GESPREKKEN OP DE BRUG GESPREKKE De schoonheden van Fries lands Hoofdstad TTTT DF. DOOS MF.T SN1F.PSNARF.N Een geheimzinnig geval REPRINT VAN CURIEUS BOEK 7 Romantisch tafelen aan de Terpenroute Henk en Tity Hasz Al eens eerder is er uit onze grote Doos met Sniepsnaren een krantenknipsel te voorschijn gekomen uit het vroegere Leeuwarder Nieuwsblad met een aflevering van de bekende "Gesprekken op de brug" geschreven door Reinder Brolsma, die leefde van 1882 tot 1953. Het stuk van vandaag heeft in het begin van 1940 in de krant gestaan, toen de Russen in Finland vochten en daar "bij heele seksjes doadfroren" zoals Boate Wallendal het zei. Hier komt het verhaal. ,,Alie begin is moeilik," zei B. Wallendal, „mar om morgens tit Bed weg te kommen as de bloemen drie streep dik op 'e fênsters stane - dat is bij mij in noadsprong. De frou seit al: ,,Toe Boate," seit se, ,,it is fandaech dyn beurt om de earste te wezen, maak nou oek es in kearel üt," seit se, ,,en sorch dat it er aen- sens onder knap bij staat. "Want wy slape in 'n kamerke op souder. Nou, haast, weenliks haast, hew ik in 'e winter noait hé, daar't je ferskine mutte daar komme je sachts froeg genoeg. Mar ja, de kynders beginne oek te angaen - nou, joeps, dan spring ik er of en meteen in myn sokken en broek en fesje en jas en ik flych naer onderen. Kachel ansette, water koke op in oud stel in 'e W.C., want je mutte it heele hüs ontdoaije as it soa friest. Dit is in winter mannen, dy't ons arm maakt en kaal en je durve niet te mopperen, want dy Russen dy't in Finland fechte, dy frieze bij heele seksjes doad, soa as se gane en stane. It binne op 't laest oek mar arme boerekearels." {.Begroat it jou om dy Russen?" zei Lindert, „mij docht je suden heen- egaen en „Niks hoar fader. Wat nou, jou binne soa oud alwete jou nou noch niet dat it folk üt himsels noait fechte sal as se niet anhyst wudde? Daar is," zei B. W„ „op 't heden mar één streven op 'e wereld, dat is om de arbeiders it leven soa suur te maken datsij in hekel an hursels krije, des te beter wille se fechte. Mar waarfoor? Waarfoor is dy Rus in Finland, waarfoor stane drie groate naesjes teugen mekander op? Om de trots fan de regearders. As se dat mar es goed insaggen. Mar ik frees dat wij hier deselde weg gaen mutte as dy anderen; de senüfoar- loch." "Och man," zei Lindert, „nimnou de heele wereld niet op 'e nekke. As dat soa spande, hoe suden hier dan fleden week fierdehalf duzend man hur angeven hewwe foor dy elfste dentocht? Dat bestaat ommers niet." „Nou, dat sien ik heel anders in," zei B. W„ „dy sportmeensen, dy hewwe begrepen dat sij hier in Friesland noch es rustich en feilich ride kanne. Se hoeve niks anders te doen as hur angeve en as se hier komme, dan is alles klaar. Sij krije kaerten en wegwizers en avens noch in feestelike bijeenkomst. Waar wurdt it hier soa prissenteard, in ons heele land ommers niet?" Y. Blok zei: „Nou, en ik sien it noch weer anders, ik sien it soa: de wegen dy wurre hoe langer hoe on- feiliger, dus daar kan met goed fat soen niet mear in tocht op maakt wudde. Fooral niet in massa. Wat is nou it gefolch? Dy sportmeensen dy pe-re-fereare it ys - want daar is de rümte en om nou heelendal goed feilich te wezen, kanne se fansels noait beter doen as ansluting te soe- ken bij elkaar en met de elfsteden tocht te gaan. Dat is seef. En er kan noait smousd wudde met 't een as ander. Ik foorsien, dat er steeds mear komme salie." „Ik,"zei Rikus, „ik bin er soa met, ik mach er graech es wat over hoare en leze in 'e krant, mar foor de rest hou mar. De radio dat is myn beste ffind in 'e winter en as dy avens speult, dan leit de wereld mij wel nae 't sin. As ik mar weet dat myn rooie star-earpels niet befrieze kanne en in warm knikje in 't nust avens, dan sêch ik bastaard." vervolg op pag. Een waar genoegen Uw gastheer en gastvrouw Bosweg 25, tel. 05103-2266 Reservering gewenst 's Maandags gesloten ]roin«ntiscti res>.aur»nt "Fïfj l herberge HM .detrochreed" Zaterdag passeerde op den straatweg tusschen Amersfoort en Zeist een automobiel, die nabij de pyramide van Austerlitz stil hield. Straatwerkers op eenigen afstand bemerkten, dat er een heer uitging, die naast den weg iets neerlei en toen in de automobiel snel wegreed. De straatwerkers kwamen nader en vonden een vondeling. Aan elk der handjes was een bankbiljet van duizend gulden bevestigd. Eén der wegwerkers heeft het kindje mee genomen, maar omtrent de herkomst weet men nog niets. l905) De jonge uitgeverij De Kroniek te Leeuwarden heeft een reprint uitge- géven van het in 1850 verschenen boek "De schoonheden van Fries- lands Hoofdstad Leeuwarden", of wel "Twaalf Gezigten op de voor naamste gebouwen en beplantingen in den tegenwoordigen tijd, naar de natuur geteekend door Iz. Reynders en met eene korte beschrijving voorzien door W. Eekhoff, archiva ris der Stad". Sommige lezers van onze krant zul len het oorspronkelijke boek wel licht kennen en het misschien zelfs bezitten ook; de meesten evenwel zullen niet het voorrecht hebben ge had er beslag op te kunnen leggen - ook in de antiquarische boekhandel liggen boeken over het Leeuwarden uit de vorige eeuw niet voor het grijpen. Voor die stellig grote groep is er nu dus een kans het werk, zij het herdrukt en niet in originele vorm, in bezit te krijgen en, het moet wor den gezegd, een curieus bezit is het zeker. BEKENDE PUNTEN Izaak Reynders maakte zijn prach tige tekeningen van uitsluitend "bekende" punten in de stad: hij schetste bijvoorbeeld de Prinsen tuin, de Spanjaardslaan bij de oude begraafplaats, het Stadhuis, de Waag, Amicitia en het Paleis van Justitie, maar hij drong helaas nim mer door tot wat toen moest worden beschouwd als de achterbuurten, zoals de Weerklank en de Boter hoek - ook daar had hij zeker bij zonder sfeervolle schetsen kunnen maken. Wopke Eekhoff, onze onvolprezen stadsarchivaris uit die tijd, voorzag de tekeningen dus van korte be schrijvingen, die nog steeds prettig leesbaar zijn, alleen al door de woordkeus van die dagen. Alzo, een herdruk van Reyn- ders/Eekhoff: een gelukkige ge dachte van de uitgeverij De Kro niek, honderd acht en twintig jaar nadat het oorspronkelijke werk ver scheen.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 7