FIETSERS MOESTEN VOORTAAN
HUN HAND UITSTEKEN
5
Wat vonden we dat vreemd
Door
G. T. v. Kampen
t ~^teine (ccc>t iedereen
toen kwamen er politie's op straat om het verkeer te regelen
Dit is het achtste en laatste deel
van een vervolgverhaal van onze
abonnee, de heer G.T. van
Kampen, over het oude Leeuw
arden van zhi jeugd, zo'n vijftig,
zestig jaar geleden. Lezers van t
Kleine Krantsje, die naar aanlei
ding van deze artikelen met de
schrijver contact willen zoeken
kunnen dat doen via onze krant
of door zich rechtstreeks te
wenden tot de heer van Kampen,
Hooidollen 348 te Leeuwarden,
telefoon 62245.
Het verkeer werd in de loop der
jaren steeds drukker en de
Voorstreek was maar smal. Veel
goederen stonden vooral vrijdags
nog langs de wal, voor ons lag de
motorboot van Gebr. Ferwerda
van Stiens en dan even verder
Kindermans van Oenkerk. Vrij
dags was een gezellige dag, 's
morgens vroeg haalde ik bij de
karverhuurder Hettema in het
Nieuwstraatje een kar en dan
met de loopjongen de pakken bij
diverse vervoerders brengen, o.a.
op de Voorstreek, de Jager van
Wijns bij de gasfabriek Feenstra
van Huisternoord - Eebuurt:
Iedema van Wanswerd, Weaze
de boot van Witmarsum, bij de
Waag het oude trekschip van
Kingma van Birdaard - v.d. Wal
van Hylaard. In de grachten om
de stad "de Kluinkof' bij het
Vliet verder de Johan van der
Kornput van Steenwijk, de boten
van Rottevalle op de Grachtswal
en Boekema van Wartena, Bok
van Tijnje op Emmakade.
Willemskade vol met Stanfries-
boten en verder Echtenerburg -
Sloten en Balk één en al
beweging en vertier.
Langs de Willemskade het uit
en inladen van vee.
12 uur vertrok alles en waren de
bruggen steeds open voor de
druk bellende stoom- en motor
boten.
Lange rijen wachtenden, totdat
eindelijk de brug was vastge
draaid en de kettingen die er
toen nog waren, werden losge
haakt, waar dan blaffende hon
den achteraan renden.
ONVERBIDDELIJK.
Maar, oh wee, als men die
kettingen te vroeg losgooide, dan
was de brugwachter onverbidde
lijk en werden de haastigen
beslist terug gestuurd.
's Middags met de kar naar de
Vrouwenpoort, voor de tegen
woordige "Plantage" was een
pleintje (de wegen waren maar
smal) waar heel wat wagens
konden staan, de paarden wer
den gestald in de Torenstraat,
ook waren er nog enkele
hondekarren.
Wat was daar een drukte, als
vliegen op de stroop, zo kwamen
ze om de kar, van Kampen is er
ook wat voor mij bij, was dan
vaak de roep. Vele bekende
namen schieten je dan weer te
binnen. Joostema en van Wijn
gaarden van Minnertsga.
Bruinsma - Vrouwbuurt, Daan
en Bonnema van Marssum,
Wesseling van St. Jacob, Runia
en Boomsma van Berlikum, Bij
de Ley van Stiens, Wijnia van
Dronrijp, Gercama van Warga
en ga zo maar door. Dan direct
weer terug naar de zaak en
inladen voor de Hoeksterpoort,
onder zware bomen stonden de
wagens daar langs de gracht,
waar nu de Arendsbrug is, ook
daar nog enkele namen: v.d.
Heide van Oenkerk, v.d. Kooi
van Oudkerk, Visser van Harde-
garijp, Klompstra van Bergum,
v.d. Meulen van Buitenpost en
nog veel meer.
De eerste vrachtauto's versche
nen, fa. Vlessing groentendroge-
rij en de auto's van "Fortuna"
met hun ijzeren wielbanden en
ook al gauw van de papierwa-
renfabriek Landstra Deibel.
Het werd te druk in de binnen
stad, de eerste verkeersagenten
verschenen op houten bordesjes
stonden ze met hun armen te
zwaaien, o.a. bij de Wortelhaven,
kruispunt Wirdumerdijk - St.
Jacobstraat en over de Wirdu-
merpoortsburg bij de Klanderij.
Fietsers moesten bij richting ver-
andeiing hand uit steken, wat
vonden we dat toen vreemd.
TOPDAG.
Zo was de vrijdag steeds een top
dag. Overigens viel het nog wel
mee, busverkeer was er practisch
nog niet. De tramwegen door
kruisten Friesland nog in alle
richtingen.
Nog een herinnering aan de
Voorstreek: soms kwam er een
man langs met een bel en luid
roepend kondigde hij aan: "Op
de Tuinen ligt de boot met
schol."
's Zaterdagsavonds, druk in de
stad, alle winkels open, muziek
op de Lange Pijp, trok veel
publiek, zwaluwen gierden dan
over die gezellige drukte, voor de
sociëteit mocht niemand staan,
tussen de muzieknummers, dan
mocht je er langs lopen. Dan is
er een tijd geweest dat het mili
taire muziekcorps woensdagsa
vonds speelde op het Wagen
plein, waar nu de Mercuriusfon-
tein staat. Ook dat trok veel
belangstelling. Dit muziekcorps
trok ook vaak woensdagsmor
gens door de stad en speelde dan
bekende marsen.
De dagen tegen St. Nicolaas,
waren daar erg gezellig, vooral
omgeving van Sacramentstraat,
Breedstraat, Bij de Put en
Slotmakersstraat. Overal werd
met luid bellen aangekondigd:"
Sjoelen, sjoelen". Er werd druk
gebruik van gemaakt en menig
taart en eendvogel werd mee
naar huis genomen.
In 1919 beleefden we de Spaanse
Griep-epidemie, die veel slacht
offers maakte. De begrafenison
dernemers konden hun werk
niet af. Dagelijks trokken die
rouwstoeten, toen allemaal nog
met paard en wagen door de
straten. Voorop de lange figuur
van de heer van Dijk, de heer
Feddes en ook de heer P. Biesma
Sr. met zijn puntige steek. Ik
meen nu aan het einde van mijn
relaas te zijn gekomen, maar
telkens duiken weer nieuwe
herinneringen op. Als we zo door
de stad gingen naar het station
langs de Stationsweg waar toen
nog grote bomen stonden, dan
zat daar tegen één van die
bomen een oud vrouwtje met
lucifers, die ze aan voorbijgan
gers te koop aanbood.
HET KLOKJE.
De markt, die nu op het
Wilhelminaplein is, was vroeger
langs de Nieuwestad en op de
Lange pijp. Op het Waagplein
verkoop van bloemen en zaden,
daar stond ook scharenslijper
Jansen. Het bekende klokje, bij
de Waag een telefoonpaal, in de
Waag een tijd lang sproeibaden,
waar ook druk gebruik van werd
gemaakt.
Verder nog het bekende groene
hokje, met een waarschuwing op
een emaille bordje: Verzoeke
voor het verlaten van deze
plaats, de kleding in orde te
brengen 1 Leeuwarders zijn nette
mensen.
Tot slot nog één verhaal: 't Was
winter, de grachten vroren dicht,
De grachten lagen vol schepen;-de Stdnfriesboten waren de bekendste van allemaal.
(vervolg op pagina 12)