazer oek. Of et nou kwam deur et mooie weer, dat wist Bouke niet zo precies, maar hij had dizze dag aardig wat centen bij mekaar blazen. Vergenoegd liep ie dizze middag inne richting van Bergum. In Bergum was ie van plan oppe tram naar Leeuwarden te stap pen en dan gauw naar de Ouwegleien. naar huus. Hij had van de vrouw van de slager in Veenwouden een mooi stuk wust kregen voor zien blazen en dat stuk wust gong ie nou es fijn, hier anne kant vanne weg, onder een ouwe verdwaalde knotwilg, opeten. Hij lei de hoorn innet gras en gong zitten. Toen ie de wust ophad gong ie languut innet gras leggen en trok zien ouwe hoed over zien ogen. Vanaf dat ogenblik liet Bouke de wereld de wereld en sliep in. Toen ie een paar uur zo leit had wudde ie wakker. Hij ston op, rekte zich uut onder et uutstoten van een gjalp, pakte zien hoorn en zien ouwe hoed uut et gras en gong op weg naar Bergum. Rechts vanne weg lag een streekje arbeidershuuskes. Dat zu de laatste plaats weze waar Bouke voor vandaag zien kon- sert geve zu. Bouke ston voor de huuskes te blazen en toen et aflopen was gong ie achterom om de centen op te halen. Bij et eerste huuske stapte ie oppe achterdeur toe en deed de deur open. Hij keek naar binnen en wu roepe: "Centje voor de muzikant." Maar zover kwam ie niet. Voor Bouke zien stomverbaase ogen ston een vrouw inne tobbe. Poedelnaakt Et was vrijdag middag en et goeie mees ston zich te wassen, er zo gauw niet an denkende de deur oppe knip te doen. Daar stonnen ze alle twee; Bouke met de hoorn inne hannen en de vrouw zoas Eva was voor de zondeval. De vrouw kwam et eerste bij haar positieven. Ze pakte een handoek en hield die voor heur lichem, toen gaf ze een skreeuw en riep teugen Bouke: "Smerige kerel. Der uut, der uut Dat Bouke niet direkt bij stik en stuut was laat zich we! indenke. Hij trok de deur weer dicht, toen pakte ie zien rooie buusdoek en veegde zich er zwit van et voorhoofd. "Here, here", zei ie toen ie de weg weer opstapte, here, here. Hij zag er maar van af om bij de andere huuskes an te gaan. Hij stapte regelrecht deur. naar de halte vanne tram. Toen Bouke savens innet kroegje van van der Woude achter een slukje zat, zei ie tot zien komuten: ik hew vandaag wat metmaakt. Mutte jimme hore Bart van der Weerdt.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 9