WANDELINGEN DOOR DE SCHRANS
EN LANGS HET JUFFERSREEDSJE
WAT IS ER VEEL VERANDERD
8
t ^lClcine 5£ra«t<s/e leent iedereen
Wat is er in de loop der jaren
veel veranderd in ons oud
Leeuwarden
Wie hier lange tijd niet woonde
en nu de buitenwijken doortrekt,
kan zich als geboren en getogen
Leeuwarder moeilijk oriënteren.
Dikwijls stelt men zichzelf de
vraag: waar ben ik nu eigen
lijk Voorheen stille straten
zijn veranderd in drukke wan
del- en winkelstraten.
Ook de Schrans heeft een grote
verandering ondergaan. Zie de
Schrans nu en die van tientallen
jaren terug. Toen een simpele
dorpsstraat met eenvoudige hui
zen en winkels, nu een drukke
winkelstraat. Met tal van grote
zaken.
Spreekt men nu, zo voorbij de
Huizumerlaan. van de Verlengde
Schrans, vroeger heette dit de
Overijsselse Straatweg. Maakt
nu de Schrans deel uit van de
gemeente Leeuwarden, voorheen
behoorde ze tot de gemeente
Leeuwarderadeel.
DE GRENS
Bij de spoorwegovergang was de
grens tussen de beide gemeen
ten. Volgens "ouwe Schransers"
liep die grens dwars door de
oude herberg die daar aan de
spoorbaan stond. Zat men in de
gelagkamer, aan de ene kant in
de gemeente Leeuwarden, aan
de andere kant zat men in
Leeuwarderadeel.
Deze herberg aan de spoorlijn
werd later de autoherstelplaats
en garage van de heer Wiersma.
Bezocht ik als jongen de
Schrans, dan kon ik niet nalaten
een kijkje te nemen in de zadel
en leerwarenwinkel tegenover de
oude herberg. Hier stond een
prachtig opgezet paard. Van
alles was dit paard voorzien;
koptuig met oogkleppen, zadel,
stijgbeugels etc. Ik vond het een
mooi stuk werk.
Was de Schrans dus een stille
dorpsstraat, die naam kwam niet
van pas op de donderdag. Op
déze dag, vóór de Leeuwarder
veemarkt werd de rust verstoord
door het geloei van koeien en het
geblèr van schapen. Boeren, uit
omgevende dorpen dreven dan
hun vee naar de markt. Stoksla
gen en ruwe woorden schenen
hierbij noodzakelijk.
Wij hielpen de koedrijvers vaak
een handje mee.
CIRCUS
Soms trok de Schrans belang
stelling omdat er wat was te
zien. Zo herinner ik mij een
circus, dat zijn tent had opgesla
gen op een stuk weiland, waar
nu ongeveer de Raadhuisstraat
is. Wel was dit geen Barnum en
Bailey, maar volgens mensen, die
het hadden bezocht, waren de
paarden dressuur en acrobatiek
heel goed.
Dan heeft er eens een showtent
gestaan op een stuk land tegen
over de Huizumerlaan.
Een circus kon je het niet best
noemen, het was meer een tent,
waarin allerlei vreemde aardbe
woners zich vertoonden Daar
zag men mensen in vele kleuren:
zwart, bruin, geel een rood. Ze
waren uitgedost in hun karakte
ristieke klederdrachten en van
de wapenen voorzien, die ze in
hun eigen land ter verdediging
of op de jacht nodig hadden.
Dit groepje vreemde snuiters
logeerde in een café in de
Baljeestraat. Wij knapen wacht
ten dit gezelschap dan af,
wanneer ze lopende van daar,
naar hun tent gingen voor de
middag- en avondvoorstelling.
Eens per jaar was er in de
Verlengde Schrans een harddra
Winterromantiek bij 't Juffersreedsje....
verij van paarden op de korte
baan. De straatweg was dan met
zand bestrooid. De pikeurfamilie
Siderius, de vader Abe en zijn
zoons Marten en Johannes
boekten hier nogal eens succes
sen.
