4
Friesland Bank
C\dJou iiet
mg fttoujt.-
Uw eigen bank
oldegalileen
weZen
't kleine IlCranteje leeót iedereen
i
Heerlijke jeugdherinnering: het draaiorgel van Buwalda en De Vries.
fam. de Vries, vader, zoon en
de schoonvader van de zoon, een
zekere Buwalda. Deze Buwalda
was afkomstig uit een kermisfa
milie, Buwalda was een klein
vlug mannetje met een blauwe
schipperspet en droeg altijd witte
gymnastiekschoenen.
Vader de Vries was een grote
man, die een hand miste, waar
schijnlijk vroeger op de strookar-
ton fabriek gewerkt met alle
gevolgen van dien. Buwalda en
de Vries sr. liepen met de mans-
bak, en de zoon draaide het
orgel.
Nog zie ik de Vries sr. een
andere melodie op het orgel
zetten, hij stootte dan met z' n
invalide arm tegen de cilinder om
deze enige millimeters op te laten
schuiven.
Er was een melodie die ik erg
mooi vond n. 1. de Florentiner-
mars van Fucik.
Van mijn moeder mocht ik stra
ten ver met het orgel mee, er was
toen bijna geen verkeer. Het
draaiorgel is ook in mijn verdere
leven een grote plaats blijven in
nemen.
Ook was er een voddeman Pier
(achternaam?) die regelmatig
langs de huizen kwam, van wie
men vertelde dat hij enorme
stapels brood at.
Dan terug uit de' twintiger jaren
naar mijn wandeling, het huisje
van Heilige Maria afgebroken,
daarnaast woonde de fam. Pas
cal, ook dit huisje afgebroken,
de rest van de huizen tot de
Tonslagerij op enkele uitzonde
ringen na onbewoond en dichtge
spijkerd.
Vanaf het kroegje van v/d
Woude tot de Zelfstandig
heid' alles afgebroken, de
Zelfstandigheid'geen bakke
rij meer en dichtgespijkerd, al
leen het woonhuis is nog in ge
bruik.
Het Pieterseliewaltje bijna volle
dig afgebroken, Mariahofje ge
sloopt, het wordt een eentonig
verhaal, maar ook het huis van
de dames Laverman is al jaren
geleden afgebroken.
Voor de rest van het Oldegalileen
kan men de herinneringen wel
vergeten; de meeste oude huisjes
en stegen zijn verdwenen, en
hebben plaats moeten maken
voor opslagplaatsen, een garage
etc.
Weg is de herinnering aan
markante figuren zoals v/d
Woude, de scharenslijper,
Hoempa, de veelzijdige straat
muzikant.
Neen, ik kom er voorlopig niet
weer terug.
J. van Minnen.
Scherpenzeel (GId.
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
aan de Galileër Kerkstraat, dus
jongens en meisjes verenigd
werden in het Sint Fredrikus ge
sticht. Later werden hier geen
jongens meer aangenomen. Deze
werden vanaf die tijd uitbesteed
aan verschillende gezinnen.
In laatst 1899 is mijn Moeke
overleden, vader kon voor ons
Lezers klommen in de pen
Tijdens een familiebezoek, zoals
onlangs in Leeuwarden vind ik
het altijd heerlijk door oude
stadsgedeelten te wandelen en
deze keer door het gedeelte,
waar ik als kind heb gewoond en
gespeeld.
Wel, ik ben geboren op het Ol
degalileen, Oud eigen brood
Bovenal'32, we hebben daar
gewoond tot 1925.
Naast ons woonde de Wed.
Kemp met haar zoon Ko, daar
naast al weer een Moeder met
een zoon, t. w. de Wed. Stelp-
stra. Deze zoon was dirigent, ik
meen van Concordia.
Vervolgens de fam. Roersma,
vader was werkzaam bij de gasfa
briek, dan volgde naar ik meen
een fam. Edens, een vrij groot
gezin. Voorbij de poort Idema,
voorzien van een pracht snor,
daarnaast, ik meen al weer een
Wed. de Boer met in huis een
zoon, werkzaam als machinist
bij N.S. en een andere zoon, die
ons het haar knipte.
Wij woonden in het eerste huis
op het hoekje van de Rozen
straat. Op het andere hoekje aan
het Oldegalileen t. o. de Zelf
standigheid' stond het oude
huis van de dames Laverman; ze
hadden een groentekwekerij, die
van achter hun huis doorliep tot
de Willem Sprengerstraat. Bij
deze dames Laverman kwam ik
vrij veel op bezoek als kind en
werd daar dan ook goed ver
wend. Achter het huis was een
grote veranda en het interieur in
huis deed mij erg deftig aan.
