6
WAAR BLIJVEN ZE, DIE O
MISSCHIEN IS HET WEL DIK WINTER, OP HET MOMENT, DAT DE LEZERS VAN 'T KLEINE
K RANTS JE DEZE REGELS ONDER OGEN KRIJGEN, MAAR NU WE DIT SCHRIJVEN IS HET WEER
VOOR DE TIJD VAN HET JAAR NOG BUITENGEWOON ZACHT EN KUNNEN WE ONS OPNIEUW
GAAN AFVRAGEN OF ER DAN NOOIT MEER EENS EEN OUDERWETSE WINTER KOMT, ZO'N
HEERLIJKE VORSTPERIODE MET SNEEUW EN IJS. JAAR IN JAAR UIT BELEVEN WE NU AL DE
MERKWAARDIGE SENSATIE VAN WONDERLIJK ZACHT WEER IN DE TUD TUSSEN HET NAJAAR
EN DE LENTE EN ZELFS MET DE NAAM KWAKKELWINTER GEVEN WE DE WINTERS VAN DE
LAATSTE TIJD TEVEEL EER. DE LAATSTE ECHTE OUDERWETSE WINTER LIGT NU ALWEER
VIJFTIEN JAAR ACHTER ONS EN WANNEER WE ONZE KUNSTIJSBANEN NIET HADDEN GEHAD
ZO UDEN ER NU HELE GENERA TIES JONGEREN ZIJN GE WE EST DIE NIET UIT EIGEN ER VARING
HADDEN GEWETEN, WAT SCHAATSENRIJDEN IS. EN DAT IN EEN LAND, DAT VANOUDS DE
NAAM HEEFT GEHAD EEN SCHAATSLAND BIJ UITSTEK TE-ZIJN!
Nu is het natuurlijk niet zo, wat
sommigen mogelijk menen, dat ie
dere winterons vroeger verraste met
een paar weken sneeuw en ijs en
bijbehorende winterpret. Ook voor
die laatste barre winter van '63 zijn
er winters geweest, die voorbij gin
gen, zonder dat de mensen op
schaatsen hadden gestaan en zonder
dat de jeugd met sneeuwballen had
gegooid. Maar toch kwamen toen
winterperioden met enkele weken
of zelfs enkele maanden vorst re
gelmatig voor en vormde de zachte
winter een uitzondering, zoals ze nu
naar het lijkt juist regel geworden is.
En hoe langer we nu moeten wach
ten op nieuwe winterpret, hoe
mooier lijken in onze herinnering
die winters van toen en het is niet
zonder weemoed, dat we terugden
ken aan al dat vroegere winterple-
zier, aan de heerlijke schaatstochten
door het mooie Friese land, aan het
altijd boeiende hardrijden op de
korte baan, dat toen nog in volle
glorie was, aan wedstrijden voor ar-
resleden, aan afval wedstrijden, en
niet te vergeten aan elfstedentoch
ten.
Nauwelijks was het ijs in die dagen
sterk genoeg of er werd al op "de
vlakten" geschaatst, ten noorden
van De Bonke, net buiten de Grote
Wielen en aan de andere kant van de
Groningerstraatweg noordelijk van
de Kurkemeer.
GROTE BELANGSTELLING
Ook de ijsbanen bij de Lekkumer-
weg, de baan Gruno en bij het Tol
huis, het Kalfje mochten zich al
gauw in een grote belangstelling
verheugen en na een paar dagen
gingen dan de "echte" banen open,
die van de Koninklijke aan de
Bleekerstraat en van Tjallinga in
Huizum.
Hield de winter aan en kwam er
werkelijk strenge vorst, dan kon er
ook op de stadsgrachten worden ge
schaatst en trokken de hardrijderijen
voor jongens en meisjes op de
Nieuwestad, op Voorstreek, op de
Tuinen en bij het Groot Schavemek
vaak drommen publiek.
En dan kwam, tenslotte, ook de
Nieuwe Leeuwarder IJsclub in actie
met hardrijderijen "achter de Prin
sentuin", altijd een groot vermaak
voor jong en oud - het schaatsen
achter de Gouden Bal is generaties
lang voor de Leeuwarders een zeer
bijzondere attractie geweest.
DRIE WEKEN
Het mooist was het natuurlijk,
wanneer de winter een twee of drie
weken aanhield en dan verdween.
Duurde de vorstperiode langer, tot
ettelijke weken toe, dan taande de
belangstelling voor alle winterpret
en werd er algemeen naar het rege
nen van "hiet water" verlangd.
Terugtastend in onze herinnering
vinden we een winter en dat zal dan
wel die van '33 zijn geweest, dat we
op de twintigste november al op
schaatsen stonden. Het was in dat
zelfde jaar, dat de Elfstedentocht al
in december - op de zestiende - kon
worden georganiseerd en het zou tot
de dag van vandaag ook de enige
marathon blijven, die gehouden
werd in het oude jaar - alle andere
Elfstedentochten, vroeger en later,
vonden in januari of in februari
plaats.
De ouderen onder ons herinneren
zich, stellig niet zonder afgrijzen,
de drie achtereenvolgende barre
winters in oorlogstijd met ook drie
Elfstedentochten op een rij, maar
ook de winter van '47 mocht er zijn!
Vergissen we ons niet, dan was het
in die winter, dat er op de acht en
twintigste februari nog een hardrij
derij voor vrouwen werd gehouden
in Heerenveen - starter Piet Dubois
uit Franeker deed toen in hemds
mouwen z'n werk en het publiek lag
naar de ritten te kijken in het gras
aan de kant. Overbodig te zeggen,
dat het kwik in de thermometers
toen al ver boven het nulpunt zat -
de volgende dag kwamen de voet
ballers van Heerenveen na ettelijke
weken voor het eerst weer in het
veld.
In diezelfde winter van '47 vond er
achter de Prinsentuin een wedstrijd
voor arresleden plaats, jammer ge
noeg op een dag, dat het voortdu
rend sneeuwde, zodat te weinig toe-