ONOPVALLEND STUKJE STRAAT IN OUDE BINNENSTAD BIJ ONS OP DE WORTELHAVEN MEENSEN, WAT EEN NUVERE POSTBODE Stik TI-I Ïff-N' tin1 **Jl r DËHARD- A LOPER 7 NU KAN HET WEER ikm £i-"r /Ifc Genieten van een kopje koffie, van rustige achtergrondmuziek en van een fantastisch uitzicht VANUIT HET VERGROTE Slechts aan één kant bewoond en met maar zeven panden in totaal is de Wortelhaven in Leeuwarden een van de kleinste straten van de stad. Eneen van de minst opvallende, want welke spectaculaire zaken hebben er zich in het verleden ooit op de Wortelhaven afgespeeld? Alleen de adverterende middenstanders brengen de Wortelhaven zo nu en dan in het nieuws en zo is het altjjd geweest. Geen wonder dan ook, dat heel veel stadgenoten niet eens weten, dat er zoiets als een Wortelhaven bestaat - ze noemen het stulye straat tussen de Voorstreek en de Slotmakerstraat gewoon Eewal en denken dat dit stuk, ook met de naam, deel uitmaakt van de Eewal, die in feite pas op de hoek van de Slotmakerstraat begint. Wanneer we ons afvragen wie er in de loop van de laatste tientallen ja ren zoal aan deze kleine Wortelha ven hebben gewoond, komen we bij het optellen van al die bewoners toch op een respectabel aantal, om dat in enkele panden de doorstro ming vrij sterk is geweest, in tegen stelling tot andere huizen, die ette lijke jaren door dezelfde stadgeno ten bleven bewoond. Beginnen we bij het 'hoekhuis van de Wortelhaven en de Slotmakers- straat, dan vinden we in het begin van deze eeuw als bewoner de win kelier Abraham Pasma, de later zo bekend geworden leraar en sport verslaggever Louis van Keyzers- waard als kamerbewoner had. Later werd het pand achtereenvol gens door de groentehandelaren Klaas Tuininga, Paulus Buising en Jan Plat bewoond, voor Pieter de Vries er in kwam, die ook kruide nierswaren verkocht. VIC Andere kamerbewoners op het bovenhuis in het grijze verleden wa ren de adjunct commies van de Pro vinciale Griffie P. C. Scheffelaar Klots, dë vermaarde Vic de Groote, die als Frisiaan in de ploempert sprong, nadat de bal te water was geraakt en de 2e luitenant van de Infanterie Henri Mijsberg. En die laatste naam doet ons denken aan een van de eerste slachtoffers van de Duitse bezetters ons denken aan een van de eerste slachtoffers van de Duitse bezetters in '40 - was het deze Mijsberg, die veroordeeld werd (doodstraf, levenslang, twin tig jaar???) in verband met het exe cuteren van de broer van Mussert in de eerste oorlogsdagen? En dan heeft ook Harry Waites nog in dit huis gewoond, Harry Waites, de masseur, die als trainer door de oude L.A.C. Frisia naar hier was gehaald. Het naastliggende pand 81 is tiental len jaren door bakker Janusch be woond geweest, Daniel Wilhelm Janusch en Jansje Roelfina Marti- nus met hun kinderen Adolf en Sa- bien. Op nummer 83 verkocht Hylke Sierksma bloemen rond de eerste wereldoorlog, voor hij verhuisde naar de Wirdumerdijk. Ook Anne de Vries, die boekhouder bij Hilari- dus was, heeft hier gewoond. Het bovenhuis van dit pand is be woond geweest door de bekende Anthonie Pieter Lindhout, vader van de niet minder bekende Corne lia Dittje Ubeltje; later woonden de dames Roosje en Sarina de Metz op dit bovenhuis. BOEKWINKEL In het pand nummer 85 zat in de twintiger jaren de winkelier in vleeswaren Gerrit Hermanus van der Mark met z'n vrouw Alexand- rina Meyer en hun kinderen Freder- ika, Comelis, Gerrit en Pietemella. Het belendende pand nummer 87 is bij de oudere Leeuwarders als boek winkel bekend geweest. Heel lang heeft Adrianus Bruis er in gezeten, voor Leendert van der Mast er zich als boekverkoper vestigde. Ook het pand daarnaast heeft een in de stad zeer bekende bewoner ge had, de musicus, muziek- en in strumentenmaker en winkelier Tjibbe Scheepstra, die later, net als bloemenhandelaar Sierksma, ver huisde naar de Wirdumerdijk. En dan het laatste pand van deze Wortelhaven, bewoond door de si- Tot de karakteristieke ker- misfiguren van vroeger hoorde ook "De Hardlo per", een man, getooid met een hoed met belletjes, die nooit stilstond, maar al trip pelend van huis naar huis ging om kleine 'bijdragen' in ontvangst te nemen. Er zijn natuurlijk meer van deze hardlopers geweest, maar de man, die in Friesland be kendheid kreeg moet lang en mager zijn geweest - dik kon uiteraard ook niet, want daarvoor liep hij veel te veel. Is er een van de lezers van 't Kleine Krantsje, die weet, wie deze hardloper is ge weest? Hoe heette hij, waar kwam hij