t 'kleine 5Cranteje leeet iedereen
LANGS HET SCHAVER
IN MEI VAN DIT JAAR OVERLEED OP DE LEEFTIJD VAN DRIE EN TACHTIG JAAR DE HEER
HENDERIKUS VAN KEULEN, EEN BEKENDE MIDDENSTANDER UIT DE BINNENSTAD, DIE
PRECIES EEN HALVE EEUW LANG EEN ZAAK IN NAAIMACHINES HAD GEHAD IN DE SINT
JACOBSSTRAAT. DE HEER VAN KEULEN WAS EEN RASECHTE LEEUWARDER, DIE
SPECIAAL VOOR DE LEZERS VAN 'T KLEINE KRANTSJE AL EENS ZIJN HERINNERINGEN
AAN DE OUDE BINNENSTAD OP PAPIER HAD GEZET. TEN TIJDE VAN ZIJN OVERLIJDEN
LAG ER VAN ZIJN HAND EEN TWEEDE VERHAAL OP ONZE REDACTIETAFEL; HIERIN
HAALDE HIJ HERINNERINGEN OP AAN DE OMGEVING VAN HET SCHAVERNEK EN HET
RUITERSKW^RTIER. HET DOET ONS GENOEGEN ONZE LEZERS DIT TWEEDE ARTIKEL
VAN DE HEER VAN KEULEN NU TE KUNNEN AANBIEDEN.
Na ons bezoek aan de Sint
Jacobsstraat van zo'n vijftig jaar
terug, gaan we nu eens een
kijkje nemen bij het Groot en
Klein Schavernek en het Rui-
terskwartier. Laten we beginnen,
bij de hoek van de Nieuwestad
en het Groot Schavernek, waar
al in 1900 de Zadelmakerij van
van Dalen gevestigd was, een
zeer bekende koffer- en paar
dentuigmaker, die de werkplaats
onder de winkel had. Toen was
het nog allemaal handwerk, wat
er wer.d gemaakt.
Naast van Dalen stonden een
paar burgerhuisjes, die door
Leefsma, grossier in schoenen,
zijn verbouwd; nu is er in twee
panden een Chinees restaurant.
HOTEL WEIDEMA
Daarnaast kregen we het Hotel
Weidema, een druk burgerhotel
met een grote recreatiezaal aan
de straat. Vandaar had je een
pracht uitzicht op het grachtje,
waar dikwijls verscheidene beurt
scheepjes lagen. De schippers
haalden hun lading op voor de
dorpen, zakken meel, kisten
bier, voedingsmiddelen en ook
brachten ze goederen naar de
stad, varkens, aardappels, nou
ja, noem maar op. Het was een
gemoedelijke wereld en 's mid
dags om een uur of vier was alles
er weer rustig.
Naast het hotel hadden we de
zeer bekende slagerij van Piet
Kuperus, die in de stad een
goede naam had.
Dan kregen we en krijgen we
nog het van ouds bekende café
van Hettema, Hotel Duinkerken.
In de dancing heeft dansmees
ter, tevens drukker van der
Boom lange tijd de leiding
gehad.
Voor we verder gaan nemen we
ook even een kijkje op het Klein
Schavernek; op de hoek van de
Nieuwestad was in vroeger jaren
gevestigd de bloeiende schoenen
zaak van R. Steinvoorte - de
letters R.S. staan er nu nog altijd
in de stoep. Even verder de
mooie antiekzaak van Hiltje
Pruis.
Ook mag ik n;et ergeten te
vermelden, dat op deze streek de
Firma de Boer in borstel- en
lederwaren gevestigd was. De
winkel is er nu nog, maar de
werkplaats staat op een van de
industrieterreinen.
's Winters werden op het
grachtje van het Schavernek
vaak hardrijderijen gehouden
voor jongens van acht tot twaalf
jaar; de prijzen bestonden dan
uit klompen, koek en snoep.
Het stijve en hoge gebouw op de
hoek herbergde in onze jonge
jaren, omstreeks negentienhon
derd, een bordeel. In die tijd
onderzochten wij alles en zo
ontdekten we, dat er een stuk of
tien meisjes in gehuisvest waren,
die onder leiding stonden van
een deftig Belgisch paar, de heer
en mevrouw Regorie.
Soms zagen we dokter Uffelie,
gevolgd door de rechercheurs
Turksma en Stevan met een
paar van die meisjes naar het
Stadsziekenhuis gaan, waar de
dames dan gekeurd moesten
werden.
De mooiste grap in onze jeugd
vonden we wel om bij dit bordeel
aan te ballen, wanneer er net een
paar kerels naar binnen waren
gegaan. We zeiden dan, dat we
die heren er nakr toe hadden
gebracht en om de vrede te
bewaren werd ons dan gauw een
dubbeltje of een kwartje in de
handen geduwd. Natuurlijk ging
dat geld dan gauw weg aan
duumkedrop, steken enzovoort.
FLUITIST
Ook herinner ik me nog, dat er
's avonds in de tuin bij dat grote
gebouw een fluitist rondliep, die
indrukwekkende geluiden ten
gehore bracht - dat was niemand
minder dan de later beroemd
geworden zangkoorleider Mari-
nus Naberman.
Het gebouw werd later gepacht
door onze onvergetelijke Ype
Schaaf, die er een zeer gezellig
café van maakte, dat er direct de
loop goed in kreeg. Op latere
leeftijd was het ons stamcafé.
Enkele jaren later verhuisde Ype
Schaaf naar het Oranje Bierhuis
en op latere leeftijd gingen wij
ook naar hem over.
Laten we nu verder gaan over
het Groot Schavernek. Naast het
café van Hettema stond een
burgerhuis, waar de spoorweg
machinist Stok woonde. Daar
naast was een openbare pias
plaats, een vieze hoek.
Nu gaan we verderop en vinden
we de scheerbaas en haarknip
per Wietzes; het scheren kostte
bij hem vijf centen, het knippen
een dubbeltje. Naast Wietzes
kregen we op de hoek van de
Molensteeg een druk lopende
staankroeg van Braaksma. De
Molensteeg liep en loopt nog uit
op de Haniasteeg, waar om
streeks 1910 tien krotten van
arbeiderswoningen stonden.
Op de andere hoek van de
Molensteeg hadden we een
karverhuurder, een zekere Kals-
beek en bij hem stonden
geregeld een twaalftal karren
voor de deur. Ik weet nog goed,
dat je ze kon huren voor een
dubbeltje per dag. Eenmaal
hebben e het meegemaakt, dat
zo'n kar gehuurd werd door een
paar mannen, die een beetje
tipsy waren. Wij als jongens er
achter aan. Ze moesten naar de
Willemskade, waar hun vissers
boot lag, maar de kar was
bedoeld om een paar stomdron
ken vissers naar huis te brengen
- het ging nogal ruig, zo'n
zeventig, vijf en zeventig jaar
terug.
Rechts naast de karverhuurder
was de brandstofhandel van
Bergsma, een vader met twee
zoons. Naast Bergsma kregen we
de familie Kalverboer, de groot-
I