kleine 3Cranteje leeet iedereen WARDEN: rE BELEVEN poort was de woning van Hans Wiersma, de marktmeester. Later is de heer Wiersma naar Groningen overgeplaatst, om daar als markt- en havenmeester zijn werk te vinden. Boordevol beesten stond het grote marktterrein. Prachtig Fries, zwartbont fokvee. stieren, paarden, varkens en schapen. Dc handel had met handenge klap plaats. Viel het woord "geluk", dan was tot de koop besloten. Tussen dit druk man- nengedoe bewogen zich de dames Cohen, Betje en Roosje en menige boer of veekoopman werd door hen aangehouden. Met Joodse humor trachtten ze hun koopwaar; zakjes ongepelde amandelen en repen Kwatta- chocolade aan de man te bren gen. Ze schenen altijd goede zaken te doen en hun opgewekt optreden deed velen naar de beurs grijpen. Op de hoek van de Sophialaan en de Langemarktstraat stonden vrouwen met tobben water en boender. In deze waskuipen kon men de vuile klompen laten uitboenen. Met een paar centen was zo'n wasbeurt betaald. Een hele consternatie ontstond, wanneer een koe was losgebro ken en wild door de rijen vastgebonden dieren rende. Vrij willig aangeboden vangers kre gen zo'n beest weer te pakken en brachten haar tot de orde. Moeilijker geval deed zich voor als bij de in- of ontscheping een koe met een gekke sprong in de gracht aan de Willemskade terecht kwam. Met behulp van een roeiboot werd dan zo'n dier een riem onder de buik aange bracht en met de scheepstakel weer in de boot gehesen. Dodelijk was de afloop wel eens voor een losgebroken stier. Wanneer hij niet gegrepen kon worden en gevaar opleverde werd commissaris Wesser geroe pen. Die kwam dan met z'n jachtgeweer en schoot het arme dier dood. STANDWERKERS Was de veemarkt altijd een bezoek waard, ook de markt op de Nieuwestad met zijn stand werkers trok ons aan. Deze veel al Hollandse marktkooplui kon den hun babbeltje wel doen om hun waar aan te prijzen. Bij iedereen die naar hen luisterde werden de lachspieren in wer king gesteld. Op de Lange Piep stond de likdoornkoning Jaap Hollander. Deze hielp je in een ommezien van je pijnlijke ek steroog af. Door wat zalf op de likdoorn te smeren was deze spoedig verdwenen. Was er iemand onder zijn gehoor, die geholpen wou worden, dan nodigde hij die uit om op zijn podium te komen voor een gratis behandeling. Ontdeed zo'n patiënt zich van zijn sok. dan hoorde je altijd wel een jongen uit het publiek De koopman Le Grand: waterdichte onderbroeken schreeuwen; "de must dien poaten oek wel es wasse De zalf scheen tijdelijk te verdoven, was de verdoving uitgewerkt, dan kwam de pijn heviger dan tevoren weer terug. Ook de kiepemarkt onder de Oude Waag had onze bekoring. Vooral was dit het geval wan neer een haan of kip uit zijn korf was ontvlucht en in een winkel op d'e Nieuwestad zijn toevlucht zocht. Wij achter de vluchteling aan de winkel in, wat vaak grote consternatie veroor zaakte. Op de Kelders kon lapkekoop- man Le Grand het smakelijk opzeggen: "Bij Le Grand koop je ondergoed uit de eerste hand. Lang hoef je niet te zoeken voor waterdichte onderbroeken Liep dc markt ten einde en zag men iemand die een borreltje teveel had, dan wij jongens achter hem aan zingende: "hij het de bok an 't touw, hij het biet. hij het geen centen meer, hij is failliet Wij vermaakten ons als echte Leeuwarder jongens zo rond de eeuwwisseling dus uitstekend - dc herinnering daaraan is een kostbaar bezit werden de vrijdagen natuurlijk op de veemarkt en op de Nieuwestad doorgebracht. Ook daar was voor ons jongens altijd wel het één of ander te beleven. Vooral de "koemarkt" aan de Lange Marktstraat trok ons aan. Hoogst gezellig was dit markt terrein, zo dadelijk in de stad gelegen. Druk bezet waren de talrijke café's, die in deze straat huis aan huis stonden. Enkele namen van de café's schieten mij te binnen: "De Duitsche Adelaar", later in de oorlogsjaren was het alleen: "De Adelaar". Verder had je de Marktcafé's van de heren Schreinhout, Deibei, Klopma en Siderius. Ook heette één, dicht bij dat deel van de markt, waar varkens werden verhandeld "Het Zwijnshoofd". Al op donderdagavond was het in deze café's een drukte van belang. Hollandse veehandelaren waren al per trein gearriveerd, logeerden in kamertjes boven de gelagkamer en brachten met een spelletje kaart en een borreltje gezellig de avond door. Vroeg in de morgen werd het vee naar de inarkt gebracht. Het werd gedreven door de poort tegenover het Wagenplein. Hier stonden veeartsen om de dieren te controleren. MOND- EN KLAUWZEER "Mond- en klauwzeer" was uit den boze. Boven de toegangs Ook de Oude Veemarkt had onze aandacht. Op de achtergrond de marktcafé's, die alle hun bestemming verloren. Op de plaats van het pand rechts staat nu de FBTO.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 7