RAMP MET PRINS WILLEM II MAAKTE ALOM DIEPE INDRUK Voor d« rechter 7 MEDELEVEN MET ZWAAR GETROFFEN FAMILIE VAN SLOOTEN IN DE WEERD BLUF KALM UED. HEEREN 'f ^.leine S^tantóje leeet iedereen Hoewel het alweer vijf en zestig jaar geleden is, dat de tragedie zich voltrok, zijn er nog veel ondere Leeuwarders, die zich het drama met de Prins Willem H in' de Golf van Biscaje goed kunnen herinneren. De wekenlange span ning, waarin het gezin van de gezagvoerder Johan Willem van Slooten in de Weerd verkeerde en daarna de droeve zekerheid, dat het stoomschip was vergaan, hebben op alle stadgenoten een diepe indruk gemaakt en uit verscheidene reactie's van onze abonnee's hebben we kunnen opmaken, hoe velen in die dagen met de beklagenswaardige me vrouw van Slooten en haar jonge zoontje hebben meegeleefd. En nu weten we ook, dat de familie van Slooten in later jaren getroffen zou worden door nog veel meer verdriet en dat het noodlot de van Slootens zou blijven achtervolgen tot lang na die mysterieuze zeeramp in 1910. ELITEZAAK Voor haar huwelijk met de op 20 januari 1878 in Harlingen gebo ren Johan Willem van Slooten had Suzanna Hendrika Mek king, een van de vele dochters van dominee Mekking uit Arum, al een handwerkzaak in de Weerd in Leeuwarden. Dat 'was eèn echte elitezaak met een uitstekende naam onder de voor aanstaanden in de stad. Na haar trouwen met de zeeman van Slooten hield mevrouw van Slooten-Mekking haar winkel aan en zij bleef de zaak drijven, ook na de geboorte van het zoontje Thomas Roelof op de 22e januari 1908. Vier dagen na zijn eigen - twee en dertigste - verjaardag, een dag na de twee en dertigste verjaardag van zijn vrouw en twee dagen nadat de kleine Thomas Roelof twee jaar was geworden verging de Prins Willem II in een vliegende storm en van dat moment af veran derde het leven van mevrouw van Slooten geheel. I P.B., 41 jaar, huisvrouw van B.N. te Leeuwarden, stond in geregel de briefwisseling met mej. T. Landheer. De brieven, welken beiden ontvingen, hadden echter niet een gebruikelijken inhoud, want er werden dingen in gezegd, die allesbehalve aange naam voor de ontvangsters waren. Toen mej. Landheer eens een briefkaart ontving, waarop de afzendster watal te erge beleedigingen had geschreven, diende zij een klacht tegen P.B. in. Voor den rechter verklaarde Door Fepno L. Schoustra. Hoewel zij beter moest weten, bleef ze hopen op een terugke ren van haar man en bejaarde veteranen, die haar gekend hebben herinneren zich, dat ze zich heel dikwijls in haar boven huis boven de winkel ophield voor het raam, van waaruit ze in mej. Landheer, dat zij nummer beleedigende brieven aan ver dachte had geschreven, waarop deze met luider stemme verkon digt, dat zij vijf gemeene epistels heeft ontvangen. Dit was haar te ver gegaan en toen had zij de beleedigende briefkaart geschre ven. De officier, er op wijzend, dat verdachte nog niet lang geleden wegens beleediging van een agent van politie is veroordeeld, vordert drie weken gevangenis straf. De rechter veroordeelt verdachte tot f 15 of 15 dagen. Verdachte: "Dat kan ik nooit betalen". Rechter: "Dan ga je maar vijftien dagen zitten". De verdachte verlaat de zaal, roepend dat dit goed is, maar dat zij, voordat het zoover zou zijn, de keel dicht zou knijpen van Hier volgde een woord, dat niet voor publicatie geschikt is. (1941). de richting van de Langepijp op de Nieuwestad kon zien, wach tend op het wonder, dat niet kwam. Een zuster van de omgekomen heer van Slooten, Henrietta Su zanna, die eerst onderwijzeres was geweest, trok nu bij de weduwe in en samen dreven zij de handwerkzaak, samen zorg den zij ook voor de opvoeding van de kleine jongen, "een knap kereltje met dezelfde grote zwar te ogen, die ook zijn vader had". Een van de meisjes, die in die tijd in de handwerkwinkel heeft gewerkt, woont nu in Greuns- hiem, het is mevrouw