OVER HET MUZIEKLEVEN VROEGER IN LEEUWARDEN 2 DOOR ALD-UOUWERTER 't 3£(eóie 3£rantóje lee ledereen Volgens de overleveringen moet er in de grijze oudheid één of andere dwaas - en beslist géén Fries - zijn geweest die gezegd zou hebben: "Frisia Non Cantat". Vrij vertaald betekent dat: "Friezen zijn niet muzikaal Wel, wel, waar haalde de man het vandaan Als hij in onze tijd had geleefd en deze onzin er had uitgekraamd dan had hij zich maar het beste kunnen opsluiten in een vertrek met metersdikke muren en voorzien van zware ijzeren deuren met onverwoestbare grendels, want zijn leven was in vrijheid geen stuiver meer waard geweest Friezen zouden niet muzikaal zijn Het tegendeel is waar en als je, zoals ik, het voorrecht had of hebt om temidden van de Friezen te mogen leven dan weet je, dat waar het maar even kan, de Fries zijn muzikaliteiten uitleeft. Heeft niet praktisch iedere stad en ieder dorp één of meerdere muziekverenigingen of zangkoren, het "Frysk Orkest", diverse muziekscholen en noem verder maar op En dit alles staat over het algemeen op een hoog muzikaal peil Niet muzikaal, het is om je spinnijdig over te maken. Laten we maar gauw die dwaze gedachte uit de oudheid vergeten en liever de werkelijkheid laten spreken Hier zien we het S.OX. strijkkwartet met van links naar rechts Fr. Panbakker, R. Wolthof, S. Sterck en KI. Kueter. Muzikaliteit is één van de mooiste gaven - misschien wel de mooiste - die een mens bij zijn geboorte meekrijgt. Nu zijn er verschillende faktoren die kun nen meewerken aan de ontwik keling van deze gave of aan het verwaarlozen ervan. Wordt het bij het kind geanimeerd, dan zal het hier een leven lang plezier en profijt van hebben. Wordt er echter geen enkele aandacht aan geschonken, dan zal men een leven lang iets moois moeten missen 1 Ik prijs mij gelukkig, dat ik al heel erg jong met muziek werd gecon fronteerd. Op een enkele uitzon dering na zijn mijn oudere broers en zusters muzikaal en bespeelden zij al op jonge leeftijd een min of meer belang rijk muziekinstrument. Mijn oudste broer heeft zelfs in zijn jonge jaren nog in een "jazz band" gespeeld, de "Sonora- Band". Ik mocht een keer mee toen hij met de band dansmu ziek moest verzorgen in de zaal achter "De Klanderij". Hierbij speelde hij saxophoon, maar zijn eigenlijke instrument was de cello, terwijl hij ook nog perfect het orgel kon bespelen. SERIEUZE KENNISMAKING Dit heeft op mij vanzelfsprekend wel invloed uitgeoefend. De eerste serieuze kennismaking met muziek op grotere schaal die ik mij herinner moet zo ongeveer in 1916 zijn geweest. Ons gezin woonde toen noodge dwongen tijdelijk in bij een gezin in de Saskiastraat. Naast deze mensen woonde een be roepsmilitair, de heer Rinia, ik geloof dat hij sergeant was. Deze zal toen één of ander jubileum hebben gevierd, want op een goede dag kwam een militair muziekkorps aangemarcheerd om hem voor zijn huis in de Saskiastraat een serenade te brengen. Dit moet wel het Stafmuziek korps van het 9e Regiment Infanterie zijn geweest onder leiding van Kapelmeester van Leeuwen. Deze kapel is later naar Assen oververplaatst en is nu de Johan Willem Frisokapel. Ik zal in de tijd van die serenade voor sergeant Rinia 3 jaar zijn geweest, maar ik herinner mij de straat vol mensen en die militai re muziek nog. Vele jaren later ontmoette ik nog eens de zoon van die sergeant Rinia. Deze zoon had toen een kruideniers winkel aan de Oostersingel op de hoek van het Hoogpad bij de Weerklank. Het was een flinke stevige kerel met een mooie haardos, donker van uiterlijk en sympathiek. Als hij nog leeft moet hij nu de 70 ook wel ruim zijn gepasseerd Alweer onbe grijpelijk. maar waar Muziek bleef mij trekken en men heeft mij later, het zal in 1917 zijn geweest, eens moeten zoeken. Het bleek, dat ik was aangetrokken door de muziek bij het militaire kamp met de houten barakken tegenover de Ambachtsschool. Muziek fasci neerde mij, doet dit nog en toch ben ik er niet in op gegaan. Als er muziek klonk, hetzij van een draai-orgel of de straatmuziek van van der Zee of "Scheefnek- je", of zang van de straatzangers, dan moest ik altijd luisteren.. Vaak ging ik ook naar de con certen door de Leeuwarder mu ziekkorpsen als deze speelden in de Prinsentuin of in de muziek tent Arendstuin tegenover de Leeuwarder Courant of op de Lange Piep op de Nieuwestad. Verder hadden we in mijn jeugd de schoolconcerten in de Har monie door het Symphonie Orkest Leeuwarden, waar we dan met de hele klas naar toe trokken en waarbij de "goed*1 lenden" veel muzikale kennis konden opdoen 1 Ik zie nog Willem Zonderland voor het orkest staan. WILLEM ZONDERLAND Vijf jaar geleden trof ik Willem Zonderland weer eens tijdens een receptie van één van de grote muziekorganisaties, waar voor hij in vroeger jaren bij muziekconcoursen had geju reerd. Hij was toen ruim 80 jaar, maar nog "goed bij de tijd". Vanzelfsprekend hebben we het bij deze gelegenheid nog wel even over de goeie ouwe tijd in Leeuwarden gehad Ik herinner mij nog zoveel van die oude musici, waarvan er beslist niet veel meer van zullen zijn overgebleven. Daarbij denk ik b.v. aan Mar. Naberman, Salvatore Sterk, Frans Panba'k- ker en Ligthart op de viool, aan mejuffrouw de Vries van Achter de Hoven als celliste en haar vader, de heer de Vries op de hoorn, aan de reeds eerder door mij genoemde fagottist Elsinga uit de 3e Vegelindwarsstraat. Of de cellist, de heer Kueter toen al meespeelde weet ik niet. Aan de Willem Zonderland, getekend door J. Rotgans. pauken stond een musicus met een kaal hoofd, als ik het goed heb had hij een sigarenwinkel aan de Nieuwestad Of de grote waarde van deze muziek in die jonge jaren goed bij ons overkwam moet ik bij zeer velen betwijfelen. Er werd vaak be hoorlijk "keet" geschopt en nu was ik beslist niet zo'n heilig boontje om daar nooit aan mee te doen, maar toch is van deze concerten veel bij mij blijven hangen en ik heb er op latere leeftijd veel aan gehad. Zelf ben ik heel in het klein begonnen. Al gauw had ik een mondharmoni ca en kon daar heel aardig op terecht. Later kreeg ik zo'n metalen fluit, Clarke was meen ik het merk, zwart 'gelakt met gouden letters. Nog weer later een witbenen fluit, een stenen occarino en een occarino van zwaar metaal. Op al die dingen maakte ik als jongen al muziek en soms was (Vervolg op pagina 9 Dit zijn de Straatzangers, bij wijze van uitzondering niet gefotografeerd op straat, maar in een zaal.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 2