ONTZETTEND ONGELUK MET PRAAMSCHIP IN LEEUWARDEN 5 Lang geleden en al lang vergeten STADSNIEUWS VAN VROEGER Moeder verdrinkt met vier kinderen I Vileine ^.raixtóje leeót iedereen ER ZULLEN NU WEL GEEN LEEUWARDER MEER ZIJN, DIE HET ZICH HERINNEREN, WANT HET IS AL VIJF EN TACHTIG JAAR GELEDEN GEBEURD, MAAR VEEL OUDERE STADGENOTEN HEBBEN HUN OUDERS ER WEL OVER HOREN VERTELLEN: HET ONTZETTENDE ONGELUK MET EEN PRAAMSCHIP AAN DE:SNEKERKADE, DAT IN HET HOLST VAN DE NACHT ZONK TIJDENS EEN PLOTSELING OPSTEKENDE STORM EN WAARBIJ DE VROUW VAN DE SCHIPPER EN VIER VAN HAAR ZEVEN KINDEREN HET LEVEN VERLOREN. HET IS VOOR LEEUWARDEN EN WIJDE OMGEVING EEN VAN DE GROOTSTE DRAMA'S GEWEEST UIT HET LAATST VAN DE VORIGE EEUW EN WE ZOUDEN OOK UIT LATER JAREN, IN VREDESTIJD ALTHANS, GEEN TWEEDE, ZO TRAGISCH GEVAL KUNNEN AANWIJZEN. Het zo zwaar getroffen gezin was dat van Sjoerd Wielenga, die in 1848 geboren was in Franeker en z'n drie jaar jongere vrouw Jaaike van Kammen, die in Staveren het levenslicht zag. Het echtpaar had zeven kinderen, vier jongens en drie meisjes, variërend in leeftijd van tien maanden tot vijftien jaar. In de jaren voor de ramp woon den de Wielenga's aan de Wissesdwinger en in de Kalver- gloppe en Sjoerd Wielenga stond toen als arbeider te boek. Op de negentiende april 1890 verlieten zij de gemeente Leeuwarden en we moeten aannemen, dat ze toen met het rampzalige praam- schip zijn gaan varen. DIEP GELADEN Op de avond van de negende juli 1890 lag het schip, toen het met klei diep geladen was, aan de Snekerkade in Leeuwarden met de gehele familie Wielenga aan boord, vader Sjoerd, moeder Jaaike, Minne, vijftien jaar oud. Antje, dertien jaar, Hanne, twaalf jaar, Sjoerd. acht jaar, Jan, zes jaar, Maaike, drie jaar en Hendrik, toen maanden oud. Omstreeks een uur 's nachts schrok de schippersvrouw wak ker door een plotseling opste kende storm. Zij wekte haar man, zodra ze begreep, dat het schip wel eens gevaar zou kunnen lopen. De schipper bedacht zich geen moment, ijlde naar boven en begon meteen de praam naar de overkant van de vaart te duwen, omdat hij daar tegen de stormwind beter bevei ligd zou zijn. Terwijl hij hier mee bezig was en ook zijn vrouw met twee van de zeven kinderen aan dek geko men was, maakte het vaartuig plotseling water en zonk in de diepte weg. Intussen waren twee andere schippers op het hulpge schrei van de Wielenga's toege sneld en zij slaagden er in schipper Sjoerd Wielenga en drie van de kinderen te redden. Maar de vrouw van Wielenga en twee kinderen zagen ze voor hun ogen onder water verdwijnen, terwijl er nog twee andere kinde ren reddeloos in het vooronder lagen. RADELOZE VADER "De toestand te schetsen van den vader, die plotseling zijne vrouw en vier van zijn kinderen verloor is niet mogelijk" schreef de volgende dag de krant, die ook nog kon berichten, dat het lijk van de vrouw spoedig in de nabijheid van het gezonken schip kon worden opgehaald. In de loop van de volgende dag spoelde het lijkje van het jongste kindje, het zoontje Hendrik van tien maanden, "in het naburige Huizum" aan, maar toen men daarna het vaartuig boven water haalde, vond men nog slechts één stoffelijk overschot, zodat nog twee kinderen werden ver mist. Een van deze twee werd later nog opgevist, maar het vijfde slachtoffer werd pas gevonden op de morgen van de begrafenis van de andere vier. "Het was, gelijk te denken is" aldus de krant van die dagen, "een aan doenlijk gezicht, de vier doodkis ten en daarachter de treurende vader met de hem overgebleven drie - oudste - kinderen. Domi nee J.P. Romijn schetste in treffende woorden de grote ramp om daarna de bedroefde vader en diens kinderen op te wekken tot onderwerping in hun droevig lot. Er waren vrij wat mensen, innig bewogen, bij de begrafenis tegenwoordig". ZWARE GANG De volgende morgen moTsten vader Sjoerd Wielenga en__Min- ne, Antje en Hanne opnieuw de' zware gang maken naar de Algemene Begraafplaats aan de Spanjaardslaan, nu om Maaike naar haar laatste rustplaats te brengen, het bijna vier jaar oude meiske. dat het laatst boven water gekomen was. Na de ramp woonde vader Sjoerd met zijn drie kinderen nog in de Blokhuissteeg, aan het Ruiterskwartier en in de Blauwe Poort, maar Antje en Minne vertrokken, respectievelijk in 1896 en 1897 naar Groningen en Hanne ging in dat laatste jaar naar Amsterdam. Wat er van hen geworden is weten we niet, maar het lot van de beklagens waardige vader vernamen we wel. Al acht jaar na het drama met zijn gezin, in juli 1898, toen hij nog maar vijftig was. blies frtj in Leeuwarden de laatste adem uit. DE BLIKSEM GEFOTOGRA- f EERD De fotograaf v.d. Peijl, alhier, toonde ons een drietal foto's met opnamen van den bliksem, welke hij bij het zware onweer van 'n veertien dagen geleden nam. De foto's zijn heel goed ge slaagd. Over het donkere land schap welft zich de zwarte lucht, en op dien achtergrond teekenen zich de her en derwaarts schietende lichtstrepen af. 't Fotografeeren van het weer licht is betrekkelijk gemakkelijk, vertelde ons de heer van der Peijl. Het toestel wordt gericht op dat deel van den horizont waar de donderbuien drijven, de lens wordt opengezet, en bij het bliksemlicht legt het natuurver schijnsel zich zelf op de gevoeli ge plaat vast. (1917) De stadsgracht bij het vroegere Verlaat met links de Westersingel en rechts de Snekerkade. Hier moet het drama zich hebben afgespeeld.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 5