DE ONDERLINGE JUBILEERT MOSKOU EN DE GOUDEN DUCATEN 3■iiiiiiiTriYmfMgr^ii Op de plaats van de oude boerderij stond reeds eerder een boerenhuizinge van hetzelfde type, maar aanmerkelijk groter. Daar woonde omstreeks het einde van de 18e- en het begin van de 19e eeuw de veeboer, taxateur en grondbezitter Egbert Fdzes Westra. Het was in de tijd van de Franse overheersing, dat een van de zonen van de boer zich moest melden voor de dienst in het keizerlijk leger van Napoleon. De boer werd echter de gelegenheid gegeven om zijn zdon vrij te kopen, want de keizer aller Fransen kon voor zijn oorlogvoering veel geld gebruiken. De boer greep de gelegenheid aan en verkocht een groot deel van zijn uitgebreide landerijen voor een aanzienlijk bedrag aan gouden ducaten. Na het betalen van de afkoopsom aan het Franse rijk bleef er nog een aanzienlijk bedrag over. dat de boer in verband met de onzekere tijden naast de boerde rij begroet. Enige jaren na de val van Napoleon, begon de oude boerderij bouwvallig te worden. DANKBAAR Zij werd afgebroken en op hetzelfde stee werd een nieuwe hofstede opgetrokken. Uit dank baarheid, dat de betrokken zoon niet de verschrikkelijke veld tocht in het Franse leger naar het barre Rusland had behoeven mee te maken, werd in de voorgevel van de nieuwe sate de naam "Moscou" gemetseld met het jaartal 1821. Nog in het begin van deze eeuw moet de naam duidelijk leesbaar zijn geweest. Later werd zij door bepleistering van de muur aan het oog onttrokken. Wat er van de begraven ducaten terecht is gekomen, vermeldt de historie niet, maar die zullen na het vertrek van de Fransen wel opgegraven zijn om de in 1821 gebouwde boerderij te kunnen bekostigen. Omstreeks de jaren 1830 - 1850 treffen we als bewoner van de sate aan Hdxe Egberts Westra, zoon van de eerder""genoemde Egbert F.dzes Westra. Hij was vermoedelijk de zoon, die voor de Russische krijgsdienst werd vrijgekocht. Evenals zijn vader oefende hij het beroep van veehouder en taxateur uit. Hij was gehuwd met Willcmke Jans Krol en het echtpaar kreeg zeven kinderen, drie jongens en vier meisjes. Het was vooral de oudste dochter Hinke, op wie de boer bijzonder trots was. Zij was dan ook een uitzonderlijk knap meisje. Overal waar hem dat in z'n kraam te pas kwam. roemde de boer de schoonheid vaii zijn dochter. "Dal fankc" placht hij te zeggen, "dér sille hynders om dea jage wurde." Hij wilde daarmee zeggen, dat alleen een boerenzoon en niemand anders in aanmerking zou komen om in de gunst van de dochter te komen. Toch kwam het anders uil. dan de boer van Moscou zich had voorgesteld. Hinke namelijk had een ander idee over het huwelijk dan haarvader en zo kon hel gebeuren, dat zij haar liefde schonk aan een doodgewone jongen uit de arbei dersstand. Er zouden om Hinke geen paarden dood gejaagd worden. Hoewel het voor de gezeten boer van Moscou een zware opgave moét zijn geweest om zich vertrouwd te maken met de ideeën van zijn dochter, zette flinke haar zijn door en trouwde met de man van haar liefde, l'ieter Wiebes Rijpkema. Zij kwamen bij Hinkc's ouders in wonen om na hun overlijden als boer en bocrinnc de sate Moscou te beslielen. De jonge bocrinnc. geboren en getogen op de boerderij, kon met de paarden omgaan, als de beste en zij stond bekend als een volleerd paard rijd ster. NOODLOTTIGE VAL Toch zou deze kunst haar noodlottig worden, want toen zij op I augustus 1869 weer eens een ritje te paard deed, kwam zij met het dier zo ongelukkig te vallen, dat zij haar nek brak en ter plaatse stierf. Zij was nog maar slechts 34 jaar oud en liet zes nog jonge kinderen achter, twee jongens en vier meisjes. Hoe ik dat zo precies weet Omdat een van die meisjes later mijn moeder zou worden en zij heeft ons vele malen de historie van de sate "Moscou en de gpuden ducaten" verteld. R. Visser. Bijna anderhalve eeuw had zij weer en wind getrotseerd, lief en leed gekend, toen de zate "Moskou" te Hardegarijp in 1966 werd afgebroken, de oude boerderij aan de voormalige Stipsteeg, in welks gevel eens de naam "Moscou" prijkte en waaraan de overlevering van "De gouden Ducaten" was verbonden. Wegens bouwvalligheid was de sate gedoemd te verdwijnen en op de plaats ervan verrees een modern woonhuis. Dit is nu eens geen foto uit de oude doos, maar een van nu: bestuur en directeur van de Leeuwarder Onderlinge, gefotografeerd in verband met het honderdvijfentwintig- jarig bestaan van deze Brandwaarborgmaatschappij. We gaan van links naar rechts, het zijn de heren DJV1. Feiters, L. Meek, PA. de Bruin, Dr. D. Talsma, AA. Bouwes, J.F. de Jong, PJ. Moll en W.F. de Jonge, directeur. Elders in dit Kleine Krantsje meer over de jubilerende Leeuwarder Onderlinge.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 3