Bri, t leine ^.ranteje leeet iedereen RINS WILLEM II RIEZEN VINDEN DE GOLVEN s dat eheer spuui wegen. Ds. ef be- der Ned. Herv. Gem te Vlaardingen, herda^ denis, jl. onder talrijke blijken van hoogachiing zijn Willem II" van oe K. W. I. M., (Waesberge. oedelijk met alle passagiers en de geheele equipage, is het opvisschen van een reddingboei, een sloep- „Pvins Willem ll'\nabij de Westkust van Frankrijk, is sedert einde Januari in spannende onzekerheid - Het schip, dat volkomen zeewaardig geacht werd, J W. v. Slooten, eeh bekwaam en beproefd zeeman. L geli n: t Ou< wat hef d vo w v spc tai kc dr g' VI do ee holle paa bij tel te pen t uws van het verongelukte schip. "O, nee" komt het antwoord, "de Prins Willem II is een zeer solied schip en de gezagvoerder is uiterst ervaren en bekwaam". Begin maart wordt er geschre ven, dat de Willem II in assurantiekringen reeds als ver loren wordt beschouwd. "Maar" reageert de directie van de West Indische Mail, "deze opvatting deelen wij vooralsnog niet. Hoe wel de ongerustheid natuurlijk toeneemt, achten wij het nog altijd zeer wel mogelijk, dat het vaartuig bezuiden der Azoren ronddrijft, en dit deel der zee wordt betrekkelijk weinig beva ren". MAAND OVER TUD Dan is het schip al een volle maand over tijd en het laat zich denken, hoe de angst en span ning toenemen ten huize van de familie van Slooten in de Weerd. Het zoontje van de heer en mevrouw van Slooten, Thomas Roelof, is in januari twee jaar geworden en kan nog niet besef fen wat er aan de hand is - toch moet hij iets merken van de gruwelijke onzekerheid, waarin zijn moeder verkeert. Ook op Ameland, in de gezinnen en bij de ouders van de beman ningsleden Sip Wiebenga, Gerrit Hofker, Sjoerd Postma, Wamer Bakker en Jan Sparrius en in Akkrum bij de familie de Groot, groeit de spanning met de dag. Doet het ene bericht de hoop weer wat opleven, het andere neemt alle optimisme weg. De Groninger schoener Agatha is negen en vijftig dagen zoek geweest en loopt dan Bremerha ven binnen: "meerdere zeescha de is beloopen, de bemanning echter is wel". Maar dan: het schip de Ionan deelt mee, dat het 1000 mijl ten westen van de Tory-eilanden, noordwestelijk van Ierland, in aanraking is gekomen met een onbekend, uit elkaar geslagen wrak, "vermoe delijk de vermiste Prins Willem II". De volgende dagen komen er berichten, dat het aangevaren wrak de Prins Willem II niet kan zijn: "volgens Engelse bla den had het schip een gelen schoorsteen, de schoorsteen van de Willem II echter is zwart". Bovendien is er bij de aanvaring van het wrak een koperen letter P op de Ionan terechtgekomen en aan boord van het vermiste schip is geen blokletter P geweest. Op de elfde maart wordt het vermiste stoomschip in Londen aan de herverzekeringsmarkt onttrokken, waaruit blijkt, dat in assurantiekringen het schip op gegeven is. En dan, op de zestiende maart, bijna twee maanden na het vertrek van de Prins Willem II uit Amsterdam, komen er vanuit Frankrijk mel dingen van opgeviste en aange spoelde voorwerpen, die van het vermiste schip afkomstig zijn: "In zee bij Belle-Ile aan de zuid kust van Bretagne is een reddingsboei opgevischt, dra gende het opschrift Prins Wil lem II - Amsterdam en een sloepriem, gemerkt "Prins Wil lem II, terwijl voorts op het eiland Hoëdic in de nabijheid van Belle-Ile gelegen, is aange dreven een zwart bord met witte letters, welk bord eveneens tot den inventaris van de Prins Willem II behoort". IN STORM VERGAAN Naar de plaats, waar deze voor werpen zijn aangespoeld en in verband met de zeestromingen, is de meest waarschijnlijke con clusie, dat het schip is vergaan in de storm van