HERINNERINGEN AAN VROEGER
OP DE AMBACHTSSCHOOL
J
'T KLEINE
KRANTSJE
SIPKE GONG UUT
3
Erg onder de indruk waren we niet,
toen op de eerste augustus 1914 de
wereldoorlog uitbrak. Geen wonder
ook: het was net in de grote vakantie
en die werd door die oorlog mooi
met veertien dagen verlengd. Wat ik
me het best herinner uit die dagen
waren de enorme aantallen paarden,
die op de eerste zaterdag aan ons
huis voorbijtrokken. Die waren al
lemaal voor het leger gevorderd en
de hele dag liepen de dieren, in
nogal variabel, zodat ik dus niet
mocht mopperen, maar wel had ik
aan sommige karweitjes een hekel.
Een daarvan was de schoonmaak
beurt van de werkplaats, altijd in't
laatste uur van de werkweek. Er la
gen dan bergen houtkrullen en
splinters onder de werkbanken. En
o wee, als dan een van de gezellen
een stuk klein gereedschap miste,
heel zware meubelstukken.
Soms dacht ik met mijn vak hele
maal op het verkeerde paard te heb
ben gewed, bijvoorbeeld wanneer
ik meteen aftandse reparatiestoel op
de schouders in de stad Auke Kerk
hof in z'n prachtige uniform tegen
kwam - die jongen was een paar jaar
ouder dan ik, had ook de Ambachts
school bezocht en daarna de Machi-
VERVOLGVERHAAL
DOOR J. S. K1KSTRA
groepen van vier tot zestien met hun
begeleiders in de richting van de
stad. Ook weet ik nog, dat het on
heilsbericht kwam van de Duitsers,
die bij Visé België waren binnenge
trokken.
Al spoedig werden de lessen aan
school hervat en zonder buitenge
wone gebeurtenissen naderde het
jaar 1916 en zou ik de school verla
ten. Een levensperiode werd daar
mee voor mij beëindigd, maar ik
zou nog heel veel moeten leren,
waar ik toen gelukkig nog geen weet
van had.
DE MAATSCHAPPIJ IN
Op dus naar dê maatschappij. M'n
eerste baas was C. J. Bakker, die
een meubelzaak had in de Sint Ja-
cobsstraat. Dat was een geschikte
man en ik kon er heel wat van leren.
Er werkten nog drie gezellen, met
wie ik ook goed overweg kon. Maar
ik was de jongste en werd daarom
het eerste jaar voor een deel ook
gebruikt als boodschappenjongen.
Mijn aanvangsloon was een rijks
daalder in de week en de werktijden
waren van 's morgens zeven tot 's
avonds zeven; alleen op zaterdag
hielden we er om zes uur al mee op.
De reis van huis naar het werk zou
voortaan met de fiets gaan en dat
kostte bij mooi weer een dik half
uur, maar bij slecht weer heeft het
vaak langer dan een uur geduurd.
Het werk, dat ik kreeg te doen, was
Dan gingen we met het trammetje naar huis
dat in die grote hoop krullen was be
land.
Zo'n man haalde dan z'n beurs te
voorschijn, nam er een dubbeltje uit
en wierp het in de grote hoop. En bij
het in grote zakken stoppen van al
die krullen moest en zou dat dub
beltje weer te voorschijn komen en
natuurlijk het vermiste stukje ge
reedschap ook!
Er waren wel meer dingen, waaraan
ik geducht moest wennen, zoals het
altijd binnen blijven als het mooi
weer was, de plagerijtjes van de col
lega's en het versjouwen van soms
nistencursus aan de Technische
School. Daarna had hij een baan
gekregen bij de Koninklijke Pak
ketvaart Maatschappij in Neder
lands Indië en direct na zijn aanstel
ling kreeg hij het uniform van derde
boordwerktuigkundige, waarmee
hij mooi liep te showen voor hij
werd opgeroepen in actieve dienst.
M'n jaloezie werd erdoor tot het uit
erste opgewekt, maar overigens
moet ik zeggen, dat het me wel goed
beviel bij m'n baas.
