ZOALS WE DE VORIGE MAAL IN 'T KLEINE KRANTSJE KONDEN LEZEN WAS HET DUS NIET BIJ DE SPECTACULAIRE RAMP MET DE TITANIC IN APRIL 1912, DAT ONZE STADGENOOT VAN SLOOTEN HET LEVEN VERLOOR - NADER ONDERZOEK LEERDE ONS, DAT DE GEZAGVOERDER JOHAN WILLEM VAN SLOOTEN UIT DE WEERD AL TWEE JAAR EERDER, IN JANUARI 1910, MET DE PRINS WILLEM II TEN ONDER WAS GEGAAN. ZONDER DAT DE WERELD HET MERKTE VERGING HET SCHIP IN EEN VLIEGENDE STORM MET MAN EN MUIS EN PAS VELE WEKEN LATER DRONG DE DROEVE WERKELIJKHEID TOT DE NABE STAANDEN DOOR. AANGESPOELDE BOEIEN EN PLANKEN, ROEISPANEN EN ZWEMVESTEN, ALLE VOORZIEN VAN DE AANDUI DINGEN "PRINS WILLEM II" EN "AMSTERDAM" GAVEN TOEN DE ZEKERHEID, DAT ER VOOR DE OPVARENDEN GEEN HOOP OP REDDING MEER KON ZIJN. v i; 'f 3ileine ^Urantóje leeM iedereen DE RAMP VAN Dl VIJFTIEN PASSAGIERS EN ACHT EN DERTIG BEMAN NINGSLEDEN VERLOREN HET LEVEN BIJ DEZE RAMP, DIE IN DE NOG RUSTIGE TIJD VAN TOEN EEN ZEER GERUCHTMAKENDE GEBEURTENIS WAS. HOOGBEJAARDE LEEUWARDERS HERINNEREN ZICH DE VERPLETTERENDE INDRUK, DIE DE TRAGEDIE MAAKTE EN HET MEDELEVEN, DAT ER NAAR DE WEDUWE VAN SLOOTEN UITGING, ALS DE DAG VAN GISTEREN EN MET NAME OOK HET EILAND AME LAND EN HET DORP AKKRUM WERDEN TEN ZEERSTE DOOR DE RAMP GESCHOKT. OMDAT ER VIJF EILANDERS, ALLEN LEDEN VAN DE BEMAN NING HET LEVEN BIJ VERLOREN, TERWIJL DE EERSTE OFFICIER. W.K. DE GROOT, UIT AKKRUM KWAM. NOOIT IS ER MEER EEN SPOOR VAN DE OPVAREN DEN GEVONDEN, NOCH VAN HET SCHIP ZELF, NIMMER OOK IS DE ÓORZAAK VAN HET ONGEVAL AANGETOOND - TOT DIT MOMENT BLEEF DE RAMP MET DE PRINS WILLEM II EEN GROOT MYSTERIE. De Prins Willem II, gebouwd in 1890, 1621 brutoregister ton, 80 meter lang en 10 meter breed, was een stoomschip van de Koninklijke West Indische Mail dienst. Op 21 januari 1910 vertrok het schip uit Amster dam, op of omstreeks de 8e februari had het in Suriname moeten aankomen. Twee dagen na het vertrek passeerde de Prins Willem II Quessant, een eilandje voor de Franse kust ten noorden van de Golf van Biscaje - en dat was het laatste, het allerlaatste, wat men hoorde van het schip. Op de 15e februari verscheen het eerste van een lange reeks berichten in de krant. De Prins Willem II, was nog niet in Paramaribo aangekomen. Maar De omgekomen Leeuwarder kapitein Johan Willem van Slooten geeft zich hier zelf een hand - een trucopname, die hij maakte op de Prins Willem II. ZEVEN GRAF I] dat was - aldus de directie van de West Indische Mail - geen verontrustend nieuws: de vertra ging werd vermoedelijk veroor zaakt door machineschade en zelfs geringe machineschade kan dikwijls grote vertragingen ver oorzaken. "Er zijn tal van voor beelden van schepen, die na weken, zelfs na maanden weer opdoken, nadat ze reeds herver zekerd waren. De Prins Willem II kan het drijvend zeer lang uithouden. Proviand is er voor vijf maanden aan boord en als de kolen toch niet voor de voortbeweging gebruikt kunnen worden, kan men er tot in het oneindige water mee distilleren. Zo kan men dus, zonder gebrek, maanden lang ronddrijven en misschien met behulp van zeilen een haven bereiken." GEEN PANIEK Alzo: geen reden voor