UITSTAPJE NAAR
OOM EN TANTE
IN JELSUM
DE JAARDAG VAN GOSSE
EN T TREURIGE ONGELUK
7
Geleidelijk aan is het stadsbeeld in
Leeuwarden toch erg veranderd in
de laatste vijftig jaar. Vooral het
leefpatroon van de burgers van onze
stad is nauwelijks te vergelijken met
de eind twintig-, begin dertiger ja
ren.
Jonge gezinnen met kinderen ne
men in het weekeind de auto om een
ommetje te maken. Of als het zomer
is, gaan velen naar boot of caravan.
De uitstapjes in de dagen toen wij
kinderen waren, waren van heel an
dere aard. Het waren echt uitstap
jes, want de benenwagen was het
meest gebruikte vervoermiddel.
Wij zelf waren gelukkige mensen,
want wij hadden een doel. Het was
niet even een eindje lopen, om
daarna weer thuis te zitten. Nee, wij
waren zo bevoorrecht met onze
,,oom en tante in Jelsum".
In gedachten wil ik U even meene
men op één van die wandelingen op
een mooie zondagmiddag.
TE VOET
Meestal zei mijn vader of moeder,
's middags onder het eten; ,,Wij
konden vanmiddag wel eens naar
Jelsum". Dan werd de afwas met
spoed aan de kant gewerkt en zo om
een uur of twee vertrokken we uit de
Gale Hamkesstraat. Liepen door de
Bleeklaan, langs het tegenwoordige
..Vijverparkje", waar we met een
looppas de enige berg namen, die ik
mij uit mijn kinderjaren kan herin
neren. Of dat een oude schietbaan
geweest is? Ik weet het niet, maar
later is pas het vijverpark aange
legd. Op de hoek van de Bleeklaan,
waar nu ,,Frigas" zetelt, was een
pleintje voor de „Karrieders"
Daar liepen wij scheef overheen,
het sneed een stukje af, langs de
gasfabriek ging hel dan over de
Noorderweg-Noorderbrug (toen
nog een oude brug, zoals we er nu
nog één hebben over de Emmakade)
en kwamen we op de Spanjaards-
laan. De Spanjaardslaan bood de
wandelaar in die dagen een bijna
landelijk aanzien. De weg was aan
weerszijden omzoomd door bomen.
Meteen rechts van de brug, de
boerderij van de heer Westbonk.
een rijtje huizen, met een echt wan
delpad langs het Rengerspark. Zo
liepen we dan op de Jelsumerstraat
aan, een doodlopende straat in die
dagen.
JODELAND
Aan hel begin van de Jelsumer
straat was een hek. Dit hek stond
scheef, niet omdat het een vervallen
hekje was, nee, het was speciaal zo
geconstrueerd. Want als je het hek
opende, om het daarna weer los te
laten, viel het vanzelf weer dicht.
En dan stond je in het Jodeland. Je
was buiten de stad. Wat een wijdse
blik, het frisse groene grasland, met
het vredig grazende vee.
De goede raad van mijn ouders om
flink door te lopen, daar we anders
te moe zouden worden, was dan
vergeten. Vader en moeder liepen
door, maar wij gingen langs de
slootkant op zoek naar stekelbaars
jes, speldekopjes en kikkerdril.
Het Jodeland was een belevenis
voor ons. Mijn ouders stonden ons
dikwijls op te wachten, daar waar
een hek het ene weiland van het
andere scheidde. In gedachten zie ik
hen daar nog staan. Mijn vader
droeg een strohoed van hard wit
geel stro, met een brede zwarte lint.
De hoeden van mijn moeder waren
altijd hele toestanden. Van jaar tot
jaar een andere hoed, want de hoe-
demode was in die jaren ook echt
aan mode onderhevig. Meestal wa
ren het hoeden met een grote brede
rand en met een trosje kunstbloe
men of corsage versierd.
Trouwens, wij als dochters droegen
ook een hoed. De gevaren van in
tensief verkeer, waren in die dagen
niet zo groot, dan wel de kans om
een zonnesteek op te lopen.
Als we dan al spelenderwijs onze
ouders hadden ingehaald, ging de
wandeling in alle gemoedelijkheid
verder. Om de hekken heen over
vlonders. Af en toe stil staan om
naar een koppel eenden te kijken, of
een schaap met een paar lammeren.