De tocht van en naar huis ging dus,
zoals ik al zei, met de fiets, behalve
in de eerste winter, toen ik de teken
cursus voor volwassen ambacht
slieden bezocht, de Burger Avond
school. Die cursus werd alleen in de
winter gehouden op vijf avonden in
de week van zes tot negen uur. M'n
ouders vonden, dat ik dan maar met
de tram moest gaan.
MET HET TRAMMETJE
Ik hield dan om vijf uur op bij m'n
baas, at nog een paar stukken brood
en ging naar school. Aan deze cur
sus deden ook een paar andere jon
gens uit ons dorp mee en wij moes
ten dan om kwart voor negen de
lessen verlaten om het trammetje
nog te kunnen halen, dat om kwart
over negen vanaf het spoorstation
vertrok.
Maar dat trammetje moest wachten
op de laatste trein uit Zwolle en die
trein kwam, door slechte kolen of
welke oorzaak dan ook, vaak te laat
in Leeuwarden aan. Als we wisten,
dat hij wel een uur te laat zou zijn,
besloten we maar te gaan lopen naar
Huis.
Buiten de stad was het dan vaak
aardedonker, maar we hadden alle
maal goeie ogen en waren eerder
thuis, dan wanneer we met de tram
waren gegaan. Moeder zat dan op
me te wachten met de warme prak,
die ik die dag nog niet had gehad;
vader lag al op bed, want die moest
de volgende morgen al weer vroeg
op.
Als we op vrijdagavond met het
trammetje naar huis reden hadden
we soms gezelschap, maar niet van
de aangenaamste soort. Dat was
onze dorpsgenoot A. T., een vee
handelaar. Kwam die met de laatste
gelegenheid thuis, dan was het altijd
mis. Hij had dan te diep in 't glaasje
gekeken en was dwars en onhandel
baar. Dan wisten we al wat ons
stond te doen.
Vanaf het stationnetje moesten we
nog ongeveer een kwartier lopen om
langs een smalle weg met aan beide
kanten diepe sloten in het dorp te
komen en wij achtten het dan niet
verantwoord onze geachte dorpsge-
Sipke van Martha was ongedurig.
Dat was Sipke as kien al.
Dat begon al op skoal.
Oppe Tuuntsjesskoal wel te ver
staan
Bij juf Ooiman musten de kienders,
azze luustere musten naar hur, ai
ded mooi zitte mette armen over
mekaar.
-Dat gong dan even goed met Sipke.
Even maar.
Et duurde maar even en dan must
Sipke teugen sien neus wrieve.
Even later begon een van zien oren
te joeken.
Sipke zit stil."
,,Ja juf."
Oppen middag was juf Ooiman zu
kwaad wudden op Sipke,
dat ze de kaartestok teugen et bod
kepot slagen had.
Toen Sipke van skoal kwam was ie
eerst bij een paar bazen weest voor
dat ie bij de sukereifebriek begon as
knecht bij de mesjienes.
Mesjienes leve.
Met mesjienes kanne je prate.
Al wete gewone meensen dat zo niet.
En nou, nou was Sipke baas over de
mesjienes.
As ik ergens anders een goeie baan
krije kan dan doen ik dat.
„Ik zu maar goed uutkieke"zei
Martha dan.
„Nou"zei Gosse, „ik gaan der
niet weg, nee hoor.
H ier laat je wat en daar vien je wat.
Et komt voor ons, arbeiders, uit
te inde lik oppet zelfde neer, of je nou
hier werke of daar.
„Ieder mut maar doen, wattem et
beste liekt"zei Griet.
c
ry$xfo}eSta/e
Boerderij - Restaurant
RIJPERKERK, TEL. 05118-1920
Speciaal ingericht voor al Uw
PARTIJEN en FEESTEN.
Zondags geopend vanaf 13.00 uur
Overige dagen voor partijen
ROEL DE WILDE
Mar Sipke, ik zei et al, Sipke was
ongedurig.
As de zwagers en de zusters bij me
kaar waren om te kaarten,
dan zei Sipke welles teugen Gosse
„en toch Gosse,
toch geloof ik niet, dat ik bij de
sukereifebriek blief.
