Uw eigen bank
Friesland Bank
Lezers klommen in de pen
GALE HAMKESSTRAAT
Gaarne wil ik reageren op het ver
slag in het vorige Kleine Krantsje
van mej. de Boer, over de reünie in
Het Dorp. Het was een onvergete
lijke dag, die 14e november 1978.
Niet alleen voor mej. De Boer. Wie
had het kunnen denken dat er zoveel
oude buurtgenoten zouden komen.
Het was ook zeker niet alleen het
weer, dat alles zo vrolijk maakte.
De stemming was ongedwongen,
het was alsof de tijd had stil gestaan
en we weer kinderen waren, die
weinig of geen problemen kenden.
Een woord van dank is zeker op z'n
plaats aan mej. De Boer, die alles zo
uitstekend georganiseerd had. Zij
heeft ons iets van "Het Dorp" laten
zien. Hoe mooi het er is aangelegd,
een gemeenschap op zich. Een res
taurant, kapper, winkel, postkan
toor, aangepaste werkplaatsen enz.
Alleen de bewoners die we hier en
daar tegen kwamen, maakten een
diepe indruk op ons. Sommigen wa
ren zo zwaar invalide, datje er nau
welijks naar durfde kijken.
Met mej. De Boer gingen we ook
een kijkje nemen in haar apparte
ment. Dat was gezellig en leuk inge
richt. De sfeer van haar ouderlijk
huis kwam je metéén tegemoet toen
we naar binnen gingen. Bij de fam.
De Boer was het vroeger ook zo
gezellig en knus. Maar wat mij per
soonlijk het meest trof was wel de
prachtige foto van haar ouders. Zo
echt en natuurlijk, datje je nauwe
lijks kon voorstellen, dat ook dit
verleden tijd geworden was. Ik
dacht, eigenlijk hadden deze ou
ders, met name zeker moeke De
Boer, wel een standbeeld verdiend.
De opvoeding van een gehandicapt
kind stelt ouders voor ongekende
problemen. Maar deze moeder was
zo realistisch, en zo natuurlijk in
haar manier van opvoeden, dat je
nu, na zoveel jaar, je er over ver
wondert, waar iemand zoveel in
zicht vandaan haalt, bij een zó moei
lijke taak.
Zij las geen geleerde boeken over
opvoedkunde, ze had geen pedolo-
gie of psychologie gestudeerd, maar
ze zette haar dochter midden tussen
de kinderen op de straat.
Zo zijn wij in die Gale Hamkesstraat
Geesje de Boer in haar driewieler,
lang geleden gefotografeerd. Ach
ter de wagen haar vriendinnen Ger-
lofke en Gré Haanstra.
met elkaar opgegroeid. Wij wisten
dat Geesje niet kon lopen, maar dat
was ook het enige waarvan zij zich
onderscheidde van de anderen. De
mogelijkheden, die zij wel had zijn
dan ook wel uitgebuit. Zij heeft zich
een volwaardige plaats'in de maat
schappij veroverd. Zo gaat zij nog
elke dag naar haar werk buiten 'Het
Dorp" en er zijn maar enkelen in het
"Dorp" die deze mogelijkheden
hebben. Zo is dus mej. De Boer
(dank zij haar ouders) een persoon
lijkheid geworden.
En nu terug naar de oude straat. Er
was vroeger een rubriek in de krant
getiteld "Gesprekken op de brug".
Voor ons als kinderen van de Gale
Hamkesstraat, zou je met een va
riant hierop kunnen zeggen "Ge
sprekken om de Vliegende Hollan
der". De Vliegende Hollander was
in die dagen het middel van vervoer
van Geesje de Boer. Daarom heen
stonden we dan te wiespraten. Nou
mut ik overgaan op de Leewader
taal.
Vier éénkamer woninkjes (een
overbliefsel varf 't steegje van 't
Vliet) met een bleekje voor huus en
een pléé in dat bleekje. Twaalf
nieuwe woninkjes, kwamen er bij in
1928. Daar woonden de families
Eisma, De Boer, Brandenburg,
twee families Jansen De éne fami
lie Jansen noemden wij Jaansen de
kleermaker, de andere Jaansen de
stukadoor, anders raakten wij in de
war.
De hele straat leefde met, toen de
familie Brandenburg hun man en
vader overleed. Moeke Branden
burg must toen maar zien hoe ze het
redde, zij het toen werk kregen aan
de kleuterschool an de Eébuurt. Er
binne vast nog wel lezers, die zich
juf Brandenburg herinnere. Miskien
het ze je nog wel es in de broek
holpen.
