KIJK, DE LANDWACHT MARCHEERT
KLEINE
KRANTSJE
GESLOTEN
VOOR LEEUWARDEN EN DE
WIJDE WERELD ER OMHEEN
DERTIENDE JAARGANG
19-2-1977 NUMMER 284
STADSNIEUWS
VAN VROEGER
ZIE PAG. 5
'T KLEINE
KRANT
KIJK, DE LANDMACHT MARCHEERT! EEN WEL HEEL CURIEUZE PLAAT,
DIE ONS HERINNERT AAN DE DONKERE OORLOGSTIJD. DE KERELS
KWAMEN TERUG VAN EEN BAD IN DE OVERDEKTE EN WERDEN
VANACHTER EEN DIKKE BOOM BESPIED DOOR ONZE ABONNEE, DE HEER
LEO DOODKORTE, MET CAMERA.
VERGISSEN WE ONS NIET, DAN WAS HET MAKEN VAN DERGELIJKE
FOTO'S IN BEZETTINGSTIJD NIET TOEGESTAAN - ER BESTAAN DAN OOK
NIET VEEL PLATEN, WAAROP WE DUITSE MILITAIREN EN AANHANGERS
DOOR DE LEEUWARDER STRATEN ZIEN GAAN. MAAR DIT IS DAN ZO'N
FOTO EN NOG EEN SFEERVOLLE OOK: DE WINTER HEEFT DE NATUUR
PRACHTIG AANGEKLEED; DE DONKERE EN DREIGENDE FIGUREN IN HUN
GRAUWE UNIFORMEN VORMEN EVENZOVELE DISSONANTEN IN HET
MOOIE GEHEEL.
PROCES OM "HET GOUDEN
WAGENTJE".
Het zal gedeeltelijk moeten
worden afgebroken.
Op 13 December werd voor het
Gerechtshof te Leeuwarden in
hooger beroep gepleit tussen de
rechtsopvolgers van wijlen Fr.
Heimes en de N.V. Modemaga
zijn van der Linden i.l. Het ging
hier om het winkelpand der N.V.,
thans in gebruik bij de firma
Gerzon, op de plaats, waar
vroeger de herberg "Het Gouden
Wagentje" stond. Op laatstge
noemd pand rustte een servituut
van 1779, krachtens hetwelk de
herberg niet hooger mocht
worden opgetrokken. Bij ver
bouw van het magazijn indertijd
heeft de toenmalige eigenaar zich
niet aan het servituut gehouden,
waarop hem door een buurman,
den heer Fr. Heimes, een proces
werd aangedaan. In hoogste
instantie doorgevoerd eindigde
dit in 1923 met veroordeeling het
nieuwe pand af te breken, voor
zoover het de afmetingen van
"Het Gouden Wagentje" over
trof.
Tijdens het proces was het pand
echter overgedragen aan de N.V.
van der Linden en zoo kon het
vonnis niet ten uitvoer worden
gelegd en was een nieuw proces
noodig. Voor de partij Heimes
trad op mr. F.C. Stoop, voor de
N.V. mr. J.Vis.
Het Hof heeft thans de N.V.
Modemagazijn van der Linden
i.l. veroordeeld het pand gedeel
telijk af te breken.
(1940)