WEEK LOGEREN IN AMSTERDAM
EEN HELE BELEVENIS
ZEVENTIG JAAR GELEDEN:
5
f Si/ei»ie 3£rc<r teje (ee^f iedereen
DOOR
J.C. V. DAM
Schilderachtige oude huizen aan de Kromboomsloot.
Het was voor mij, als twaalf-jari
ge jongen, een hele belevenis
toen ik voor een week uit logeren
ging naar Amsterdam.
Daar mijn ouders de reis met de
Hollandsche spoor, Stavoren -
Enkhuizen, vanwege het over
stappen nogal riskant vonden,
werd deze Amsterdamse reis per
StSnfries ondernomen. Ook was
ze goedkoper; per spoor onge
veer drie gulden en per Stanfries
boot slechts één. En het geld had
waarde in die jaren
Maar niettegenstaande de goed
kopere reis, lachte ook de lange
re zeereis, vanuit Harlingen naar
Amsterdam, mij terdege toe.
Zo'n reis over de Waddenzee en
Zuiderzee kon mijn jongenshart
recht bekoren.
Het was mijn eerste zeereis, toen
niet wetend, dat later veel
grotere reizen zouden volgen.
De Stanfriesboten lagen aan de
Willemskade zuidzijde in de
buurt van het pontje bij de
Schoolstraat. Hier was het kan
toor en ging men aan boord.
In de kajuit voor reizigers was
jmimte voor zo'n acht man.
Het stomen door de Harlinger-
vaart gaf voor mij weinig nieuws.
Het deed denken aan mijn
bootreis naar Bolsward met het
Bolswarder bootsje. Deze vaart
was echter niet zo vermaard als
wel de Bolswarder, die negen en
negentig bochten telde.
De boottocht van Harlingen
naar Amsterdam had een kalm
verloop. In de zeevernauwing
Staveren - Enkhuizen was het
water slechts wat onrustig. Maar
van stormachtig kon men niet
spreken.
Zeeziekte kwam aan boord niet
voor en de roep "man over
boord" werd niet gehoord. Het
ging door de "Oranjesluizen" de
Amsterdamse haven "het IJ"
binnen. Deze. door de Stinfries
afgelegde reis werd in "Hollands
bloeitijd" ook genomen door de
schepen van de Oost-Indische
Compagnie. Een handelsonder
neming, die van de stad Amster
dam één der rijkste koopsteden
van Europa maakte.
Later, toen de Zuiderzee ver
zandde werd vanuit Den Helder
het Noord-Hollands Kanaal ge
graven en weer later de veel
kortere weg het "Noordzeeka
naal".
Onze aanlegplaats in Amster
dam was achter het Centraal
Station, ongeveer daar waar de
pont naar het Tolhuis, het ont
spanningsoord voor vele Amster
dammers, vertrok.
Mijn eerste indruk van Amster
dam was geweldig. Wat een
wereldstad Zo vanaf het bordes
van het station was de aanblik
groots. Voor mij, rechts, het
prachtige Victoria Hotel, daar
tegenover, links, het grote kan
toor van het Leger des Heils.
WAT EEN DRUKTE
En wat een drukte op straat
De trottoirs waren vol mensen
en luchtige, geheel open tramwa
gens reden heen en weer in de
brede straten. In deze trams zat
men op gemakkelijke houten
banken heerlijk in de open
lucht.
Hier op 't Damrak zaten de
mensen op het bordes voor hun
hotel. Alles leek mij interessant.
En wat waren de huizen hoog, ik
telde wel vier verdiepingen.