Dan weer op een sukkeldrafje om
onze ouders in te halen, die inmid
dels alweer een heel eind verder lie
pen.
GEWOON DOORLOPEN
Soms pakten we pa of moe angstig
bij de hand, omdat er koeien op het
wandelpad stonden. Maar mijn va
der zei: „Gewoon doorlopen." En
dan gingen de koeien dromerig aan
de kant. Na ongeveer een uur lopen
kwamen we in Jelsum op Venster-
buren. Een vredig streekje huizen
met een landelijk uitzicht. In het.
laatste huis (naast het gebouwtje
van de evangelisatie) woonden mijn
oom en tante. Oom en tante waren
koster van het kerkgebouwtje. Al
tijd waren wij daar hartelijk wel
kom. Het leek wel of je er altijd
verwacht werd. De thee was er zo
heerlijk van water uit de regenwa
terbak. Als het erg warm weer was'
kregen we limonade en altijd een
stukje van die heerlijke oranjekoek
van de bakker uit Jelsum.
De hele middag zaten wij dan op het
boenhout voor het huis met een
schepnetje visjes te vangen. Soms
kousen en schoenen uit met de blote
voeten in het water uit de regenwa
terbak.
vervolg op pag. II
Gosse slon al buien, hij de voordeur, te wachten
lol Griel klaar was.
Gosse was een geduldige man.
Gosse was evenwichtig, kalm, wal langzaam in
zien doen en laten, maar hij was allied op lied.
Nou slon ie te wachten op Griel die nog bezig was
haar nije hoed op le zeilen.
El was een nijmoderige hoed en Gosse had el ding
dl een naam geven - il kiepske.
Ze sion voor de grote spiegel, die een prachtige,
vergulde rand had en boven de skustienmuntel
hing.
Op de skustienmuntelmidden voor de spiegel,
slon de pendule.
De pendule was, net as de rand van de spiegel, oek
verguld. El was een erfstuk en Gosse en Griel
waren er wal wies mei.
Maar Griel Itadder nou gien oog voor.
Ze was klaar en Griel keek tevreden inne spiegel.
Even luier slon ze buien en Gosse deed de voordeur
op slot.
Jou hadden - win lik - wel wat lang werk, zei
Gosse.
Nou ja, repliceerde Griel, mannen binne allied zo
klaar maar wij niet, wij hewwe nou eenmaal wal
langer werk dan jimme.
Gosse was jaardag vandaag en ze zuden naar de
stad om een kadoolje ie kopen.
Gosse kreeg een nij horlogeketting en dat zuden ze
bij Copini kopen gaan.
Et was zaterdagmiddag en dan gongen ze allied
boodskappen doen inne stad.
Omdat Gosse jaardag was zuden Sipke en Manha
sqvens op visile komme en nicht Maaike, de doch
ter van tante Bonkje.
Maaike was dienstmeiske bij een mevrouw in de
van Swieienslraal
Zodoende must Griel allerlei boodskappen doen.
Ze musi naar de Vries inne Hoogstraat, naar Diek-
stra oppel hoekje vannel Naauw en de Sim Jacobs-
siraal, ze must naar Groenewoudt om koekjes en
gebakjes le kopen en ze wu oek nog even naar de
Rooie winkel.
En Gosse must - as gewoon/ik op zaterdag - naai
de sigarewinkel van Scheepstra, oppel hoekje van
de Voor streek en hotel de Doelen.
En as ze al dizze boodskappen daan hadden, dan
gongen ze nog naar de winkel van Copini.
Voor el horlogeketting.
7 oen ze oppe Groningerstraatweg liepen in de
richting van de rieksburg sagen se dal er een man
oppen sloomfieis in volle vaart hnstuven kwam.
'Levensgevaarlijk'' sei Griel. 'Seg dal wel''
antwoordde Gosse.
Ze gongen eersl naar Scheepstra.
Hier kocht Gosse tien segaren van el merk Se
lect"
Ondertussen schoof Griel de tabaksgeur op die in
de winkel hing.
Griel hield van die geur.