L. Zwik- stra-Simons en zij bewaart de prettigste herinneringen aan die tijd. al was het wel zo, dat het tragische gebeuren met de Prins Willem II voortdurend voelbaar bleef. "Beide dames waren hele fijne mensen en de kleine jongen was hun alles. Vooral mevrouw van Slooten was een knappe vrouw en een hele fijne, lieve moeder, die altijd in het zwart was gekleed. Elk jaar", aldus mevrouw Zwikstra, "ging zij alleen of met haar schoonzuster naar Ameland om de familiele den te bezoeken van de Ame landers, die bij de scheepsramp omgekomen zijn". AKELIG GRAF "Eens toen Tom ziek was" herinnert mevrouw Zwikstra zich, "zat ik aan zijn bedje en zong ik zonder er bij na te denken een liedje, waarin voor kwam, dat een vader een akelig graf in het water vond. Pas toen het uit was realiseerde ik me de situatie. Zul dat nooit weer doen vroeg mevrouw van Slooten toen". In de zes jaar, dat mevrouw Zwikstra bjj de van Slootens werkte, heeft zij heel wat meege maakt, ook al doordat de dames verschillende malen werden op geschrikt door zeer tragische sterfgevallen in hun naaste familie: "eigenlijk was het één grote tragedie en dat is het gebleven tot het laatst". Aan het bestaan van de mooie handwerkzaak kwam een eind, toen de weduwe van Slooten collectrice werd van de Staatslo terij, eerst in haar pand in de Weerd, later op de hoek van de Langfemarktstraat en de Sophia- laan. Vandaar vertrokken beide dames van Slooten later naar Den Haag. Intussen was zoon Tom gaan studeren in Groningen, hij werd Mr. Dr., trouwde en kreeg een zoontje, dat de namen Johan Willem van zijn grootvader ont ving en bekleedde een functie bij Unilever, toen in '40 de oorlog uitbrak. In die donkere oorlogsjaren hoorde Thomas Roelof van Op de negende maart 1910, toen er van de Prins Willem II nog geen wrakstukken waren aange spoeld, kreeg de directie van de Koninklijke West Indische Mail een briefkaart van een meneer Rovers uit Utrecht, die schreef, dat hem drie en dertig jaar eerder eenzelfde ongeluk was overkomen, maar dat zijn schip toen toch behouden in Parama ribo arriveerde. "Dus blijft kalm, Ued. Heeren" aldus de heer Rovers, die letterlijk het volgen de berichtte: "Hoog Edele Heeren, Op 9 Februari 1867 trof my dergelyk droevig ongeluk met de "Bommelerwaard" op de kust voor Paramaribo als thans de "Prins Willem II" en wy kwa men toch behouden, alhoewel met verlies van masten, roer en roersteven te Paramaribo aan, dus blyft kalm UEd. Heeren; een oude zeekaart met de vele banken van die kusten, een schriftelyk gehouden scheeps raad van den toestand geduren de die dagen en een extract uit het scheepsjournaal liggen by my ter inzage en ten Uwen dienste en verder inlichtingen. Hoogachtend, J.H.C. Rovers, Utrecht, Poort straat 15bis." Slooten tot de eerste vaderlan ders, die zich waagden aan het illegale werk - evenals zijn neef met dezelfde namen, een zoon van een oom, maakte hij deel uit van de O.D., de Ordedienst, die in '41 vrijwel in z'n geheel door de Duitse bezetters werd opge rold. GEFUSILLEERD Zo hoorden beide van Slootens tot "de 72 van de O.D.", die voor ons land hun leven lieten - na een gevangenschap van bijna een jaar werden ze in mei 1942 in Oraniënburg gefusilleerd - de kleine Johan Willem van Slooten was toen zes jaar en hij heeft zijn vader dus amper gekend, zoals ook de gefusilleerde diens vader nauwelijks had gekend. "De oude mevrouw van Slooten, die toen al ziek was, moet herhaaldelijk getracht hebben haar zoon te bezoeken, toen die nog in Nederland gevangen zat" herinnert mevrouw Zwikstra zich. Maar helaas: de hardvoch tige Duitsers hebben het haar niet toegestaan. Korte tijd later overleed de veelgeplaagde mevrouw van Sloo ten zelf - zij was toen vijf en zestig jaar en had een leven vol verdriet en tegenslagen achter zich. (Vervolg op pagina!2).

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 7