de 24e januari, direct dus na het passeren van Quessant. In de dagen daarna spoelen er nog tal van kleinere voorwerpen aan, een kist met vijftig flessen vernis, een roeiriem, een plankje van een van de sloepen en zwemvesten, gemerkt Prins Wil lem II. "Het vinden der zwem vesten vooral bevestigt meer en meer de veronderstelling, dat de Prins Willem II een prooi der golven is geworden" aldus de krant op de 19e maart en op de 21e zegt de directie van de West Indië Mail: "Aan alle familie betrekkingen van de opvarenden zijn de eerste berichten van aangedreven voorwerpen dade lijk toegezonden. Natuurlijk ko men nu en dan verwanten van passagiers en bemanning nog nadere inlichtingen ten kantore vragen. Menschelijk is het, hoe bij alle informeerende verwanten nog de hoop leeft, dat het schip behouden ronddrijft. De maat schappij onthoudt hen natuur lijk de mening niet, dat het ergste gevreesd moet worden, maar daartegenover plaatsen de hopende betrekkingen steeds hun optimistische veronderstel lingen". GEEN HOOP MEER Maar hoe men in Holland ook de geringste hoop op een geluk kige afloop krampachtig wou vasthouden, langzaam maar ze ker moest toch het besef doordringen, dat er voor passa giers en bemanning geen hoop meer kon zijn. De directie van de West Indië Mail stuurde naar aanleiding van de gevonden voorwerpen een van haar kapi teins naar Frankrijk "om ter plaatse een onderzoek in te stellen" en, zo zegt ze in het begin van april "dit onderzoek heeft plaats gehad en ons de overtuiging geschonken, dat het schip ondergegaan is in de or kaan, die van 23 tot 29 januari met hevige kracht heeft gewoed. De oorzaak van de ramp is de directie niet bekend." Indrukwekkend was nu het medeleven met de nabestaanden, zowel in Nederland als in Suriname. Hier werd onmiddel lijk een comité gevormd ter ondersteuning van de nagelaten betrekkingen: "Het comité stelt de mededeling van.de West Indië Mail op prijs, dat zij een jaarlijkse uitkeering aan de nabestaanden zal doen, maar vermeent toch, dat er meerdere hulp volstrekt nodig is en zal binnenkort een beroep doen op de weldadigheidszin van de landgenooten". Vanuit Parama ribo kwam het bericht, dat het slechte nieuws met grote ontroe ring ontvangen was. "Men is verbijsterd, dat het stoomschip Tot de omgekomen passagiers behoorde ook de heer F. Stempel, sportman en oa. zeer bekend als voetbalscheidsrech ter. zou met zijne jonge vrouw per Prins Willem II terugkeeren naar zijne moeder, wier trots en steun hij was. De oude vrouw versierde haar woning, liet een eereboog oprichten met het woord "Welkom", omslingerd met guirlandes van groen en be reidde de lekkerste gerechten Dit is Sip Wiebinga, een van de verdronken bemanningsle den van Ameland. vergaan blijkt te zijn, zonder dat van die ramp iets schijnt te zijn gemerkt, voordat zeven weken later wrakgoederen aanspoel den." En, als ontroerende bijzonder heid, meldde de Surinaamse briefschrijver uit Paramaribo: "Het meest tragisch is het geval van den bejaarde moeder van den omgekomen geneesheer Se- venoaks. Op 49-jarige leeftijd had deze inlandse geneesheer nog in Europa het artsdiploma gehaald. Hij huwde te Brussel en om haar zoon te verrassen op den dag van aankomst. Helaas, de boot liet op zich wachten. Toen iedereen zich ongerust maakte, bleef de moeder in het volste vertrouwen afwachten. De eerepoort bleef staan, want de oude vrouw rekende er vast op, dat haar zoon zou terugkeeren. De eerepoort stond er nog, toen woensdag de verpletterende tij ding kwam. Welke droeve tonee- len zich thans in de versierde dVervolg op pagina9).

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 7