Een beetje extra aandacht
voor nieuwe aanwinsten
^(kfroes museum
js^froes museum
■^froes museum
23
In de vernieuwde hal van het Fries
Museum, dadelijk bij de toegang
Turfmarkt 24, is plaats gemaakt
voor twee vitrines. De ene vitrine
zal blijven, zoals die nu is ingericht.
Daarin zijn de vondsten te zien, die
gedaan zijn op het terrein van de
nieuwbouw aan de Turfmarkt. De
tweede vitrine zal een minder per
manente inhoud hebben. Ze heeft
namelijk ten doel, de bezoeker op
de hoogte te stellen van de nieuwe
aanwinsten van het museum. Want
er wordt gelukkig nog dikwijls iets
aan het museum ten geschenke ge
geven en er wordt ook aangekocht.
Dat willen we in het museum graag
laten zien: een beetje extra-aandacht
voor nieuwe dingen. Onder de
voorwerpen, die bij de opening in
de vitrine zijn geplaatst, zijn er in
elk geval twee, waarover wel apart
mag worden geschreven. Het zijn
beide aanwinsten voor de zilverver
zameling, twee topstukken.
Bij feestelijke (herjopeningen beho
ren geschenken. In de aanwinsten
vitrine staat zo'n geschenk. Het is
bij de opening aangeboden door de
Ottema-Kingma Stichting te Leeu
warden. Die stelt zich mede ten
doel, het culturele bezit in de Friese
musea en oudheidkamers te verster
ken. Van die stichting kreeg het
Fries Museum een zilveren schotel
in bruikleen, gemaakt in 1657 door
de Leeuwarder zilversmid Jarich
Gerrits van der Lely.
De schotel, nu toegevoegd aan het
permanente overzicht van Fries zil
ver door de eeuwen heen, was eer
der in het Fries Museum. Dat was in
1927. Het Fries Genootschap vierde
toen zijn honderdjarig bestaan met
een zeer omvangrijke zilverten
toonstelling. Zo veel Fries zilver
bestaat de mogelijkheid, dat de ge
meente "uitverkoop" heeft moeten
houden in de Franse tijd om de toen
maals armoedige omstandigheden
het hoofd te kunnen bieden. Het
blijft dan ook een vraag, waar de
beker in die tussentijd is geweest.
Maar hij kwam voor de dag en
reisde naar Friesland, naar het Fries
Museum ditmaal, terug.
Er was in het museum grote belang
stelling voorde beker. Alsof men er
al geen avondmaalsbeker heeft, zou
men kunnen verzuchten. Die zijn er
inderdaad. Maar deze beker is
hoogst waarschijnlijk vervaardigd
door Frans Gysbert Sjaarda, een
Sneker zilversmid, die tussen 1691
en 1701 heeft gewerkt. Zijn naam
was al teruggevonden. Van zijn
werk was echter niets bekend. Dat is
nu vermoedelijk ook opgespoord.
Daarom (en om het feit, dat Oude
en Nijehaske het verdere avond-
maalsstel nog bezit) had het alle zin,
te trachten het stuk terug te halen
naar zijn gewest van herkomst.
De beker komt er eerlijk voor uit,
waar hij vandaan komt. De inscrip
tie luidt: "De Diaconale Beker van
Haskerhome, van Oude en Nieu-
wehaske An 1701". Verder is hij
gegraveerd met ornamenten en me
daillons, die geloof, hoop en liefde
voorstellen. Er was niet alleen het
Fries Museum veel aan gelegen, de
beker terug te halen. Zonder de be
langstelling en financiële hulp van
derden zou het ook niet zijn gelukt.
De P.W. Janssen Stichting schonk
een bedrag en het museum kreeg
renteloze voorschotten van de Dia
conie van Oudehaske, en Hasker
home, van de Diaconie van St. Jo-
hannesga en van de Stichting Wes-
termeer.
hoogst belangrijke aanwinst.
Het tweede zilveren voorwerp in de
aanwinsten-vitrine is een avond
maalsbeker. Die kwam niet, zoals
smid merkt zijn stukken, zoals er
ook merken zijn van de stad en van
de keurmeester - krachtig op gang
te helpen. In de halve eeuw sinds
1927 is er bijzonder veel ontdekt en
zijn er ook verkeerde gegevens ge
corrigeerd.
Van de schotel werd in 1927 in de
dikke catalogus vermeld, dat het
een werkstuk van J. G. v. d. Lely
was uit het jaar 1628. Nu staat het
jaartal vast op 1657. Toen was het
nog een beetje de vraag, welke fa
miliewapens erin gegraveerd ston
Fockens-Aytta is gegraveerd. Be
halve het graveerwerk op het plat is
er drijfwerk in de rand. Daarin zijn
vijf medaillons opgenomen met tel
kens een putto (een naakt kinderfi
guurtje) met een dier. Het is een fors
stuk met een diameter van 37,5 cm.
Opnieuw een bewijs op welke
hoogte het Friese zilver in de 17e
eeuw kon staan. En daarom een
den. De schoof zou misschien van
de familie Aytta kunnen zijn. Op dit
ogenblik zegt de beschrijving, dat
op het plat het alliantiewapen
de schotel, uit particulier bezit,
maar dook op een veiling op. Daar
deelde men niets mee over de her
komst van de beker. De oorspronke
lijke herkomst is daarentegen wel
bekend. De Nederlands Hervormde
Gemeente Haskerhome, Oude- en
Nijehaske liet het stuk in 1701 ma
ken. De gemeente heeft het reste
rende gedeelte van het avondmaals-
stel nog steeds. Dat is ook van 1701
maar dan van verzilverd tin. De zil
veren beker was reeds lang verdwe
nen. Hoe? Dat blijft een vraag. Al
was er nooit bijeen geweest. Het
was dan ook een prachtige gelegen
heid om vanuit die expositie de stu
die van zilvermerken - een zilver-