)NG ;e figuur f 3^/eiVie 5^.rantóje (eeot iedereen HTER DE HOVEN: EEN WDK APART JAN NIEUWENHUIS. bijzonders. Op een boerderij horen koeien, maar die waren er in die tijd niet of niet meer. Wel waren er grote vierkante pakken hooi en verder was het een opslagplaats van één en ander. JAN DE JONG Ik meen, dat de boerderij zo'n 55 jaar geleden eigendom was van de heer de Jong, eigenaar van het beddenmagazijn de Jong vooraan in de Schrans. Deze kwam tenminste zo nu en dan op zijn fiets, heel rustig rijdend langs Achter de Hoven om naar de boerdrij te gaan. Het was een eerbiedwaardige figuur met een volle, zwarte baard, altijd in 't zwart gekleed met een zwarte, ronde hoed op. Zijn broer, de latere expediteur de Jong, woon de toen met zijn gezin op de boerderij in het woongedeelte. Vader, moeder, twee dochters en de zoons Hendrik, Thomas en Jan. Ook deze de Jong was een schilderachtige figuur, ook met een mooie dichte baard. Verder een krachtfiguur en een harde werker. Toen hij later zijn eigen expeditiebedrijf had heb ik hem wel eens met kisten op zijn rug zien lopen die ik met twee handen nog niet van de grond kon krijgen Oersterk. Het waren bijzonder rustige en sympathieke mensen, die op zaterdag niet werkten omdat ze Sabatist waren. Moeder de Jong was een klein, lief vrouwtje, zo klein, dat ze gemakkelijk achter de rug van haar man schuilging, maar dat was dan ook wel een erg brede rug het overigens zo rustige Achter de Hoven reed. Als je dan tegenwoordig langs de weg ziet op welke motoren er wordt gereden dan is er wel iets veranderd in ruim 50 jaren Oppenhuizen had twee zoons, Koert en Loetje. Zij zijn beslist niet kippenslachter geworden Ze woonden destijds op de hoek van de Vegenlinstraat en de 2e Vegelindwarsstraat. GROOT PAKHUIS. Er reed in die tijd ook regelma tig een paardewagen met pak ken hooi langs Achter de Hoven naar de boerderij. De koetsier was een kleine man met een kort, rossig baardje, petje op. Als wij soms eens een eindje wilden meerijden en probeerden achter op de wagen te klimmen dan deed hij net alsof hij ons met de zweep wou raken, maar dat is voorzover ik mij herinner nooit gelukt. Het zal de man zijn bedoeling ook niet zijn geweest. Men zei, dat dit ook één van de gebroeders de Jong was, maar dat weet ik niet zeker. er wel heel wat zijn geweest. Een tijdje heeft hij nog medewerking gehad van een broer van hem, Hendrik. Dit was een echte vrijbuiter, hij was trouwens vrij gezel en dus kon het wat lijden. Hendrik had al heel vroeg een motorfiets, zo'n lekkere ouder wetse met een vierkante benzine tank en een groot stuur met toeter. Ik geloof, dat het merk van dat ding Metzier was. Wij jongens vonden het machtig als hij met knetterende motor langs Aan het eind van de inrit tegen over de 2e Vegelindwarsstraat was de ingang van de tuin van Jan Nieuwenhuis en ook aan deze man bewaar ik goede jeugdherinneringen. Nieuwen huis was een forse, zwaarge bouwde man die getrouwd was met een bijzonder mager en dus tenger vrouwtje. Ze woonden schuin tegenover de boerderij en tegenover de groentewinkel van Schaaf. De ouders van Jan Nieuwenhuis woonden iets meer terug ongeveer schuin tegenover de 3e Vegelindwarsstraat. Daar gingen Jan en Pietsje nogal eens op bezoek. Jan voorop met grote passen, handen in de zakken, Pietsje een paar passen daar achter, altijd in het zwart (Vervolg op pagina 9). Toen de Jong zijn expeditie- en verhuisbedrijf begon verhuisde hij naar de inrit tegenover de 2e Vegelindswarsstraat. Daar had hij naast zijn woonhuis een groot pakhuis voor zijn grote verhuis- wagen(s). Met zijn beide zoons Thomas en Jan heeft hij er een bloeiend bedrijf opgebouwd dat waarschijnlijk nog wel zal be staan. Drie- en dertig jaar geleden heeft hij ons met onze spullen naar het centrum des lands gebracht Aan dit pakhuis van expediteur de Jong heb ik overigens ook verder nog herinneringen. Aan de achterkant daarvan was nog een aparte ruimte met een aparte ingang. Daar had de heer Oppenhuizen een tijdlang een kippenslachterij en hier mocht ik nog wel eens bij kijken. Kisten vol met kakelende kippen stonden dan opgeslagen. Die werden daar geslacht en pan klaar gemaakt. Oppenhuizen was daar bijzonder handig in. Van enige wreedheid was geen sprake. Met een handige greep pakte hij zo'n beest en met één welgerichte klap wist hij de kip buiten gevecht te stellen. Dan een sneedje om het bloed te laten weglopen en binnen zeer korte tijd lag het dier geplukt en dus bloot op het rek. Ik heb nooit geteld hoeveel hij er in een uur afwerkte, maar het moeten V De boerderij van Schonstra-de Jong staat er nu nog steeds, links het oude parkherstellingsoord, rechtsbo ven Mariënburg.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 7