paniek, maar toch geeft de Nederlandse regering onmiddellijk "telegra- phischen last" aan Hr. Ms. Pantserdekschip "Utrecht", dat juist in West Indië kruist, om zo spoedig mogelijk vanuit Para maribo zee te kiezen om de Prins Willem II op te sporen. Ook de gezagvoerder van de Prins Willem IV van de West Indische Mail, welk stoomschip binnen enkele dagen uit West Indië naar Nederland moet vertrekken, krijgt opdracht het vermiste vaartuig op te sporen. Een paar dagen later wordt erin Londen al 68% en in Amster dam 25 tot 35% herverzekerings premie betaald, maar deskundi gen houden het er op, dat de boot machineschade heeft gekre gen en hulpeloos ronddrijft. Het breken van krukassen en schroef assen of het verliezen van de schroef komt meermalen voor en zulke schade is gewoonlijk moeilijk op zee te herstellen. Dan drijft het schip hulpeloos rond en de kans met zeilen een kustplaats te bereiken is zeer gering. De schepen liggen te diep geladen en de zeilen zijn te klein om voortgang van enige betekenis te krijgen. Ook het roer kan defect zijn. Bovendien: het is een zeer weinig bevaren route, waarop de kans om spoedig een ander schip te ontmoeten niet groot is. GEEN BERICHT De beide "opzoekers", d_e Utrecht en de Prins Willem IV, zullen nu de zelfde route volgen en dan bestaat er kans, dat het hulpelo ze schip gevonden wordt. De Utrecht heeft draadloze telegra- phie aan boord, maar de Prins Willem II helaas niet en daarom kan men langs deze weg geen verbinding met elkaar krijgen. Dagenlang komen er nu gelijk luidende berichten uit Den Haag en Amsterdam: "Noch bij de Departementen van Marine en Koloniën, noch bij de directie van de maildienst heeft men ot dcv causa in de Ntv Senaat der Rijksuniversiteit te L Scheurleer, bankier te 's Hag .rijke werken op het gebied der i het on-» van er- le jste ave t k er :t ek- e ce ei- tot <e Foto) Het stoon dat op reis naar Wes in te zamen ruim 50 in 9 riem en andere voorwer en de omstandigheid, verkeert, doen het erg stond onder command Zo bracht het bekende blad "De Prins" eenig bericht ontvangen omtrent het lot van de Prins Willem II". Dan vlamt de hoop plotseling weer op: er lopen hardnekkige geruchten in Amsterdam, dat de Prins Willem II gezien zou zijn. Het pantsterschip Utrecht zou het schip gevonden hebben en de ontmoeting onmiddellijk per draadloos telegram hebben be richt. De directie van de mail heeft echter nog geen "defini tief' bericht ontvangen. De volgende dag moet de direc tie melden, dat de geruchten, die erover spreken, dat de Willem II door een Spaans schip gepraaid zou zijn, ongegrond zijn. De directie heeft een telegram ont vangen van de Spaanse stoom vaartlijn, waarin deze verklaart, dat het bewuste gerucht onjuist is en dat er geen Nederlands schip gepraaid is of zou zijn waargenomen. Zo verstrijkt de tijd: 15 dagen is het schip nu al te laat, 16, 17, 18 "Is het waar, dat dit schip, naar beweerd wordt, tot een minder goede soort van zeesche pen behoorde, een "oude kast" was. gelijk wij vernamen aldus een bericht in een Hol- landse krant.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 6