As ze s avens in de kamer zullen en ze dronken een
kopke koffie, dan zal Gosse in zien sloel en dan slak
ie mei een gevoel van welbehagen een se gaar op
Dat gaf een speciale geur in de kamer.
Vaak lag Joris bij Gosse op skool.
Toen Gosse klaar was bij Scheepstra zei Griel, nou
gaan we eersl naar de Rooie Winkel.
Goed, zei Gosse.
TerwieI Griel in de Rooie Winkel was bleef Gosse
buten, op de Wiuldemerdiek slaan.
Met gien stok kregen ze Gosse in zo'n winkel.
Hij kon niet leugen de muffe lucht van al die lappen
Mof.
Na een pooske kwam Griel uul de winkel en toen
gongen ze naar de winkel van Diekstra.
Bij Diekstra kocht Griel allied de koffie en de thee
Bij Diekstra gong Gosse wel de winkel in.
Toen Griel klaar was zei ze, ik wil even bij Dove
Jelle an de overkant kieke.
Griel hield van kristal en bij Dove Jelle slon kristal
in de etalage.
7 oen ze uutkeken was zei ze, zo, nou gaan we naar
Groenewoudt
Hier kocht ze koekjes en laarlsjes voor 's avens
En dan was de Vries voor el vlees en de leverwusl
an de beun. De leverwusl van de Vries was de
lekkerste leverwusl die der was, vond Gosse.
Hij kon wel zo n hele wusi op as Griel em zien gong
gaan liet.
Maar dal deed ze niet.
Vreters wudde maakt maar niet geboren, da! zei
ze.
De gewone boodskappen hadden ze daan en wen
was Gosse an de beun voorzien verjaardagskado.
En bij Copini zocht Gosse een prachtig mooi
double horlogeketting uul.
El wudde meieen an el horloge daan en Gosse was
zo wies as een aap mei zeven steerlen.
Toen ze eindelik en ten laat sten - Gosse wudde
allied doodmoe van da! gebaksel, zoas hij el uul-
drukie - weer op de Groningerstraalweg arriveer
den. zoggen ze dal er wal gebeurd was.
Overal slonnen groepkes, mannen en vrouwen
druk mei mekaar le pralen
En niet alleen op de Groningerstraalweg, oek op
de slreekjes slonnen groepkes.
Ze slonnen daar mei ernstige gezichten en sommi
gen slonnen le gebaren met heftig beweeg van
armen.
Wat zju der le doen weze, vroeg Griel verbaasd.
Ik weet el niet, zei Gosse. maar daar slaat Sipke.
die zal el wel wele, denk ik.
Ik zien Manha daar oek slaan, zei Griel.
Wm idiler gebeurd, vroeg Griel an heur zusier.
Ach kien, zei Manha, der is een verskrikkelik on
geluk gebeurd oppel Kalverdiekje.
Een ongeluk.'
Griel keek vol skrik naar Martha.
Ja, een man is mei zien sloomfieis oppet Ralver
diekje leugen een boom reden en de man iru.v op
slag dood.
Verskrikkelik, verskrikkelik, zei Griel, en der an
toevoegendwaar woonde die man, weel je dal
oek.'
Nee, zei Manha, maar ze zeiden de kam van de
Spanjaardslaan uul, in een van die ziedsiraien.
Nou mengde Gosse zich oek in hel gesprek.
Eh. zei ie, ze riede loch oek veul ie hard.
Toen wij de stad ingongen kwam een kerel aitslu-
'en op zo n ding. Die reed as een gek.
Ja, zei buurman Ozinga. die oek een duit innel
zakje doen wu, ajje oppen sloomfieis zitten gane en
je wille der op fut riede, dan mulle je der wel een
bitsje versland van hewwe, zeg ik maar.
Ja maar, zei Griel, an dal achtéraf'gepraat he je
oek niks, ik denk an die man, dal jonge leven en an
zien vrouw en zien moeke.
Gosse en Griel bleven nog even staan en wen
gongen ze naar huus.
7 oen de verjaardagsvisite die avend in de kamer
van Gosse en Griel zal en Griel voor ieder een
kopke koffie neerzette met daarbij een mokkapuni
van Groenewoudt wudde der nog heel wal afpraat
over el ongeluk en da! da! nou precies gebeure
must op Gosse zien verjaardag.
Ban van der Weerdi