GESCHIEDKUNDIGE BESCHRIJVING VAN LEEUWARDEN DOOR WOPKE EEKHOFF mmm EEN ONGEWONE HISTORIE IN DORP SCHEVENINGEN m 13 MilihlilWiWTTOl koophuizen 2Overzigt van de Geschiedenis van Friesland, in de eerste eeu wen onzer tijdrekening Het tegenwoordig Friesland was, omstreeks het begin onzer jaartel ling, een gedeelte van het land der Groote Friezen. Elf jaren voor Christus' geboorte werd dit volk voor het eerst bekend, toen de Ro- meinsche Veldheer Drusus met eene vloot een leger herwaarts kwam en met dezen stam een ver bond sloot. Dit verbond duurde ech ter niet langer dan veertig jaren: want toen de Romeinen de Friezen met onregtvaardigheden begonnen te kwellen, stonden deze op tegen hunne onderdrukkers, die zij ver sloegen en uit hun land verdreven. Zij hernamen toch hunne regten van een vrij volk, en bleven vervolgens van de Romeinen bijna ongemoeid. Zij deden meer: toen hunne volks stam hoe langer hoe talrijker en magtiger werd, en er in Europa, bij het afnemen van Romes heerschap pij, groote volksverhuizingen plaats hadden, breidden zij de grenzen van hun gebied langzamerhand over de landen van hunne oostelijke en zuidelijke naburen, de Cauchen en de Batavieren, uit. Hierdoor werd het Friesche rijk eerlang zóó uitge strekt, dat het in de vijfde eeuw meer dan het tegenwoordige Neder land en Oost-Friesland besloeg, en ten oosten van de rivier de Wezeren ten zuiden de Schelde tot zijne gren zen had. MACHTIG RIJK Dit magtige rijk had echter gedu rende verscheidene eeuwen te strij den tegen twee gevaarlijke vijan den. Aan de noord- en westzijde waren het de Denen en Noorman nen, wier. stroopende benden de Friezen bestendig van de zeezijde aanvielen en tot hevigen tegenstand noodzaakten. Aan de zuid- of land zijde waren het de Franken, die hen rusteloos beoorloogden. Eerst ga ven deze voor, niet te dulden, dat de Friezen zich verder uitbreidden dan den Rijn, waaraan Utrecht en Do- restad of Wijk bij Duurstede gele gen waren. Later stelden zij zich de geheele verovering van Friesland en ook van Saksen voor, tevens met het 'oogmerk om de christelijke gods dienst gelijktijdig bij deze heiden- sche volken in te voeren. De Sak- sers bewoonden toen een gedeelte van het noordelijk Duitschland en waren de oostelijke naburen der Friezen. Zij waren even magtig en strijdbaar als deze, en ook evenzeer gezet op hunne natuurlijke vrijheid als gehecht aan hunne voorouder- Boerderij - Restaurant RIJPERKERK, TEL. 05118-1920 Speciaal ingericht voor al Uw PARTIJEN en FEESTEN. Zondags geopend vanaf 13.00 uur Overige dagen voor partijen ROEL DE WILDE lijke godsdienst. Vanhier, dat beide volken zich tot elkanders hulp ver bonden tegen de langdurige aanval len der heerschzuchtige Franken, die zij met leeuwenmoed bestreden en lang afkeerden. Eindelijk moes ten zij echter bezwijken, en werden zij beide, omstreeks den jare 800, overwonnen door den koning der Franken, Karei den Groote. Deze vorst verdeelde het Friesche rijk nu in een aantal landschappen, waarover hij Graven en andere be stuurders als Opperhoofden en Reg- ters aanstelde. In het tegenwoordig Friesland ontstonden alzoo de Graafschappen Oostergoo, Wester- goo en Stavoren. De heidensche WOPKE EEKHOFF tempels, altaren, beelden, bosschen en andere sporen van de vroegere godsvereering der Friezen werden vernietigd, en vervangen door chris tenkerken en scholen, die meest overal gebouwd werden op plaat sen, welke voormaals als heilig ver eerd werden. Met hoeveel weêrzin de Friezen dit ook duldden, werden de christelijke leer en het Franki sche bestuur hier eindelijk door overmagt ingevoerd en langzamer hand gevestigd. De Duitsche Keizers, welke Karei den Groote in het bestuur over deze landen opvolgden, verzuimden in later tijd, hunne Graven en Ambte naren herwaarts te zenden. Van deze slapheid in het bestauur maak ten de Friezen gebruik om hunne onafhankelijkheid zooveel mogelijk te hernemen, hoewel zij het opper gezag des Keizers, aan wien zij eene geringe schatting betaalden, bleven erkennen. Dit gaf aanleiding, dat de verschillende volksstammen, welke vroeger het noordelijk gedeelte van het Friesche rijk uitmaakten, als: het tegenwoordige Noord-Holland, Friesland, Groningen. Oost- Friesland en verdere oostelijke stre ken tot aan de rivier de Elbe of de Eider, zich op nieuw met elkander verbonden. Deze landstreken, allen langs de Noordzee gelegen en door rivieren en zeeboezems, als het Flie, de Middelzee, de Lauwers, de Eems, de Jade en de Wezer, van elkander afgescheiden, vormden al- zoo den staat der zeven frije Frie sche