FA. ALEX COPINI juwelier 5ÏÏT S^.c".rM
LEEUWARDENZO WAS HET
de leeuw en tiesms»
EENZAAM LEVEN IN DE NATUUR
10
technisch installatie bureau
leeuwarden - weerd 24 - tel. 35735*
PEPERSTRAAT 11-TEL 26880-LEEUWARDEN Zilv.r «Omega dealer
NOORDERSINGEL
'wÊÊ 't 3^-leine ^Crantójè leeót iedereen
centrale verwarming
gasverwarming
oliestookinrichtingen
(Vervolg van pagina 7).
daar kon je de klok wel op gelijk
zetten.
Iri de vijf jaren van de oorlog is
Bartele niet van zijn plaats
geweest. De Duitsers hebben
hem er rustig laten zitten en
slechts een enkele maal. bijvoor
beeld bij het neerstorten van een
Amerikaanse bommenwerper op
een korte afstand van zijn do
mein. werd hij even met de neus
op de oorlogsfeiten gedrukt.
Dat Bartele zich in de zomer
maanden in z'n volle vrijheid als
een vis in 't water voelde,
begreep iedereen, maar hoe was
het mogelijk, dat hij in z'n
ongeriefelijke hut de gruwelijk
ste winters doorstond
In de barre en boze winter van
'29 zagen de Wijnstra's van de
boerderij-herberg op de Boxu-
merdam tot hun niet geringe
verbazing Bartele's moeder op
dagen; het oude vrouwtje was -
te voet - met een groot pak
dekens en kleren onderweg,
omdat ze bang was, dat haar
jongen hier zou omkomen van
de kou.
Trouwens, dat hebben de men
sen, die hem vanuit de verte
observeerden, ook in later jaren
vaak gezegd: "Het loopt nog
eens verkeerd af met Bartele, hij
vriest er nog eens dood".
Maar hoe streng de winters ook
waren, hoe koud het ook werd,
Bartele wou niet van wijken
weten en bleef op z'n post. Eerst
dus in het schouwtje in de
Jellumervaart, later in het aakje
op de vaste wal aan de Swette,
tenslotte nog in een klein
kruiserfje in de vaart. Voor
twaalfhonderd gulden werd hem
dit ijzeren schip verkocht door
een man, die hem wijsmaakte,
dat hij er beter in zou kunnen
leven, dan in het aftands
geworden aakje op de wal.
Voor schaatsenrijders, die de
Swette bereden, vormde Barte
le's plekje vaak het eindpunt van
of een mijlpaal op hun tocht.
Hier wilden ze graag even
stoppen en op adem komen,
even de schaatsen beter opbin
den en een glimp opvangen van
die zonderlinge ouwe baas.
Boer Ate Rijpma, die verderop,
richting Weidum op "Kiepen-
burg" woont, weet zich te herin
neren, dat hij Bartele zelf ook
wel op schaatsen heeft gezien.
En Yde van der Meer, de voor
ganger van Piet Weiland op de
Melkboot, herinnert zich, hoe
Bartele hem altijd adviseerde,
wanneer het al of niet winter
werd.
Zodra het begon te vriezen voer
van der Meer met z'n boot door
het diepste deel van de Swette
om een zo klein mogelijke
vaargeul te veroorzaken. Bij zijn
nadering stak Bartele z'n hoofd
buitenboord en gaf hij zijn
commentaar: "Jaag het maar
stuk" zei hij soms, "het duurt
geen drie dagen meer of we
hebben dooi weer". Of: "Kom
morgen maar niet, we krijgen
een dikke winter".
"Later bleek, dat hij altijd gelijk
kreeg" zegt Yde van der Meer
nu, "bij mijn weten heeft hij
nooit gefaald".
Daarom moet de Elfstedenvere-
niging hem via via ook wel
hebben geconsulteerd: "Wat zegt
Bartele ervan, kunnen we de
tocht vaststellen of is 't nog te
vroeg
Niet minder dan acht maal heeft
Bartele de Elfstedenrijders door
zijn gebied zien trekken, de
laatste maal in '63, toen ook Yde
van der Meer meereed. "Ophou-
we man. dou likest wol net wils"
schreeuwde hij de melkvaarder
toe, "dit is gjin dwaen Yde
haalde het eindpunt niet en weer
kreeg Bartele gelijk
Met het ouder worden vermin
derden de activiteiten van Barte
le, maar wat stikels stekke voor
de boeren deed hij nog graag.
Tot hij - in '54 - vijf en zestig
werd. Kort en krachtig deelde
hij toen vetweider Jacob Palstra
mee, dat hij nooit meer voor
hem wou werken. "Ik heb nou
m'n AOW" zei hij, "ik verdom
het langer, ik voer voor een
ander geen slag meer uit".
Een poosje later trof Palstra
Bartele, terwijl hij energiek voor
een boer aan het hekkelen was.
"Hoe nu" zei hij, "je hebt je
woord niet gehouden". "Nee" zei
Bartele, "de verleiding van 't
geld was te groot".
En zo leek het wel te zijn: hoe
meer geld de oude vrijbuiter in
handen kreeg, hoe meer hij er
van ging houden.
Tegen de kleine Sjoerd, zoontje
van boer Cuperus van de Bredyk
in Wirdum, voor wie Bartele ook