1875 OVERDENKINGEN Rabobank 9 "Ik spaar bij de Rabobank, dan heb ik altijd geld en goede raad bij de hand' rantójè leeót iedereen Pieter Hoekstra, wagenmaker, wonende op Keijzersbuurt buiten de voormalige Wirdumerpoort, klaagt dat hij gisterenavond is uitgescholden voor dief. enz. door Hijlkema mede aldaar wonende. Aanleidende oorzaak is, dat Hijlkema voor ongeveer twee maanden geleden een balk is kwijtgeraakt en Hoekstra daarmede beschuldigde dezelfde weggehaald te hebben. Getuigen Hasker en zijn vrouw, wonende op Keijzersbuurt. Voor ongeveer veertien dagen geleden verloren door Frouwkje Koster, wonende in de Boterhoek, een witte vrouwenzak, waarin een bruinlederen portemonnaie met f 2.40 aan geld. Twee ijzeren hoefsels, twee ijzeren gewichten, een zak met oud ijzer en zink afgegeven aan Frederik de Jong, koopman, wonende in de Slotmakersstraat, tegen betaling van f. 0,30 cents kosten. Door den marktmeester afgegeven het schaap, door hem op schutstal gebracht, aan Tjiste Jongsma, oud 31 jaren, van beroep koopman, geboren en wonende nabij Dockum. Wiebe Oost. turfschipper, liggende met zijn schip aan de Nieuwekade, klaagt dat hij hedenmorgen is uitgescholden voor dief, enz. door Marijke Kleisma, huisvrouw van Jan Beers, turfschipper, mede aldaar liggende. Aanleidende oorzaak is, dat Oost een turfmandje had, hetwelk door Beers als het zijne werd herkend. Getuigen Tjibbe Bakker en Jacobus Bakker, turfschippers, beide liggende aan de Nieuwekade. Hoog rapporteert dat omstreeks acht uur brand is ontstaan in de Potkast van Levi Feitsma, wonende in de Gr. Kerkstraat, doch door hem en Wagenaar, wonende in de Bontepapesteeg, is gebluscht. Door O. Beetjes en J. Hoekstra, beide wonende op Keizersbuurt, in de Stadsgracht drijvende gevonden een balk, lang 16 voet en gemarkt M.Z. en door hen vastgemaakt aan de wal voor het huis van Hooghiemstra, Gevonden door Popje van Hiling, wonende in de Ype Brouwersteeg. een zijden zakdoek. Marijke Luvé h.v. van Pieter Beeling. wonende aan het Zaailand, klaagt dat zij gisterenavond omstreeks 11 uur is uitgescholden door Hendrik Beeling. wonende op de Z.Kade, voor matrozenhoer, enz. De oorzaak is dat zij geld van Hendrik in bewaring had en het hem eerst niet wilde teruggeven, aangezien hij beschonken was. waarop hij, het geld hebbende, is begonnen te schelden. Getuigen Vrouw Balt en Vrouw de Hnns. wonende Zaailand. Vrouw Zandvoort, wonende op de Groeneweg. klaagt dat zij gisterenavond omstreeks 9 uur door haar man in hun woning is gedreigd, dat hij haar zou doodsteken, waarop zij door de buren is geholpen haar woning te verlaten, daar Zandvoort erg beschonken was. Oorzaak is een huishoudelijke twist, die zich telkens herhaalt. Manus van Kleef, koopman, wonende op de Nieuweburen, klaagt dat Betje Dwingersma en Rietje Leidensdorp. beide wonende op de Nieuweburen, een praatje uitstrooien dat hij tegenwoordig het heertje is. van driehonderd guldens, die hij heeft afgezet, dat hem gezegd is door Natan Polak, wonende in de Slotmakersstraat. Van Kleef verzocht beleefdelijk dat zij daarover worden onderhouden. Vermist door den heer Cohen, tandarts, wonende in de Minnemastraateen zwarte alpaga paraplue met zijden rand, bruine stok met hondenkop, bruin prentje waaraan één kwastje, welke door Zed. was geplaatst in de gang van het huis van wijlen R.O. Bottinga, in de Ype Brouwersteeg, tijdens het bezigtigen der te verkoopen goederen. Door v. Brakel aan de wacht gebracht JohannesStede, arbeider, die in beschonken toestand en met bebloed gezicht op de stoep zat van den kastelein Postma op het Hofplein. Ter beschikking in arrest gesteld. (Vervolg van pagina 3). Voor kleine kinderen, die