Zoals gezegd op het hoekje van
het Pieterseliewaltje de brood-
bakkerij de Zelfstandigheid'
hiernaast een klein groentewin
keltje, vervolgens hiernaast een
broodventer v/d Meulen, en
daarnaast op het hoekje van de
Tonslagerij de kruidenierswin
kel, annex kroegje van v/d
Woude.
Heel goed herinner ik mij de
grote tankwagens A.P.C. welke
eens per week petroleum kwa
men brengen, natuurlijk paar-
dentractie, met de grote koperen
maatemmers er onder.
Mijn mooiste herinnering is aan
het straatorgel, dat iedere maan
dagmorgen langs kwam, het was
een z. g. cilinderorgel (merk?).
Het werd geëxploiteerd door de
In het laatst van 1974 werd in
t Kleine Krantsje'gevraagd
naar een foto van het weeshuis
uit de Kruisstraat, hoek Keizers
gracht, die ik hie bij doe, maar
ook een foto van het vorige wees
huis in 1786.
Deze laatste heeft vermoedelijk
gestaan in de Galileër Kerk
straat, ik heb toen gedacht aan
het gebouw Leeuwarder
Nieuwsblad'later het Fries
Dagblad'maar volgens latere
inlichtingen bleek het zo niet te
zijn. Waar stond het dan?
Voor de verzorging van de
jongens en meisjes waren er nog
geen zusters. Deze kwamen pas
in 1860 in Leeuwarden in de Wil-
librordus kerk aan de Voor
streek, steeg naast de Verkade
winkel. Dit was op de plaats
waar later de Julianaschool was
gekomen, ingang aan de Twee-
baksmarkt.
Deze zusters namen alleen de
verzorging op zich van de
meisjes, geen jongens die bleven
Het R. K. weeshuis,
in het weeshuis Galileër Kerk
straat.
Later hebben in deze Willibror-
duskerk een poos de zusters van
het Bonifatiusziekenhuis ge
woond, voordat zij aan de Voor
streek nummer 282 kwamen,
waar nu het Jozef pension in is.
Het was toen meestal zieken aan
huis verzorgen en nachtwaken.
Zo is er ook eens een zuster in de
omgeving Panwerk verdwaald in
de sneeuwvelden, zij had daar s
nachts bij iemand gewaakt. Mijn
moeke zag dit, dat zij in de
sneeuwvelden verdwaald was, zij
heeft toen deze zuster weer op de
goede weg gebracht. Mijn Moe
ke met haar ouders woonden
toen op de boerderij aan de
Poppeweg (waar later vervoerbe
drijf Schat is geweest).
In 1882 was het zover dat de we
zen uit de Willibrorduskerk en
anno 1786.
grote gezin geen hulp krijgen,
zodat dit gezin ongeveer 1900
opgeheven is en mijn broer Ivo,
die kwam bij de fam. Hoekstra
in de Kruisstraat beter bekend
als Siberen en tante Gepke.
Vandaar is hij naar de Heibloem
in Limburg gegaan.
Mijn zuster Johanna kwam bij
oom en tante Van der Weide en
ook mijn broer Jan. Mijn broer
Arnold kwam bij de fam.
Engwerda boven Damsma de
kuiper aan het Molenpad.
Volgens zeggen was Engwerda
aan de Gem. reiniging. Ikzelf,
Hendrik, kwam bij de fam. Zant-
man in de Heerestraat 4. Later
zijn Arnold en ik ook naar het
Sint Aloysius gesticht de Hei
bloem Heythuizen in Limburg
gegaan.
Mijn zuster Miena kwam later
ook in het weeshuis Fredericus
terecht.
Leeuwarden H. J. tenHulseher.
OPROEP
In het nummer van 12 juni 1976
no. 268 staat een foto van de 2e
klas b ULO aan de Wissedwin-
ger. Daar staat op Henriëtte
Wöllenstein. Zelf ben ik inder
tijd op school 5 in de School
straat geweest. Ging toen naar
school met een Foekje Wöllen
stein, zij woonde op de Wester
plantage. Ik woonde toen op de
hoek van de Nieuwestad en
andere gedeelte Westerplantage.
Is Henriëtte een zuster van haar
en zou U mij eventueel haar
adres kunnen doen toekomen of
eventueel in Uw krantje?
Hoop hierop antwoord te krijgen
en teken,
Haarlem Mevr. D. van der Geest
Faber.