DICKVANDERHEIJDE JRfREKLAME DE LINDEBUURT LIGT OP STERVEN NOG MAAR EEN HUIS BEWOOND WILHELMINA- WARNET VAN BUIZEN ONDER'T 11 adviesbureau voor rename en publiciteit joz©f isr3©lsstf33t 10 l©©UW3rd©n 05100-24984- De Lindebuurt, eens een dichtbevolkt straatje tussen Oldegalileën, Groningerstraat en Hoekstersingel, lijkt binnen afzienbare tijd het lot te ondergaan van zoveel hoekjes in het oude Leeuwarden: het gaat dood en het ligt al op sterven, sinds de vroegere bewoners, de een na de ander, het buurtje hebben verlatenVan de achttien huisjes, die er oorspronkelijk stonden - en er trouwens nu nog staan, want de slopers hebben dit hoekje nog steeds niet ontdekt is er nu nog maar één bewoond; de meeste andere zijn tot garages gedegradeerd: de voorpui werd een grote blinde deur, in de voorkamer staat nu een VW of een Ford. Toch is er in deze stervende Lindebuurt nog altijd enige bedrijvigheid: in de ene "poot" van het buurtje is een spuiterij, in de andere, die er recht op staat, werkt een koperslager, de laatste, allerlaatste koperslager van Leeuwarden. De Lindebuurt is dik honderd jaar geleden, in 1864, ontstaan op parti culier initiatief, toen ook de verder op aan het Oldegalileën liggende woningen van de Vereniging Eigen Brood Bovenal werden gebouwd. Eerst hoorden de huizen tot de Hoekstersingel, waar ze acht jaar later letterlijk in de schaduw kwa men te staan, toen daar de grote graanpakhuizen Odessa, Riga en Rusland verrezen. EIGEN BESTAAN In 1899 kreeg het streekje, dat toen trouwens ook al als Lindebuurt werd aangeduid, een eigen numme ring en begon het ook een eigen bestaan te leiden; bescheiden, rustig en teruggetrokken - geruchtma kende voorvallen hebben er zich nooit afgespeeld en we hebben een idee, dat heel veel stadgenoten bij het horen van de naam Lindebuurt niet eens geweten zouden hebben, waar het buurtje precies lag. VERVAL Niet alleen de archeologen zijn bij zonder benieuwd naar de geheimen die nu nog verborgen liggen onder het plaveisel van het Wilhelmina- pleinook de mannendie aanstonds de spade in de grond steken, zodra de bestrating verwijderd is, zullen dat met een buitengewone belang stelling doen. Er ligt hier namelijk een warnet van buizen en leidingen in de grond, maarniemand schijnt te weten, waar precies. De bekende Fritske Jansen, een vroegere gemeente-ambtenaar, moet het hele ondergrondse plein in z'n hoofd hebben gehad - hij wist exact waarde kolken lagen, de gas buizen, de electriciteitsleidingen. De heer Jansen was dan ook ambts halve op het plein present bij het opbouwen van alle circussen en kermissen, waar hij de heren opbou wers de noodzakelijke aanwijzin gen gaf. Stonden ze op het punt een pen in de grond te slaan, dan kon het gebeu ren, dat Jansen zei: "Nee mannen, daar niet, daar leit 'n leidinkjê, een meterke vedder mar". Maar helaas Fritske Jansen is er niet meer en nu schijnt er nie mand meer te zijn, die weet hoe het nou precies met al die kabels en kolken en buizen en leidingen zit. Zodat er al verrassingen kunnen komen, zodra de eerste spade de grond in gaat. toen, de toekijkers in de kroeg hiel den het nauwelijks voor mogelijk, liet hij de kelner nogmaals opdra ven met een allerlaatste pils, die wei degelijk, zij het moeizaam, de weg volgde van de veerten andere. En toen dan ook dat vijftiende glas was geleegd, sprak de kerel de on sterflijke woorden:'Nou snap ik er gien do do donder meeeeer vannnn nou begin ik stst steeds minder te