TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN DE RAMP MET DE WILLEM II mem?! EENS OPLETTEN WAT ER OVER R UIM DRIE WEKEN GEBEUR T 9 5d(eine 3£rantete ieeoi - Naar aanleiding van onze be richtgeving over de mysterieuze ramp met het stoomschip Prins Willem II in 1910 werd onze redactie gebeld door onze abon nee, mevrouw W. Sijtsema-de Groot uit Leeuwarden, die ons vertelde, dat zij is genoemd naar een van de omgekomen leden van de bemanning, de eerste stuurman Willem de -Groot, die toen in Akkrum woonde. Mevrouw Sijtsema zag een paar maanden na de ramp, waarbij haar oom Willem verongelukte, het levenslicht. Zij is toen naar haar oom genoemd: Willem werd Willemine. Dit zou de moeite van het vermelden nau welijks waard zijn geweest, wan neer mevrouw Sijtsema ons bo vendien niet over een zeer grote bijzonderheid had verteld en wel over een ontmoeting, die zij als meisje van vijftien, in 1925 had. In Arnhem trof zij toen een meisje, dat Logman heette en hoe het nu ter sprake kwam zal niemand meer weten, maar op een gegeven moment begrepen de meisjes, dat ze beiden iets te maken hadden met de ramp van de Prins Willem II. Vader Logman was namelijk de eerste machinist van de Willem II en hij had alle reizen van het schip meegemaakt, behalve juist de laatste, de rampzalige reis, waarbij het schip verging "Bijgaande foto's" aldus schrijft ons mevrouw H. Looienga-Terp- stra te Drachten, "zijn uit mijn lagere schoolperiode 1924-1930. Naar mijn mening was het een vrij onbekend intiem schooltje van zeven klassen in het Stads Weeshuis aan het Schoenma- kersperk. Het bijzondere aan deze foto is, dat van de 22 kinderen er maar 5 inwonend in het huis waren. De drie jongens met kale kopjes en donkere blauwe katoenen pakken en twee meisjes, ook met erg kort haar en geruite hang- schortjes. De andere kinderen kwamen vermoedelijk op voor spraak o.i.d. op dit bijzondere, voor weeskinderen bedoelde schooltje. Mijn oom was bijvoorbeeld kleermaker in het weeshuis. Ook kan ik me herinneren, dat er kinderen waren van wie de ouders oud-wezen waren. De drie laagste klassen stonden onder leiding van een onderwij zeres, toen juf Melis. In het tweede lokaal vier klassen (ik zat met nog een meisje en een jongen in de zevende) onder leiding van een onderwijzer, meester F. Ferwerda. Het tragische van deze foto is, dat twee weken voor ze gemaakt werd meester Ferwerda plotse ling overleed en hij er dus niet meer bij was. Het was een heel fijne man. We hebben toen allemaal nog een foto van hem gekregen. Vandaar nu een school foto waarop niet de trotse juf of meester in de achterhoede staat. Voorzover ik me herinner is er nog een tijdje ene heer Meijer hoofd geweest, maar al vrij vlug erna zijn de enkele wezen op lagere scholen geplaatst en is de school opgeheven. Ik zou het erg leuk vinden hier wat reactie's op te krijgen. Toen was ik Lena Terpstra. Inmiddels al in het bezit van een fijne echtgenoot, drie gehuwde doch ters en vier kleinkinderen. Voorzover ik me nog herinneren kan zijn de namen van de klasgenoten: Bovenste rij: v.l.n.r.: Tjerk Arend Brul, Gerlof Klaas Rozema Albert Werk hoven, jongen de groot. Tweede rij: Tiny Braaksma, Annie Weidijk, Henderika v.d. Meulen, Froukje Elzinga, Tiny Smit, ikzelf, Geer tje Vergonet, Cobi v.d. Meulen. Derde rij: Meisje Nijp, Tjerkje Vierde rij: Maaike Elsje Vergonet, Tiny Bosma. Vijfde rij: Teunis Dorenbos." Aldus mevrouw Looienga, die dus benieuwd uitziet of er op haar schrijven reacties komen. i ■mnrrnriiimiiiiiTii'ïïr pniFirmn

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 9