vandaan, waar is hij gebleven? Wie, o wie? garenhandelaar Menco Rohdens en echtgenote Anke Visser en hun tien(!) bloedjes van kinderen: His- ke, Grietje, Geertje, Elisabeth, Jo hannes Jacobus, Menco, Hendrik Johannes, Anke, Klaasje en Jo hanna Hendrika. Vooral zij hebben er voor gezorgd, dat de Wortelhaven met z'n paar panden toch nog beschouwd kon worden als een vrij volkrijke buurt. JANUSCH Van al deze genoemde namen vin den we niet een meer terug op de Wortelhaven van nu - ja, toch nog eenAdolf Eduard Januschde zoon van de koekebakker; hij zit welis waar niet meer in het ouderlijk huis, maar hij exploiteert Piersma's Slij terij er vlak naast. En zo is er door alle jaren heen dus toch nog één bekende klank geble ven in dit oude hoekje van de stad - overigens is alles er veranderd, zoals er in het oude Leeuwarden zo veel veranderd is. Boerderij - Restaurant RIJPERKERK, TEL. 05118-1920 Speciaal ingericht voor al Uw PARTIJEN en FEESTEN. Zondags geopend vanaf 13.00 uur Overige dagen voor partijen ROEL DE WILDE Der lope toch nog heel wat nuvere figuren rond oppe wereld. Et kan je gebeure dat je zo' n nuvere figuur teugenkomme inne omkriten van Leeuwarden. Dat is Bouke de hoornblazer een keer overkomen. Dat was inne buurt van Bartele- hiem. Dicht bij de butterfabriek. Nou was Bouke wel et een en ander wend maar hier zat ie toch wel even met zien ogen te knipperen. Bouke was op een van zien muzikale zwerftochten. Mette hoorn oppe rug was ie dizze keer et noorden introkken. Hij gong de kant van Lekkum uut. Toen ie Lekkum eenmaal had had was ie naar Miedum gaan. Nou was Miedum niet zo groot en dus was ie daar gauw uut blazen. HERBERG In Wijns was een kleine herberg en daar gong Bouke even zitten. Een meens wud oppet laatst moed vannet lopen en blazen en dan mutte je weer even uutblaaze om bij te kommen. Bouke zatter niet allienig. Der zat nog een klant. Een suteler in geren en knopen en band en zuk guud. Bouke gong bij de suteler zitten. Dat zat wat gezelliger. De hele handel zat innen fiberen kojferke. De man vertelde dat ie uut Dokkum kwam en nou op weg was naar Leeuwadden. Hij was eigenlik afkomstig uut Bu- tenpost. Na een tiedsje daar zeten te hewwen maakte Bouke anstalten om weg te gaan. Kom, zei ie, ik gaan maar weer es fut. Goeie, zei Bouke. Goeie, zei de man. Bouke hong de hoorn weer op zien rug en gong op pad. Hij nam et pad langs de Dokkumer Ee. Oppet water vanne Dokkumer Ee was niet veul beweeg van skippen. De Dokkumer boot was allang voorbij. Zo nou en dan kwam een tjalk langs of een motorboot of een skouw. Toen Bouke inne buurt vanne but terfabriek van Bartelehiem kwam zag ie anne kant vannet vaarwater een postbode zitten. De brievetas lei naast em innet gras. Bouke besloot om even bij de post bode zitten ie gaan ommen praatsje te maken. Et was mooi weer en hij had de tied an zien eigen. De postbode zat op zien dooie ge mak ansichtkaarten te bekieken. Bouke begon ze met te bekieken. Et waren stuk voor stuk mooie an sichtkaarten. Romantiese ansichtkaarten waren et. Meestal stonnen er mooie vrouwen op afgebeeld. Mooie vrouwen met smachtende ogen en krullen innet haar en ze hadden witte jurken an. Ze zatten of stpnnen teugen een ta feltsje. En op dat tafeltsje ston een vaaske met rozen. De mooie vrouwen keken zo'n bitsje skuinslinks omhoog. Waar ze naar keken kon je nooit zien. Dat ston er niet op. Dat musten je dan maar rade. En £o had onze postbode wel een stuk of tien van die ansichtkaarten. Hij bekeek de achterkant waar de adressen en de afzenders op ston nen. Et lezen van die adressen en afzen ders stemde de postbode niet tot ro mantiese gedachten. Integendeel. Hij pakte de ansichtkaarten bijme kaar en gooide ze inne Dokkumer Ee. STOMVERBAASD Bouke was stomverbaasd. Hé man wat doe je nou. Wat ik doe? dat zie je toch. Ik gooi die kaarten weg. Ja maar dan kan je toch niet doen. Die kaarten mutte je toch bezorge. Die kaarten kan je niet zomaar weggooie. O nee, dat zie je toch. Ja ik ben daar gek om de groeten en vele kussen van ene Gerke of een Jurke aan zo'n boeretrien over te brengen. Nee hoor. Mij niet gezien, zo'n eind door de klei te lopen. Hij ston op, tilde zien tas over et skouder en liep de weg op. De ansichten dreven de andere kant uut. Toen Bouke die avond innet kroegje van van der Woude zat zei ie teugen et Mouwvesje, ik hew vandaag zo wat raars metmaakt. Mul je ho- Bart van der Weerdt

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 7