nog "geloven" verschijnt de Sint nog altijd in levende lijve. In Amster dam komt hij altijd per stoom boot aan en wordt dan, al naar mate hij de rijkunst machtig is, op een meer of minder oude knol gehesen, waarna hij om ringd door Zwarte Pieten, in optocht naar de Dam rijdt, waar hij wordt toegesproken door de burgemeester. Dat is de officiële Sint van Amsterdam, die door duizenden kinderen wordt toege juicht. Er zijn ook minder officiële, die er een zaakje van maken en die ter stimulering van de consump tie verschijnen in de kroegen van de Nieuwedijk en de Zeedijk en die soms, na zelf ook rijkelijk aan Bacchus te hebben geofferd, ruzie krijgen over de verdeling van de buit. Het is maar goed dat de kinderen dan al naar bed zijn, want te vroeg zou hun een illusie worden ontnomen, als ze vechtende sinterklazen, met een verfomfaaide mijter op het hoofd en een gescheurde toga aan het lijf. zouden zien opbren gen naar het bureau Warmoes straat. Zelf ben ik ook wel eens opgetreden als Sint-Nicolaas en ik heb me er steeds over verwonderd, dat, als je van kleine kinderen houdt, die rol zeer gemakkelijk is te spelen. Ik zie nog al die ernstige en "gelovige" gezichtjes voor me en ik hoor nog die trillende stem metjes, als ze een liedje ten beste moesten geven. Je bent er dan met één in en bent kind met de kinderen. Ik herinner me, dat ik een keer ben opgetreden als St. Nicolaas in een school in een Amsterdam se volksbuurt, waar mijn vrouw onderwijzeres was. Ik kwam aangereden op een politiepaard cn werd met luid gejuich ontvan gen. Ik werd naar een klasselo kaal geleid, waar een zetel voor me gereed stond. Ik kreeg een groot boek, waarin ik zoge naamd over het gedrag van de peutert jes werd geïnformeerd. Ééntje was erbij, die blijkbaar nogal stout was en die ik eens onder handen moest nemen. Wel, ik deed m'n best. Ter algemene lering nam ik het kleine meisje op mijn schoot en sprak het zacht vermanend - althans dat dacht ik - toe. Het keek me met steeds groter wordende ogen aan en het pruil- lipje werd al spoedig merkbaar, zodat ik mezelf ook onbehage lijk begon te voelen. Daarbij kwam. dat ik het kleine hartje onstuimig voelde kloppen tegen m'n hand die ik om het kleine lijfje had geslagen. Er zat echt een hoopje ellende op mijn schoot, maar ik meende, dat ik mijn plicht goed vervulde en paedagogisch m'n taak op de juiste manier volbracht. Maar mijn vrouw kwam woedend naar mij loc cn rukte het kind van m'n schoot, terwijl ze me toe voegde: "Dat gaat te, ver. Sinter klaas". Ik zal toen wel erg beteuterd gekeken hebben, want de andere aanwezige leerkrach ten stonden duidelijk te gnuiven, 'n Paedagoog stak er dus blijk baar niet in mij. Aan de andere kant was het natuurlijk ook niet erg verstandig zo'n kleine hum mel op je schoot te nemen. Die krijgt dc stuipen, als ze zo'n brommende stem te voorschijn hoort komen uit een zwaar gepoederd gezicht met grote witte wenkbrauwen cn een dito baard, terw ijl een grote steek dat alles overraagt. Voor een kind, om de rillingen van te krijgen. Hoewel vele tradities niet meer worden gevolgd en vele begrip pen aan betekenis hebben inge boet. hoop ik dat het Sinter klaasfeest in Nederland het populairste feest van het jaar zal blijven. Ik tik dit stukje op de dag, waarover ik spreek cn ben me er plotseling van bewust, dat ik U dus geen prettig Sinterklaas meer kan wensen, want het kan pas over enige weken in het Kleine Krantsje verschijnen. Staal U mij daarom toe, U in plaats daarvan. Prettige Kerst dagen en een voorspoedig Nieuw jaar te wensen. Den Haag, Mr. J.S. Bijl. I geld en goede raad

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1975 | | pagina 9