HERINNERINGEN AAN HET
CORPS VAN SCHEEFNEKJE
MAN OVERBOORDP SCHREEUWDEN ZE
8
t m cine T^Cranteje leeet iedereen
waar wij het beste konden zitten
en vonden de reddingboot wel
een geschikt plekje, die hing niet
zo' n eind boven het dek. Het
was niet zo moeilijk om er in te
komen en al gauw klonk de
muziek over de boot en over het
water. We kwamen weer langs
de Zuiderzeewerken, toen er
plotseling werd geroepen man
overboord!'De mensen liepen
allemaal naar bakboord. De
boot begon naar één kant over te
hellen, maar de kaptein was
gauw ter plaatse en schreeuwde
weg van die kant, reddingboot
uitzetten!!!!'Wij zaten nog
steeds in die reddingboot, boven
het dek. We moesten steun
zoeken, want die was ook scheef
gaan hangen. Het schammeltje
met de grote trom er op begon
naar links te glijden, maar ik
pakte gauw de trom vast. We
maakten vlug dat we de boot
uitkwamen, maar hij hoefde
geen dienst te doen. De kaptein
kreeg in de gaten, dat de man
niet overboord was gevallen,
maar van boord was gesprongen,
want inplaats van naar de boot te
zwemmen, zwom hij de kant op
waar ze aan de Afsluitdijk werk
ten. Een sleepboot had het ook
opgemerkt en koerste op de
zwemmer af. Even later werd hij
opgepikt. De sleepboot gaf
signalen op de stoomfluit om te
laten weten dat het in orde was.
Maar de kaptein van de Minister
Kraus was goed kwaad. Hij zou
er werk van maken zodra hij
weer in Harlingen was. Hij
vermoedde dat de man aan de
Afsluitdijk werkte, zijn boot had
gemist en kans had gezien om
ongemerkt bij hem aan boord te
komen. Misschien met de bedoe
ling om in Harlingen te komen,
maar toen hij dicht bij de
Zuiderzeewerken was en kans
zag om vlugger op zijn werk te
komen. (wordt vervolgd)
Vandaag de vijfde aflevering van
het vervolgverhaal over de vroe
gere Leeuwarden straatmuziek,
geschreven door onze abonnee,
de heer Sies Sinnema.
Nu kom ik aan de laatste dag,
dat Dukke bij ons was. Waar we
gespeeld hadden weet ik niet
meer, maar we waren op de
terugweg. We waren wat stil,
misschien wel omdat Dukke bij
ons wegging of misschien hadden
wij een voorgevoel. Hij had de
gang er goed in, want hij hield
van stevig rijden. Wij waren nog
een eindje van Goutum, daar
schrikken we ons dood, want
plotseling schiet de wagen naar
de linkerkant van de weg en die
was in die tijd niet zo erg breed.
Wij probeerden overeind te
komen, maar sitte blieuwe'
brulde Dukke. Hij scheurt aan
het stuur en 'de wagen vliegt weer
naar de rechterkant. Zo slinger
den wij van de ene kant naar de
andere. Wij hielden ons hart
vast, want als er tegemoet
komend verkeer kwam, dan
werd het een ramp. Gelukkig
bleef de weg vrij en de wagen
begon vaart te minderen, hij
rolde nog een eindje door en in
Goutum stond de wagen stil: op
drie wielen. Wij zagen allemaal
zo bleek als suup, maar Dukke
had zijn hoofd erbij gehouden.
HOE 1ST JONGENS
Hoe is t jongens?'vroeg hij,
nou mutte we sien, datte we
het wiel weer viene, dat mut er
weer op.Het wiel werd weer
gevonden. Dukke ging naar de
smid van Goutum om te vragen
of hij het erop zette kon. De
smid kreeg het voor elkaar en
zei, Nou mutte jimme wel
voorzichtig naar huus toe ride'
dat deden we ook wel. Toen
moesten we afscheid nemen van
onze trouwe chauffeur. Maar het
leven ging door. De andete dag
We kwamen zonder ongelukken In Harlingen en in de haven lag de boot al klaar, de Minister Kraus, een
raderboot.
moesten wij naar Harlingen.
Engelaar had al een poosje
geleden een putje aangenomen
voor een tocht met een boot naar
Den Over.
We kwamen zonder ongelukken
in Harlingen en in de haven lag
de boot al klaar. Het was de
Minister Kraus, een raderboot
We moesten spelen voor een
gezelschap en ik meen, dat het
in verband stond met de zuivelin
dustrie, dat ze deze tocht gingen
maken. Het was prachtig weer
voor ons ook een mooie afwisse
ling. Het was toen nog Zuiderzee
en we voeren langs de werken,
waar ze bezig waren de Afsluit
dijk aan te leggen. We hadden
het heel gemakkelijk, nu en dan
een stukje spelen en dan konden
we weer gaan zitten.
Na een tijdje te hebben gevaren
werden er lunchpakketten rond
gedeeld. Tot mijn verbazing
kregen wij er ook één en bonnen
voor koffie en andere consump-
SINNEMA VERTELT
tie. Wat in die doos zat was niet
mis. Broodjes met roomboter en
dik belegd met vleeswaren en nog
meer fijne dingen. Dat was weer
eens wat anders, dan broodjes
met rauw gehakt en zonder
boter. Maar als wij moe en
hongerig waren, dan smaakte
ons dat net zo lekker. Na een
mooie reis kwamen we weer in
Den Oever. We mochten toen
een paar uur onze eigen gang
gaan. Het gezelschap ging
ergens heen om iets te bezichti
gen, en wij gingen wat rond
zien. Toen we wat gelopen
hadden zochten we een cafeetje
op om een partijtje te biljarten.
Die paar uurtjes waren vlug om
en we stapten weer op de boot.
We staken van wal en de kaptein
nam de koers naar Harlingen.
Het was nogal een groot gezel
schap aan boord, het was mooi
weer, zodat er veel mensen aan
dek waren. Wij zagen eens rond
Overal waar we speelden was de belangstelling groot. Deze foto van ons corps is in Baard gemaakt.