Zeelanden. Zij hadden tot ge meenschappelijk doel, om nmet el kanders hulp de onderlinge rust en veiligheid tegen de aanvallen van buitenlandsche veroveraars te be schermen. Ter regeling van hunne belangen kwamen de afgevaardig den van ieder der Zeelanden jaar lijks op eene groote vergadering bij den Opstalsboom, niet verre van Aurich in Oost-Friesland, bijeen. Dit verbond bleef tot in de 15e eeuw bestaan, en droeg zeer veel bij om de vrijheid en veiligheid dezer volksstammen te verzekeren, vooral in tegenstelling van die nabu rige volken, welke door magtige er felijke Graven en Leenheren over- heerd werden. GROTE GEBEURTENIS Intusschen bragt eene groote ge beurtenis alle volken van Europa in beweging. Door godsdienstijver opgewonden, werden er in alle christenlanden herhaaldelijk opge wonden, werden er in alle christen landen herhaaldelijk oproepingen gedaan, om deel te nemen aan heer- togten naar het oosten, ter herover ing van Palestina, of het Heilige Land, waar de Zaligmaker der we reld geleefd had, en dat zich toen in de magt der Turken of Saracenen bevond. Deze togten begonnen in den hare 1096. Ook de Friezen lie ten zich bewegen, om met vele na burige volken daaraan deel te ne men. Een groot getal van hunne dapperste mannen, door de aanzien lijkste edelen aangevoerd, trok derwaarts ten strijde. Groot was de roem, welken zij door hun moedig gedrag in deze kruistogten mogten verwerven; doch zij bragten in Friesland een krijgszuchtigen geest terug, welke van toen af tot vele binnenlandsche twisten en oorlogen aanleiding gaf, waarvan de ge- schiedboeken der opvolgende eeu wen menigvuldige droevige voor beelden opleveren. "Piet jong, wees nou asjeblieft voorzichtig met ledder vanne buren. As't er met omdonderst en ie stuk gaat salie we een nije geve mutte'J GELUK LEERT ONS OM TE DROMEN, ONGELUK OM TE WAKEN. DE GEVAARLIJKSTE ON DEUGDEN BINNE DIE, WEL KE, OPPERVLAKKIG BE- SKOUWD, DEUGDEN LIEKE. DE ONWETENDE IS SIEN EI GEN VIJAND - HOE SU DIE DE KAMMERAAD VAN EEN AN DER WEZE KANNE? SO MAKKELIJK HET IS EEN ANDER TE BECRITISEREN, SO MOEILIJK IS 'T OM DAT BIJ JE SELS TE DOEN. JE MUTTE DIE VROUW TOT ECHTGENOTE KIEZE, DIE 'T JE AS KAMMERAAD KIEZE SU- DEN. AS 'T EEN MAN WAS. WIE TOT JOU KWAAD VAN ANDEREN SPREEKT. DIE SPREEKT KWAAD VAN JOU TOT ANDEREN. DUIZEND KAMMERADEN BINNE SOMS NOG TE MIN, EEN ENKELE VIJAND AL TE VEUL. SELFBEWUSTHEID SONDER BESKAVING HET ONBE- SKAAMDHE1D TOT GEVOLG. HET IS GOED OM EEN TALENT EN GEVAARLIJK OM OVER EEN SOOD TALENTEN TE BE SKIKKEN. VAN HAAT TOT LIEFDE IS EEN VERRE WEG, VAN LIEFDE TOT HAAT IS MAR EEN SPRONG. WE WUDDE OUD. WANNEER DE. MEENSEN SEGGE. DAT WE ER NOG SO JONG UUTSIEN. Een ongewone historie, met een tragisch begin en een komisch slot deed zich naar de „N. H. Ct" meldt, vorige week te Schevenin- gen voor. Een werkelooze aldaar, de dertigja rige de R., wonende over het Ver- verschingskanaal, ging op 20 Sep tember 1.1. naar den Haag om te stempelen, doch kwam op dien en volgende dagen niet terug. Men dacht aan een ongeval, sprak zelfs van een wanhoopsdaad en de politie was ijverig in de weer om den ver miste te zoeken. Alles vruchteloos, dagen verliepen er; er ging een week overheen, maar de vermiste werd niet gevonden. Een jongen verdronk en men ver telde dat de R. het was. De vrouw van den vermiste dacht niets anders, dan dat haar man een doodelijk ongeluk was overkomen. De gordijnen gingen neer en de vrouw kwijnde weg. Daar kwam Donderdag 1.1. een armbezoeker van vacantie terug en men sprak hem direct over het geval dat heel Scheveningen in beroering bracht. ,,De R. is nog niet gevonden?" ,,Nog niet gevonden", luidde het antwoord. „Maar ik heb half September de stukken voor hem in orde gemaakt om hem op te nemen in het zieken huis" Een telefoontje bracht nu spoedig aan het licht, dat de „vermiste" werkelijk reeds 10 dagen in het zie kenhuis lag en dat hij het uitste kend maakte. En toen zij het (thuis) van blijdschap nog niet gelooven konden, wilde heel de familie mee naar het zieken huis om hem te zien. Toen men kwam wuifde hij allen opgeruimd toe en zei tegen zijn vrouw: „Dat je door de week niet kwam kon ik begrijpen, maar datje ook Zondags niet bent geweest, vond ik wel wat erg". En toen hadden ze mekaar weer en de tragi-comedie, eenerzijds de schuld van den men zelf, anderzijds een gevolg van een fout in de admi nistratie (waar dan ook) was uit. (1924) 1 zoekt voor diverse relaties V/ijbr. de Comti 33* Lmwd bgg 51859, G LMmtn, I tal OSIOO 33331 - tax .ag.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1978 | | pagina 13