OPENBARE EXECUTIES WAREN
EENS ATTRACTIE VOOR T VOLK
"JONGENS, DER WIRDT RIUCHT DIEN P'
8
HET HUIS VAN DE VELE KOOPJES Oldegalileën 45 - Telefoon 28317
-tCleine ^^Creinteje leeet iedereen
In 1897 schreef de toen in
Haarlem wonende Leeuwarder
dokter Johan Winkler in de
Friesche Almanak een bijzonder
interessant stuk over de bestraf
fing van misdadigers in vroeger
tijden.
In twee delen zullen we dit
verhaal overnemen met de op
merking, dat de inleiding van
Winklers bijdrage geschreven
zou kunnen zijn in deze tijd.
Leest U maar.
Dc tijden waarin men de misda
digers gerechtelijk aan den lijve
strafte, de moordenaars ophing,
de brandstichters en ander ge
spuis brandmerkte, de groote
dieven geesselde. de kleine
dieven te schande zette (men
noemde dit evenwel te pronk
zetten), alles in het openbaar -
die tijden zijn reeds lang voorbij.
Maar bejaarde lieden onder ons
hedendaagsche geslacht herinne
ren zich die zaken nog. En wat
/ij zeiven daarvan niet gezien
hebben, dat hebben zij toch
hooren vertellen door hunne
ouders en grootouders.
Ook mij gaat het zoo. Uit mijne
jeugd herinner ik mij een en
ander zelf te hebben gezien en
bijgewoond. En andere zaken,
die ik zelf niet heb kunnen zien.
weet ik mij te herinneren uit de
verhalen, in mijne jeugd gehoord
uit den mond mijner Ouders en
andere verwanten. Deze herinne
ringen. in geschrifte gebracht,
mogen hier een plaatske vinden.
In onze, dagen, nu zoo vele
gruweldaden ongestraft blijven,
of anderszins, onder den naam
van gevangenisstraf, met eene
zoogenoemd "humane" verzor
ging en verpleging, jaren lang.
schier beloond worden - in onze
tijden, nu zoo velen, te recht, om
de herstelling van den doodstraf
roepen, nu hebben deze herinne
ringen voor dezen en genen
wellicht eenige waarde - zeker
lijk althans eenige waarde uit
het oogpunt der beschavings-ge-
schicdenis.
HET SCHAVOT
In de vorige eeuw stond te
Leeuwarden het schavot, met
galg en gcesselpaal, op het plein
voor dc gevangenis, of het
blokhuis, zooals men toen nog
dat gebouw, sedert zoo veranderd
en vergroot, noemde; binnen of
buiten de gracht, die de gevan
genis van het zoogenoemde
Blokhuisplein scheidt, dat weet
ik niet.
Boven op de steenen zuil. die als
gcesselpaal diende, stond een
steenen leeuw, in opgerichte
houding, met opgehevenen voor
poot. Als er eene lijfstraffelijke
rechtspleging zoude plaats heb
ben. werd er in den klauw van
dien voorpoot een bezem, zonder
stok. gestoken; zekerlijk oor
spronkelijk een bundel tucht- of
gcessclroeden, of geesselrijs. als
een zinnebeeld. Zulk eene rechts
pleging had in den regel des
Saterdags voormiddags plaats,
omdat de weekmarkt te Leeuw-''
arden toenmaals op Saterdag
gehouden werd. en niet op
Vrijdag, zoo als thans. Immers
dan konden de dorpelingen, die
wegens de markt in de stad
blijmafe toe: "Der wirdt riucht
dien
Juist zoo deed dc Leeuwarder
schooljeugd, eene eeuw later -
zoo als verder in dit opstel
vernield worden zal.
Daar was oudtijds te Leeuwar-
Het schijnt overigens, dat de
Leeuwarders oudtijds veel met
hunne twee galgen hebben te
doen gahd. Immers de bijnaam
"Leeuw arder galgelappers", waar
onder zij nog heden bij de
andere Friezen bekend staan.
Het vroegere Hofplein, waar Johan Winkler als klein jongetje de moordenaar Ruurd Passchiers van Dijk
aan de galg zag hangen.
kwamen, mede van het schouw
spel genieten.
In der daad. het scheen wel voor
velen een genot te wezen; terwijl
anderen, half ook uit gewoonte,
het zich schier tot eenen plicht
rekenden, de terechtstellingen
bij te wonen.
Vooral als er een bekende,
vermaarde moordenaar of ande
re misdadiger zoude "berecht
worden" (zoo als men toen
sprak), haastte het landvolk zich
om in tijcis in stad te zijn, en het
schouwspel niet te verzuimen.
De lieden die uit Wirdum en de
andere dorpen van Leeuwarde-
radcels zuidelijk trimdel, of ook
uit Idaarderadeel, en, over Wei-
dum. uit Baarderadeel, langs
den H oogend ijk (thans den
Overijsselsehen straatweg) in
stad kwamen, keerden ter her-
berge, in buiten de Wirdumer-
poort. in de Klanderij of in den
Posthoorn. Terwijl de boeren
dan hunne paarden aldaar uit
spanden en te stal brachten, of
anderszins nog ecnig oponthoud
hadden, haastte zich veelal een
ïunner om binnen de Wir-
dumer-poort te komen, klom op
het bolwerk, van waar hij op het
Blokhuisplein kon neerzien (de
huizen van den Nieuwenweg,
achter Muntenburg, waren er
toen nog niet), en riep dan. als
hij den bezem of roedenbundel
in den klauw van den leeuw op
den gcesselpaal bemerkte, zijnen
makkers, over de gracht heen, de
den nog eene andere gerechts
plaats. nog eene andere galg,
even buiten de stad. aan de
Harlingcr-vaart, waar nog heden
de namen galgeftnne, galgestring
en galgerak. eigen aan een stuk
weiland, aan eene strook bouw
land en aan een gedeelte van de
vaart daarnevens.de herinnering
daaraan in stand houden. Ter
wijl de galg buiten de poort, bij
voorkomende gelegenheid, voor
de ingezetenen en landzaten zei-
ven diende, werden aan de galg
in dc stad vreemdelingen, land
loupers en allerlei geboefte, ook
de soldaten gehangen - als ze dit
namelijk verdiend hadden.
