Eerst nog uitbreiding aan deze kant van de Turfmarkt? JE WEET HET MAAR NOOIT MUSEUMBEZOEK: STRAKS WELLICHT VEEL GROTER 19 vervolg van pag. 5 Waar de heer Boschma ook al heel lang van droomt is het inrichten van de grote zolder van de Kanselarij, waar de zeer uitgebreide textiel- en costuumcollecties van het museum, bijvoorbeeld in combinatie met meubels, uitstekend tot hun recht kunnen komen, evenals trouwens andere textielzaken als damasten en letteriappen. „Verder" zo filosofeert de direc teur van het Fries Museum, „zou het mogelijk zijn om het Fries Munt- en Penningkabinet weer van Franeker naar Leeuwarden over te brengen met het grote voordeel dat deze collecties, behalve door spe cialisten en super-geïnteresseerden ook door andere mensen kunnen worden gezien," ONTWIKKELINGEN Inmiddels hebben er zich enkele ontwikkelingen voorgedaan, die een rol kunnen spelen bij het al of niet bestemmen van het Kanselarij-gebouw tot museum ruimte. Zo is opgericht het Historisch Cen trum Beetsterzwaag, dat er naar streeft de unieke oorlogsverzame ling van de Leeuwarder Bob Reitsma onderdak te brengen, waarbij het Centrum eveneens z'n oog liet vallen op de Kanselarij. Samen met het Centrum heeft het Fries Museum nu plannen ontwik keld om dit Verzetsmuseum inder daad een plaats te geven in de Kan selarij, naast de collecties, die het Fries Museum zich daar had ge dacht. Verder heeft het Fries Landbouw museum, eigendom van het Fries Museum en de Friese Maatschappij van Landbouw, in het begin van het vorige jaar Stania State moeten ver laten, waar het de laatste jaren was ondergebracht. Gehoopt wordt dat dit museum, ei genlijk het enige Landbouwmu seum in Nederland nu ook Wage- ningen niet meer bestaat, aanstonds een passend onderdak kan krijgen in een boerderij bij Schettens, die de gemeente Wonseradeel heeft ge kocht. Maar zolang dit nog niet in kannen en kruiken is, ligt de grote collectie van dit Landbouwmuseum opgetast in de Kanselarij, ten dele in het fiet senhok. Zo blijft dc heer Boschma en met hem stellig alle werkers van het Fries Museum hel oog gericht hou den op de Kanselarij als een vol gende uitbreiding voor het Fries Museum. Of zou er eerst nog eens een vergro ting aan déze zijde van de Turfmarkt aan de orde komen? Je weet het maar nooit - voor alle zekerheid heeft het Museum er nog maar twee belendende panden aangekocht vervolg van pag. 15 dat met het oude gebouw werd ver bonden en er organisch deel van uitmaakt - het zijn dus de inderdaad schilderachtige gevels, die nog res teren van de panden, die naast het oude museum hebben gestaan. En nu is het dan allemaal voltooid, de nieuwbouw en het restauratie werk en kan het Fries Museum- nieuwe-stijl geopend worden. De in de ogen van het publiek waar schijnlijk meest opvallende verbete ring wordt gevormd door de nieuwe expositieruimten, een variabele ruimte, waar een of meer tentoon stellingen kunnen worden gehou den. Mogelijk is het nu één grote exposi tie over alle ruimten te verdelen, maar ook kunnen er tegelijkertijd meer kleine tentoonstellingen in worden ondergebracht. De afdelingen schilderijen en textiel hebben nieuwe, royale depots ge kregen, er zijn twee verdiepingen voor de archeologische afdeling be stemd, eveneens twee verdiepingen kreeg het prenten-kabinet met z'n topografische atlas en de atlas "ze den en gewoonten", allerlei prenten met betrekking tot ons gewest. Aansluitend aan dit prentenkabinet ontstond de - vergrote - biblio theek, waarbij nu ook een studie ruimte is gecreëerd. De zolder boven de porceleinzaal is bij het publieke deel getrokken en er is een kap gebouwd over het vroe gere platte dak van de zogenaamde Bisschopvleugel, zodat het nu mo gelijk is ook op het hoogste niveau "helemaal rond te gaan". Naar de uiterste rechterzijde van het gebouw verhuisd, is het gehoor- zaaltje van de educatieve dienst; waar dit zaaltje eerst was, direct achter de entreehal, kunnen de be zoekers van het museum zich nu laven aan een kopje koffie uit een automaat. Verder is er een ruimte waar het schervenmateriaal kan worden ge wassen, gedroogd en gesorteerd, er kwam een fotografische opname studio met 'n donkere kamer en er is nu ook een timmerwerkplaats voor onderhoudswerk en het opbouwen van tentoonstellingen. Tenslotte werd er in de grote kelder ruimte nog een depot voor allerlei kleine objecten ingericht en daar worden ook gouden en zilveren sie raden en munten en penningen be waard - veilig in een kluis wel te verstaan. PASSEND ONDERDAK Zo is het Fries Museum, honderd een en vijftig jaar oud, en een van de oudste musea in ons land, er met zijn accommodatie geweldig op vooruit gegaan en dat zal - het kan niet missen dachten wij - aanstonds te merken zijn aan de waardering van het publiek. Werd het museum een vijftien jaar geleden jaarlijks door een tien- tot vijftienduizend mensen bezocht, in de jaren daarna steeg het bezoekers aantal tot een totaal, dat per jaar tussen de veertig- en vijftigduizend kwam. Gehoopt en verwacht mag worden, dat straks nog aanzienlijk meer toe risten uit binnen- en buitenland de weg naar het Fries Museum weten te vinden. En dat ook nog meer Friezen en - niet te vergeten! - ook nog meer Leeuwarders tot hun verrassing zul len ontdekken, welk een rijkdom aan historisch materiaal er in deze schatkamers wordt bewaard. "Dat se sukke beesten vonnen hewwe, vien'k al wonderlijk, mar wak hele maal niet begriep is, dat de meensen hun namen wisten, toen se vonnen wud- den

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 19