Aan het Damrak stond de
nieuwe beurs, één der grootste
geldmarkten van Europa. Dit
pas gebouwde gebouw vertoonde
verzakkingen waardoor muur-
scheuren ontstonden. Deze brach
ten de Amsterdamse gemoede
ren nogal in beweging. En de
ondeugende stadsjeugd zong;
zeker ook bedoeld op het
vrouwelijke personeel werkzaam
in 't gebouw; niet al te kuis; eri
de nieuwe beurs zit vol met
scheuren, wat zal er gebeuren,
vraagt men zich af
Het Damrak afgewandeld te
hebben kwam men op de Dam,
het hart van de wereldstad. Fier
en trots stond hier op het grote
plein het standbeeld Naatje,
afbeeldende, in volle glorie "De
Nederlandse Maagd". Zij stond
met het gezicht naar het
prachtige Koninklijke Paleis,
waarvan onze grote dichter
Vondel zei: "Het Koninklijk
paleis, des werelds achtsten won
der, van zo veel steens omhoog
en zoveel houts van onder Dit
laatste sloeg op het bekende lied:
"Amsterdam die grote stad is
gebouwd op palen, als die palen
nu eens braken, wie zal dat
betalen
Voor mij had Amsterdam vele
bezienswaardigheden: een lieflij
ke plaats was "Artis"; deftig
uitgedrukt: "Natura artis magis
tral wat zeggen wil: "de leer
meesteres der kunst". De entree
laan met aan weerszijden op
paaltjes vastgebonden papegaai
en was bijzonder mooi. Deze
prachtige siervogels, een kleu
renpracht, waren een lust voor
het oog.
Op een vastgesteld uur werden
de leeuwen, tijgers en andere
wilde beesten gevoederd.
Lang kon ik ook staan kijken bij
de apenkooi. Wat konden deze
beesten zich in hun verblijf
amuseren.
HET VONDELPARK
'Naast de Artis trok in Amster
dam het Vondelpark. Heerlijk
was het hier door de lanen en
langs de vijver te wandelen. Men
was hier in een echt stukje
natuur.
Wandelend door de stad mocht ik
ook graag een kijkje nemen in
het "Bagijnen-Hofje". Vanuit de
drukke Kalverstraat ging men
door een poortje en kwam dan
op een klein plein door eenvou
dige huisjes omringd.
Hier werd men plotseling ver
plaatst uit het oorverdovend
rumoer in de Kalverstraat in de
dodelijke stilte van het hofje.
Een ommekeer die een ieder
aangreep.
Gedurende mijn logeerweek in
Amsterdam bezocht ik ook het
Rijksmuseum, waarvan meester
op school wel het één en ander
had verteld. Het overtrof ruim
schoots mijn verwachtingen.
Uren doolde ik hier door de
ruime zalen, had ogen te kort.
Vooral de schilderij-afdeling had
mijn belangstelling. Het doek de
Nachtwacht van Rembrandt vond
ik machtig mooi. Het leek mij
geen schilderij maar hier stond
voor mij een groëp sierlijk uitge
doste krijgslieden. Ook het
schilderij Het Straatje van Ver
meer had mijn bewondering.
Men voelde neiging de hand in 't
straatje te steken vanwege de
diepte die het schilderstuk ver
toonde.
HEERLIJK SLENTEREN
Trokken bezienswaardigheden
in de stad mijn aandacht, ook de
stad zelf mocht ik graag. Zo op
mijn eentje door de stad te
wandelen, alles goed opnemend,
was ook naar mijn smaak. Met
belangstelling kon ik, achter de
grote spiegelruiten, de etalages
bekijken en had graag verschil
lende spullen willen kopen,
maar, bij mij was schraalhans
keukenmeester.
Een, voor mij, in die jaren
eigenaardige zaak vond ik de
Fransche Bazaar in de Regulier-
breedstraat. Deze grote winkel
kon men vrij binnenstappen,
zonder verplichting tot kopen.
Men wandelde door gangen, met
aan weerskanten toonbanken vol
met allerlei galanterie-artikelen.
Deze kon men ter hand nemen,
goed bekijken voordat men tot
kopen besloot. Hier kon men
zichzelf bedienen en rekende af
bij de kassa. Waarschijnlijk was
deze Fransche Bazaar een der
eerste zelfbedieningszakcn, win
kels die men nu in elke stad
vindt.
Gedurende mijn verblijf in
A'dam trokken ook de grachten
mij aan. Zo'n wandeling langs:
Heerengracht, Keizersgracht of
Prinsengracht was erg prettig.
Hoe heerlijk deed hier de stilte
aan, in tegenstelling met het
rumoer in andere stadsgedeel
ten. Rustig kabbelde het water
door de fraai met bomen om
zoomde grachten. Hier bleef
men onwillekeurig even staan en
boeide het oog de gevels van de
prachtige patriciërshuizen aan
weerskanten. Sierlijke trapgevels
met beeldhouwwerk en gekleurd
glas in lood gedecoreerd.
(Vervolp or> oripina 10)
Niet minder pittoresk: de Herengracht bij de Leidsegracht.