Dies gold het hangen aan de
galg buiten de poort, bij de
Leeuwarder burgerij voor "fat
soenlijker" (als ik het zoo eens
noemen mag), dan het hangen
aan dc galg in de stad. Eens, 0111
welke redenen weet ik niet. werd
een soldaat van het garnizoen te
Leeuwarden, opgehangen aan de
galg buiten de poort. Deze
smaad, hunner eigene galg aan
gedaan. verdroot den Leeuwar
der burgers, die zich daardoor in
luitinc eer gekrenkt gevoelden.
ONSE GALG
Een van hen bezw aarde zich dan
ook deswegen bij de regeering
der stad. "De galge foor 't
blokhuus". zeide hij, "dat is de
soldategalge; mar de galge buten
de poort, die is foor ons en 011s
kiinders
schijnt dit aan te duiden.
Dc gerichtsplaats - schavot met
galg en gcesselpaal "foor 't
blokhuus", is waarschijnlijk in
het laatst der vorige eeuw buiten
gebruik gesteld, afgebroken en
opgeruimd. Althans omstreeks
liet midden dezer eeuw stond het
schavot (zooals ik bij eigener
aanschouwinge weet) op het
Hofplein, vlak voor het toenma
lige Koninklijke paleis, het al
oude Stadhouderlijke hof. thans
het huis van den Commissaris
der Koningin; en wel'Tiaar den
kant van het raadhuis, vlak voor
het ijzeren hek, dat een open
plaatske tusschcn het gebouw
der hoofdwacht en den zijgevel
van het raadhuis afsluit.
Reeds des Donderdags namid
dags tegen den avond werd het
schavot daar opgericht, als het
des Vrijdags voormiddags, dus
ook al weer opzettelijk op
marktdag, moest gebruikt wor
den.
Ik heb dat meermalen gezien, en
speelde dan met mijne makker
tjes op de stapels balken en
planken, waarvan de stads-tim-
merknechts het schavot opbouw
den.
Dat schavot was een getimmerte,
geheel van hout, van donker
rood (bloedkleurig) geverwde
balken en planken; het was
vierkant van vorm, en werd
langs eene breede trap beklom
men.
De vloer van het schavot was in
liet vierkant door een hek
omgeven, en verhief zich mans
hoog boven den grond, zoodat
iedereen uit de schare, die bij
rechtspleging het schavot om
ringde. al stond hij ver af en
achteraan, toch goed zien kon,
wat op dien schavotvloer gebeur
de. Midden op het schavot werd
dc galg of de geesselpaal, al naar
't noodig was, opgericht. Hoe de
galg er juist uitzag, weet ik niet;
ik heb dien toestel maareens
vluchtig gezien, en wendde toen
het gelaat af. door schrik
bevangen. Maar de geesselpaal
was een stevige, hooge paal, rood
geverwd, en, ter hoogte van de
middel eens mans, van eenen
ijzeren beugel voorzien, waarvan
een gedeelte, bij middel van een
scharnier, kon open gemaakt en
dicht gesloten worden. Die
beugel sloot om de middel van
den man of de vrouw, die de
straf van brandmerken of van
geesselen moest ondergaan. De
straffcling stond dan met het
gezicht naar den paal gewend,
zoodat hij of zij den ontblooten
rug den beul en den volke
toekeerde. Bovendien werden de
handen door een touw rondom
de polsen saamgebonden, aan de
lange uiteinden van dat touw, 't
welk boven aan den paal over
een katrol liep. hoog tegen den
paal op omhoog getrokken en
daar bevestigd, om den straf
fcling te beter weerloos te
maken.
BRANDMERKEN
Ook zijne voeten, door een touw
rondom de enkels saamgebon
den. werden met dat touw aan
den geesselpaal bevestigd. De
gerechtsdienaars (dienders noem
de de Leeuwarder volksmond
deze mannen - misschien nog
wel) hadden daartoe den misda
diger aan den beul en zijne
knechten overgeleverd, en deze
laatstgenoemden brandden dan
met een gloeiend ijzer, als eenen
grooten stempel, het brandmerk,
een letter, op het rechter schou
derblad; of zij geesselden den
blooten rug van den straffeling,
beurt om beurt, slag om slag,
met eenen bundel taaie, lenige
berkenroeden, of beter gezegd,
berkenrijs. Eene wacht soldaten
omringde het schavot, om het
volk af te keeren.. en gedurende
de strafoefening sloegen de
tamboers eenen harden roffel op
hunne trommels, om het gekerm
der straffelingen te overstem
men. Bij het zoogenoemde te
pronk staan, stonden de veroor
deelden. met samengebondene
handen, een uur lang of langer,
vastgebonden aan het hek, dat
als eene lage borstwering den
schavotvloer omringde, met het
gelaat gekeerd naar de volksme
nigte. rondom het schavot saam-
gestroömd. Zij hadden een groot
vierkant stuk bordpapier op de
(Vervolg op pagina ia).
IS HET ADRES VOOR AL UW VESTEN TRUIEN HELANCAPANTALONS MAILLOTS M