CURIEUS SCHRIFTUUR MET
REMEEDSJEN TEGEN GEBREEKEN
"DIERGENEESKUNDE" WAS VAAK
GRUWELIJKE DIERENMISHANDELING
6
UIT DE DOOS MET SNIEPSNAREN
n j )?/r- /?/9 x
I
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
t 3^.lWne 3Cran*óje leeet iedereen
De laatste blinde greep in onze Doos met Sniepsnaren heeft weer heel wat bijzonder te voorschijn
gebracht: wat we bij het omhooghalen in de hand hielden was een niet gedateerd, maar a| oer- en oeroud
cahier, dat wellicht aan een stalhoudersknecht of in ieder geval aan een jonge paardenman heeft
toebehoord. Het schriftuur, ten dele danig aangetast door de tand des tijd, bevat onder de titel
"Reemcedsjen voor diverse gebreeken der peerden" meer dan 130 recepten oni zieke paarden van hun
kwalen af te helpen. Veel van deze middeltjes lijken uiterst curieus en zullen wel niet helemaal
overeenkomen met de huidige opvattingen van de diergeneeskunde. Om onze lezers een idee te geven van
de ronduit barbaarse methoden in die goeie ouwe tijd zullen we zo voor de vuist weg een aantal recepten
overschrijven.
ri-
<-
L- f
Dit is een fragment vaïi een pagina uit het curieuze cahier.
Om te beginnen moeten we de
auteur-heelmeester even aan U
voorstellen, een zekere Pijter
Alberts, woonplaats onbekend,
die zijn receptenreeks door dit
inleidinkje vooraf laat gaan:
Ik, Pijter Alberts sijn seer
geneegen
om met peerden om te gaan
om die te geneesen ter deegen
al ik daar maar verstant toe kan
ontvaan
maar als den Heer,mij wil geeve
den seegen
en als mijn Meester mij leere wil
voortaan
als ik heb hulp van deese twee
dan sijn ik niet verleegen
dan sal 't met mij wel gaan.
Mooi, nu naar de zieke paarden.
Als een peert pein in sijn buik
heeft dan moet men hem laaten
in de sij aderen an de buik en in
sijn rnont maak dan een pantje
sout water tot dat er een ei op
drijfen kan en geef dat in en
rijdt hem wat sagjes een half
pantje anijs ingeeven is ook goet
Voor een vervangen peert. Soo
neemt de toom en besmeert het
gebit met mensendrek toomt
hem dan weer op en hout hem
de neusgaten digt tot dat hij
begint te pruisten dan rijdt daar
men weil of men sal de beenen
wassen met warm bier daarna
laat hem in alle 4 voeten en geeft
hem dan warm water met wijte
meel.
Voor driegaande gallen
neemt mensendrek alse nog
warm is en mengt 't met olje en
daarop gebonden 2 dagen lang.
Als een paert te seer gereeden is
sal men hem warm op stal setten
en smeert het tot de Hese toe met
koedrek en laat het soo 2 3
dagen staan.
Voor een paert dat bloet buiten
heeft. Als een paart groote of
kleine sweeren krigt snidse deur
en maakse wel schoon met
schapepis en neemt dan terpen-
tein en boomolje en een weinig
sout en soo veel schaapenpis als
de 3 andere in 't geheel kookt
die in malkander en giet het
kokent in de wont of met een
spuit om de 6 7 daage en niet
bedekke.
Voor die varent 3 of 4
leevendige mollen in een pot
verbrande en tot poeder gemaakt
en daar alle dagen weinig van
onder het voer geeven geneest de
varent van selv.
Als 't paart de klem heeft dan
moet men de neusgaate volstop-
pe met heete sterke middelen
gelijk peeper en sout seep en
brandewein ensovoort door de
groote benauwdheid barst het
een met het ander altemet los.
Om gaten in de borsten van
peerden op te drogen buskruit
met brandewien vermingt en
daarmee gewassen.
Voor dikke beenen soas men 't
peert sijn pis kan krige anders
koepis 1 pentje in 't verglaasde
pot diet daarbij flores solvers
1/4 loot aluin laat dit kooken op
de helft op wat meer en wrift het
geswei daar stark meede en legt
daar natte doeken van hetselve
op alle daagen 2 maal tot dat 't
vergaan is.
Neemt eenen keutel en doet daar
in wat lijnsaatolje en oude soute
boter en een luttel leer ende laat
dat soo allingskens koken en als
dat kookt dan sal men neemen 1
solven en 1 pond kopperroot
gebrooken en gewreeven op een
wrijfsteen met wat lijnsaatolje en
voerde soo den daar in dat hij
niet brant ende neemt een
kwispel en smeert dan de worm
al siedende heet ende ruist den
kwispel vri in de gaten der
ridende worm al waar hij ook
mag sijn al kookende heet
daarin en laat hem soo gaan en
siet daar niet meer naar om het
geneest, dit is voor de ridende
worm.
GEEN LOLLETJE
Genoeg voor vandaag. We zullen
hier en daar wel eens een woord
verkeerd gelezen en verkeerd
overgeschreven hebben, maar de
conclusie lijkt ons wel duidelijk:
het was een paar honderd jaar
geleden geen lolletje als paard
de patient van Pijter Alberts te
zijn. En dat, zo mogen we wel
aannemen, heeft de goeie man
zelf nooit zo gezien. Hij was
immers "seer geneegen om met
peerden om te gaan om die te
geneesen terdeegen
BOTSING TUSSEN TWEE
AUTO'S
Gistermorgen plm. halftwaalf
heeft er een ernstig auto-ongeluk
plaatsgehad. De heer Meijer uit
Arnhem, tijdelijk verblijf hou
dende bij zijn ouders, die in
Marssum woonachtig zijn, reed
in zijn Ford langs den straatweg,
richting Marssum.
Op een gegeven oogenblik na
derde de stoomtram, die ouder
gewoonte eenigen tijd - we
meenden een half uur - te laat
was. Door den stoom, die erg
verdicht werd door de groote
koude van de buitenlucht, zag
de heer Meijer niet, dat van de
ande,re kant een vrachtauto,
komende uit Franeker, naderde.
Er had een ontzettend treffen
plaats. De beide voertuigen
reden vlak op elkaar in en met
zulk een kracht, dat de wagens
letterlijk inelkaar zijn gereden,
zoowel zelf, als ten opzichte van
elkaar.
Het is een wonder, dat de meeste
inzittenden er betrekkelijk goed
zijn afgekoomen. Althans de
twee inzittenden van de vracht
auto. Deze bekwamen slechts
enkele onbeduidende schram
men.
Van twee der inzittenden van de
Fordauto was de toestand ernsti
ger.
Al de gewonden werden binnen
gebracht in een arbeidershuisje
aan den weg en spoedig was dr.
Heinemann ter plaatse om
medische hulp te bieden.
Het ergst er aan toe bleek de
heer van der Wees, een broer
van den slager van dien naam te
Leeuwarden.
Dr. Heinemann achtte het niet
wenschelijk, dat de gekwetste
dadelijk werd vervoerd. Eerst
gisteravond plm. 8 uur is hij-
naar een ziekenauto gebracht.
De heer Meijer bekwaam even
eens tamelijk ernstige kwetsu
ren. Later werden de auto's met
behulp van velen naar Marssum
gesleept.
Nader vernemen we, dat de
toestand van den heer van der
Wees een gunstige wending
heeft genomen.
(1923).