As het grote skoonmaak was; ging
mien moeke even naar Jaansen de
stukadoor. De eerst kommende za
terdagmiddag kwam Jaansen dan en
witte onze gang. As pa het deed
wudden het altiid strepen, dus
mooi, dat Jaansen er was. „Wat
kost het buurman?" Daar wu Jaan
sen gien praat van hewwe. Toen wij
al trouwd waren, het er oek es een
karweike bij ons deen. Toen ik
vroeg naar de kosten, zei er: „Niks
meiske, ik eet nauw toch üt de
"Staatsruif". Hij was toen krekt 65
wudden.
As mien vader een pakje kleren
kocht had en er must wat an veran
derd wudde, was Jaansen de kleer
maker anne beurt. „Wat binne de
kosten buurman?" Niks man, ik
lof verdient, is buurman Oost. Hij
werkte bij de reinigingsdienst. In de
laatsle jaren van 'e oorlog kwam er
gier tonneman. Closetten hadden
wij toen nog niet. As het donker was
hoordje je roepen "DE TONNE
MAN". Dat gebeurde één keer in 'e
week. Dan ston buurman Oost bij de
groatte ronde put van ut hoofdriool
het deksel was er dan al af. Alle
buren kwamen er dan an draven met
hun volle ton. En met een elegante
swier, mikte buurman Oost ton na
ton leeg in het hoofdriool zonder
één druppel te griemen. En voor al
dat soort van putsjes, hoefden ons
vader en moeke nooit wat te beta
len.
Dit is een greep ut het verleden, en
een hulde is hier toch zeker op sien
plaats an al onze vaders en moekes,
die met soms een klein bitsje middel
so veul fleur an ons leven geve
hewwe. Waar we heel ons leven met
dankbaarheid an terug denke.
Leeuwarden
HET PONTSJE
G. Stelpstra-
Haanstra
In de wijde wereld om Leeuwarden
heen genieten wij, mijn vrouw (82)
en ik (87) van Uw krantje. Deze
week ondermeer van het pontsje. Ik
zie van het pontje aan de Westersin
gel de rustige kapitein nog voor me
met z'n blozend, ietwat verweerd en
altijd vriendelijk en wakker gelaat.
Handig met een of ander houten
voorwerp langs de ijzeren draad het
voertuig voortbewegend, nadat hij
eerst de draad over de zee gespan
nen had en daarvoor met z'n zee
mansogen het wateroppervlak had
bespied, of alles vrij was. Veilig
heid boven alles!
Leersum
W. Scherpbier
hew voor jou oek nog een karweike.
Zo liemde mien vader (hij was meu
belmaker) een poat onder een stoel
of repareerde een wrakke tafel. Die
kleine klusjes, over en weer, dat mis
ik toch zo in deze tiid. Of binne er,
nog straten as de Gale Hamkes?
Maar de man die miskien de meeste
Zegt U dat wel, veiligheid
boven alles, ook in het ver
keer te water. Bij het drukke
scheepvaartverkeer van
vroeger was het voor de
pontsjebazen inderdaad een
belangrijke zaak goed uit te
kijken, of er schepen nader
den, voor ze overgingen tot
het spannen van de draad.
Wij menen ons te herinne
ren, dat het juist met dat
pontje aan de Westersingel
eenmaal misgelopen is. De
pontjebaas had toen een na
derend vaartuig niet tijdig
Men kent er de Friese
verhoudingen en is bereid
plaatselijke en provinciale
belangen te dienen.
opgemerkt, waardoor het
schip met de draad in aanra
king kwam - het gevolg was,
dat het pontje water maakte
en kapseisde, overigens zon
der rampzalige gevolgen
voor de passagiers. Wel is er
eens een jongen verdronken,
toen het pontje over de Oos
tergracht tussen de Ooster-
grachtswal en de Oosterkade
kapseisde. Dat gebeurde in
1868, toen er veel te veel
mensen op het vaartuigje
plaats namen - zij wilden
naar de overkant om te zien,
hoe een aantal ontvluchte
gevangenen met de trek
schuit naar de gevangenis
werden teruggebracht.
Red. 't KI. Kr.
TICHELSTRAAT
In nummer 329 van 't Kleine
Krantsje zie ik een foto van de Ti
chelstraat met een aantal bewoners
van plusminus 1932, 1933 er op. Ik
kan U alle namen nog noemen. Ge
heel rechts mevrouw Adema met op
haar arm haar baby Elske, dan
gaande naar links: mevrouw Bom,
een logeetje van mevrouw Adema,
Froukje Mensink, Kaatje Terhorst,
mevrouw Bakker Krist met op haar
arm haar zoontje Pieter, mevrouw
Kuitert, Hinke Kooistra en - met
strik in het haar - Liesje Kuitert. Op
de grond zittend, van rechts naar
links, de jongens Rienus Kuitert,
Teade Kooistra, Bote Kuitert,
Henny Mensink en Marten Kuitert.
Leeuwarden
Kooistra