Ik hew zo et ideedat as ik daar nog
langer blief, da'k dan zelf nog een
sukereiwuttel wud.
En dan gongen ze verder met pan
doeren.
Tot oppen avend Sipke inne krant
een advertentie staan zag.
Bij Halbertsma' s kistenfebriek
wudde een bekwame kracht vraagd.
Voor de mesjienes.
„Hé, hé", riep Sipke.
Martha, die inne keuken bezig was,
kwam de kamer in.
„Wat idder"zei ze.
„Must dizze advertensje es even te-
ze" zei Sipke glunder.
Martha zette heur leesbril op en las
de advertensje.
„Wat zeist er van?"
„Ja," zei Martha, „dat kan ik oek
zo een, twee drie niet zegge.
Dou must dat zelf bekieke.
As et dij wat liekt, kanst er altied op
skrieve.
Maar, kiek we! goed uut."
„Ik doen et"zei Sipke vastbera
den,
,lk doen et. Nee hew ik en ja ken ik
krije."
En Sipke deed et.
Hij skreef een brief naar Hal
bertsma en Martha brocht em naar
de brievebus inne Bleekerstraat.
De week daarop kreeg Sipke een
brief terug van Halbertsma en ze
verzochten Sipke, naar aanleiding
van zijn sollicitatie, oppet kantoor
te kommen.
En zo gebeurde et.
Martha keek em van top tot tien na.
Ze busselde zien skunen.
Ze busselde zien hoed en zien zun-
dagse pak.
Toen stapte Sipke oppe fiets en reed
weg.
Op hoop van zegen.
Sipke wudde annomen en hij gong
drie gulden inne week meer verdie
nen.
Drie grauwe guldens meer inne
week.
Dat betekende de huur vannen ar
beiderswoning.
Bart van der Weerdt.
noot alleen te laten gaan. Bij het
verlaten van de tram hielpen we
hem bij het uitstappen en konden
vervolg op pag. IJ
voor Leeuwarden en de
wijde wereld er omheen.
Een uitgave van Fenno
Schoustra's Publici-
teitskantoor.
Verschijnt eenmaal in de
veertien dagen.
Redactie, Administratie
en Advertentieafdeling;
Vredeman de Vriesstraat
1 (Naast Emmakade 39)
Leeuwarden.
Telefoon (05100) 20302
Postgiro 98 10 62
Bank: Rabobank
Geopend: van dinsdag
tot en met donderdag,
uitsluitend 's morgens
van 9 tot 12 uur.
's Middags en van vrij
dag tot en met maandag
gesloten.
Abonnementsprijs:
voor Nederland fl.21.00
per jaar; voor het buiten-
land:fl. 37.50 per jaar.
Losse nummers: afge
haald fl. 1.25 per stuk.
Per giro besteld: fl.2.00
voor 1 ex., fl.3.50 voor 2
ex., fl.5.00 voor 3 ex.
Het lidmaatschap van 't
Kleine Krantsje is alleen
mogelijk voor lezers, die
akkoord gaan met de
bepaling, dat het abonne
mentsgeld vooruit moet
worden voldaan.
Op de 1e februari dient
het abonnementsgeld
voor het dan lopende jaar
te zijn betaald.
Geschenk-abonnementen
en abonnementen van
lezers in het buitenland
moeten op de 31e decem
ber van het voorafgaande
jaar zijn betaald.
Lezers, die zich niet tele
fonisch of schriftelijk,
maar per giro-overschrij
ving als abonnee aanmel
den, worden verzocht op
het girostrookje te ver
melden: Nieuwe abonnee.
Abonnees, die zijn ver
huisd, dienen er op te
letten, dat hun giro-over-
schrijvingskaart het nieu
we adres vermeldt - het
oude adres moet worden
doorgehaald.
Wie het abonnementsgeld
voor een ander betaalt,
dient duidelijk de naam en
het adres te vermelden
van de abonnee, voor wie
wordt betaald.
Adreswijzigingen moeten
minstens 10 dagen voor
het verhuizen worden
doorgegeven.
Abonnementen, die niet
voor 1 december zijn op
gezegd, worden automa
tisch verlengd.