drdrdrinken en ik wud als mar dronkener Tot voor een aantal jaren was deze Lindebuurt nog volop bewoond - toen kwam het verval. De eerste bewoners trokken weg, zonder dat hun plaats door anderen werd inge nomen. Spoedig volgden er meer - hier werd van een verlaten huisje een garage gemaakt, daar bleef het leegstaan tot de dag van vandaag. NOG EEN BEWOOND geleden kwam, was de Lindebuurt nog bijna helemaal bewoond - hij zag de buurt jammerlijk aftakelen en heeft nu als bewoner het rijk al leen. Niet gewoond, maar wel gewerkt wordt er nog in de andere poot van koperslager, de allerlaatste koper slager in LeeuwardenHet is de heer Freerk Pietersma, die zelf in de Ha zelaarstraat woont, maar hier z'n werkplaats heeft - de gemeente ver huurt hem het vroegere woninkje voor een luttel bedrag. De heer Pietersma (72), Amster- En nu is er dus nog maar een van al die huizen bewoond, het pand nummer vier en twintig, de uitste kend onderhouden woning van de familie K. van Schoorl, man, vrouw en dochtertje van tien. De heer Van Schoorl handelt in olie en zeep; hij rijdt met z'n blauwe auto naar z'n vaste klanten, de hele stad door. Toen hij hier ruim elf jaar Freerk Pietersma, de koperslager uit de Lindebuurt, de allerlaatste koperslager van Leeuwarden de Lindebuurt, tussen Hoekstersin gel en Oldegalileën. Daar heeft de heer Ate Atema een spuitbedrijf in een paar pandjes, die tot voor kort nog bewoond zijn geweest. En dan is er op het hoekje van de beide poten van de Lindebuurt die Nu de huisjes zijn verlaten kan de natuur er z'n gang maar gaan. dammer van geboorte, oefent hier dus, als laatste der Mohikanen, het oude ambacht uit. Hij maakt en repareert de huishoudelijke voor werpen van vroeger, die we nu weer zo graag in huis halen voor de sier: koperen ketels, lampen, theelich tjes, nou ja, noem maar op. In jonger jaren trok de heer Pie tersma met een handkar als ketel lapper het hele land door, ja, hij kwam er zelfs mee in Duitsland, Frankrijk en België. Later kwam hij in vaste dienst bij de Vereniging Stofzuiger Fabrieken en toen die verhuisden naar Leeuwarden ging de heer Pietersma mee. GEPENSIONEERD Na z'n pensionering bij de V.S.F. voelde deze bedrijvige man er niets voor z'n handen te laten rusten en zo kwam hij, nu zeven jaar geleden, in deze Lindebuurt terecht. Met die familie Van Schoorl en met de spuiters van Ate Atema zorgt Freerk Pietersma nog voor enige bedrijvigheid in deze oude Linde- Een dezer dagen betrad een opval lend zwaarlijvig heer een bekend horeca-etablissement in de Leeu warder binnenstad en bestelde er vijf glazen bier - helemaal voor zich zelf. Tot niet geringe verbazing van kastelein en andere aanwezigen dronk hij ze in een vlot tempo leeg en bestelde toen vier glazen bier. Ook die gingen de keel in, of het niks was. Toen riep de man de ober waarempel al weer en bestelde hij nog eens drie glazen bier. Daar kreeg hij al wat meer moeite mee', maar toch duurde het niet lang, of ook die maakte hij soldaat. De twee glazen bier, die hij daarna liet ko men, bleven langer in leven, dan hun twaalf voorgangers, maar ten slotte was hij ook die de baas. En De meeste huisjes zijn tot garages gedegradeerd: "Uitrit vrijlaten, asjeblieft buurt, maar overigens is het hier een verlaten boel De Lindebuurt, het fleurige straatje van weleer, ondergaat het Jot van zoveel oude buurtjes in het oude Leeuwarden - het is ten dode ge doemd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 11