PRACHTIGE VILLA
Wandelend van de Huizumer
laan naar het Juffersreedsje viel
in het oog op een grote,
prachtige villa, Huize Bornia,
later de Bornia Kliniek. Deze
werd bewoond door de adelijke
familie Buma. De beide doch
tertjes van deze welgestelde
familie werden elke schooldag
naar de deftige meisjesschool
van mevrouw Buis, op 't Hof
plein gereden in een ezelkarretje,
vergezeld door een lakei. Het
was een aardig gezicht dit kleine
koetsje, met de beide jongeda
mes er in, getrokken door een
langoor, door de Schrans te zien
trekken. Veel voorbijgangers
bleven even staan kijken naar
dit leuke tafereeltje.
Achter Bornia State was een
fraai park met vijver, omringd
door bomen van velerlei soort.
Behoorde dit stukje natuur
schoon eerst bij het deftige huis,
later werd het een publiek
wandelpark. Veel Schransers
hebben daar een genoegelijk
uurtje doorgebracht. Helaas is
dit mooie hoekje ten prooi
gevallen aan de bijl. Omwonen
de Schransers konden in de
strenge winters van de bezet
tingsjaren niet nalaten de bomen
te vellen en zich van hout voor
huisverwarming te voorzien.
Achter het Borniapark was het
terrein van de voetbalvereniging
Friesland.
Een mooi wandellaantje bracht
je bij de hoofdingang.
JUFFERSREEDJE
Leeuwarders die niet tegen een
fikse wandeling opzagen en eens
echt buiten wilden zijn kozen
wel het Juffersreedsje. Deze
benaming is later veranderd in
Badweg, in verband met de
badinrichting die hier is geweest.
Zo'n wandeling had vaak als
doel een bezoek aan het Melk-,
huuske. Dit was een gelegenheid
voor het drinken van een glas
melk. Dit Melkhuuske was cc
klein boerderijtje bij T trrpa
over de Wirdumervaart. Hier
stonden aan de vaartkant een
paar tafeltjes met stoelen. Men
kon hier even uitrusten en er
voor zes centen een glas melk
gebruiken. Alles was even een
voudig en heel leuk.
Op zo'n wandeling langs het
Juffersreedsje, dwars door wei
en bouwland, genoot men volop
van rust en stilte. Dit genot werd
eens verstoord toen er in de stad
het gerucht ging, dat er hier een
spook was gesignaleerd. Heel
wat Leeuwarders en vooral
jongens togen er op een avond
op af om dit mirakel te zien. Op
de bewuste plek kregen we
werkelijk, na lang wachten, een
gedaante te zien, omhuld door
een ruim wit kleed met een soort
Sint Nicolaassteek op, die aller
lei vreemde capriolen maakte.
Het leek afschrikwekkend en
velen van ons waren dan ook
door angst bevangen. Het was
een ware opluchting toen twee
stevige knapen, met knuppels
bewapend, het plan opnamen
het spook op te zoeken. Ze
wilden het naadje van de kous
weten.
EEN GRAPJAS
Vol spanning werd hun terug
keer afgewacht. Maar wie be
schrijft onze verwondering toen
ze terug kwamen en vertelden
nergens een spook te hebben
gezien, hoe ze ook het weiland
hadden afgezocht. Was er dan
geen spook geweest, was het
slechts gezichtsbedrog
Stellig had een grapjas ons
beetgenomen Die man moet
een bootje hebben gehad, waarin
hij zich in veiligheid kon bren-
(Verder lezen op pagina 9
De bekoring van het oude Borniapark: voorgoed verleden tijd.
woonden er in het hart van de
oude binnenstad heel wat Joodse
vellenhandelaars, de Cohens, de
Dwingers en Schuyer niet te
vergeten. Dwinger woonde aan
de Breedeplaats, maar hij had
z'n velleninleggerij aan de Pop-
tasteeg - daar kwamen altijd veel
mensen van buiten om er
huidjes te brengen van mollen,
bunzingen, konijnen en ook wel
eens van een kat. Schuyer placht
voor de veemarktcafé's te staan
om daar van de boeren de vellen
op te kopen.