Crcw'óje leeót iedereen STICHTING SNAK VOOR BEHOUD VAfl LIEFHEBBERS VAN DE SCHOONHEID UIT VROEGER TIJDEN ZULLEN HET AMPER GELOVEN, MAAR TOCH MOETEN ER HONDERDEN LEEUWARDERS ZIJN, DIE NOG NOOIT EEN VOET OP SNAKKERBUREN HEBBEN GEZET, DE ROMANTISCHE EN SCHILDERACHTIGE BUURTSCHAP AAN DE DOKKUMER EE, DIE DOOR DE SNEL OPRUKKENDE BUITENWIJKEN VAN DE STAD DREIGT TE WORDEN OPGESLOKT. HET OUDE DORPSSCHOON EN HET KARAKTER VAN DEZE BUURTSCHAP ZOVEEL MOGELIJK HERSTELLEN EN ZEKERSTELLEN - DAT IS HET DOEL VAN DE ENKELE JAREN GELEDEN OPGERICHTE STICHTING SNAKKERBUREN, DIE ZOJUIST EEN PUBLICATIE OVER DIT AANTREKKELIJ KE HOEKJE AAN DE STADSGRENS HET LICHT HEEFT DOEN ZIEN. IN DEZE ZEER FRAAI UITGEVOERDE DOCUMENTATIE - EEN TOEKOMST VOOR SNAKKERBU REN - WORDT UITERAARD OOK AANDACHT GESCHONKEN AAN HET VERLEDEN VAN DE BUURTSCHAP; AAN EEN VAAG VERLEDEN MOETEN WE ZEGGEN, WANT HEEL VEEL BLEEF NIET BEKEND. MAAR WAT ER NOG BOVEN WATER KWAM IS INTERESSANT GENOEG OM HET VERDER TE VERTELLEN EN DAT DOEN WIJ NU GRAAG. het middelste derdedeel of trim- del van Leeuwarderadeel tot de stad zoude behooren, liet de Grietman nog niet af, om zijn gezag uit te oefenen over alle bewoners van huizen en landen, rondom de stad gelegen". Daar bij speelden uiteraard rechten en vooral ook plichten van degenen die in de stad woonden en van de vrijbuiters juist buiten de stadsgrens een rol. Daarop wijst ook het feit dat toen in de 16e-eeuw de door aangronding, opslibbing en vervuiling op sommige plaatsen onbevaarbaar geworden Ee geslat moest wor den, sommigen niet tot de onderhoudsplichtigen der stad, maar tot die van de Grietenij gerekend wilden worden. Het lijkt niet vreemd te veronder stellen, dat na de uitbreiding van de stad in noordelijke richting langs de Ee en het voetpad naar Lekkum (ontstaan van Oldegali- leën en Camstraburen) er ook reeds een eerste aanzet van Snakkerburen was, al zal het bewijs daarvan wellicht slechts door de archeoloog te leveren zijn. NEGATIEF Men zou op grond van het voorgaande kunnen stellen dat Snakkerburen in feite (althans voor een deel) is ontstaan uit enkele reeds gerestaureerde panden In het gebied van veen en klei tussen Murk-Ouddeel en de Dokkumer Ee, waarin eens acht terpen en wierden lagen, werden al rond het jaar 1200 de namen Laccum en Medum genoemd; de naam Snakkerburen duikt pas veel later op, namelijk rond het eind van de 15e-eeuw. Alles wat ten aanzien van die tussenlig gende periode over Snakkerbu ren wordt gezegd is koersen in de historie op basis van de natte vinger. Maar het is zeker niet onwaarschijnlijk dat de eerste bebouwing van Snakkerburen er eerder was dan op basis van bekende feiten kan worden bewezen. De buurtschap lag immers aan de weg van Leeuwarden naar Wijns (eens een centrum van Oostergo, waar rond 1200 en 1300 de rechters van de Leppa samenkwamen) en verder naar de Trynwalden. Tot 1880, toen de huidige Bonkebrug in de Lekkunierweg werd gebouwd, lag er een brug op ongeveer 30 meter oostelijk van het huidige Bonkehout dat nu al sinds men senheugenis de schakel vormt tussen het voet- en fietspad Blokkepaed en Snakkerburen. RUZIE Het verkeer te land en te water bewoog zich door en langs Snakkerburen, dat juist buiten de grens tussen Leeuwarden lag. De Bonkesloot vormde de grens tussen Leeuwarden en Leeuw arderadeel, die de eeuwen door ruzieden over bevoegdheden en grenzen van het wederzijdse ter ritorium, een strijd die in 1944 pas werd beslecht toen bij grens wijziging een belangrijk deel van Leeuwarderadeel aan Leeuw arden kwam. W. Eekhoff (1809-1880) verhaalt in zijn "Geschiedkundige Be schrijving van Leeuwarden" (1846), dat het Leeuwarder stadsbestuur in het begin van de 15e-eeuw al "sedert eenigen tijd met leedwezen had moeten aan zien, dat een aantal kooplieden, schippers, handwerkslieden en andere personen, die zich niet aan de stadswetten en bepalin gen der Gilden hadden willen onderwerpen, buiten de stad en vooral aan de oostzijde, langs den stroom de Vliet, zich huizen hadden gebouwd, en daarin, ten nadeele der stedelingen, hun beroep uitoefenden. Hierbij kwam nog het oude verschil met den Grietman van Leeuwarderadeel over de uitgebreidheid van het Stedelijk Regtsgebied. Ofschoon reeds in 1427 was bevolen, dat negatieve factoren: men wilde zich onttrekken aan stedelijke maatregelen en belastingen. Dat geldt ook voor de kalkbranderij Romantisch Snakkerburen Deze illustratie komt, net als alle andere bij dit verhaal, uit de documentatie Een toekomst voor Snakkerburen. en en steen- of pannenbaKkerij- en, die niet alleen vanwege de stank buiten de stadswallen stonden, maar ook omdat daar mee aan de stedelijke belasting op turf en dergelijke kon worden ontkomen. Het grote belang van de verbin dingsweg via Snakkerburen, de nog steeds bestaande Modder- reed naar Lekkum en zo verder naar Wijns in het noorden of naar Giekerk, Oudkerk en zelfs Groningen, blijkt ook uit een hevig geschil uit 1545. De kloosters Bethlehem en Klaar- kamp en de dorpen Rinsuma- geest, Akkerwoude, Birdaard, Roodkerk. Oudkerk, Oenkerk en Giekerk beklaagden zich bij het Hof van Friesland over het "onregt en ongerijf' dat de stad Leeuwarden hun had aangedaan door de "tilbarten" of losse bruggen in de rijweg over het Miedumerdiep of de Aecke weg te nemen. De verbindingen van Leeuwarden naar het noorden en oosten waren erbarmelijk en in de winter grotendeels on bruikbaar. KORTERE WEG George Schenck, Vrijheer van Toutenburgh, stadhouder van

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 6