HERINNERINGEN AAN ONVERGETELIJKE JONGENSJAREN 'T KLEINE KRAHTSJE 3 Ik ben meen ik in het vooijaar van 1927 lid geworden van Frisia. Meestal op woensdag- en zater dagmiddag oefenden wij. Dat werd voor mij wel moeilijker, maar ik had goede pauze uren. Ik kon dus wel een uurtje mee doen. Nu was het toen al net zo als nu, vaak regen. Als ik dan bezweet en modderig op kantoor kwam, was het altijd mej. Dijkstra, die thee aan het zetten was, die mij mopperend hielp om een beetje toonbaar te worden. Het was een schat van een vrouw. Zij is Dit is het vervolg van de jeugdher inneringen van onze abonnee, de heer U. Wassenaar te Voorburg. later getrouwd met de heer Polstra. Ondanks alles bleef Jopie mij trouw. Zij was op de Kweekschool en vaak kwam ze dan langs en stopte ze een briefje in de bus. Ik stond dan bij de brievenbus. Zij durfde niet naar binnen te komen en liep verder naar school. Ik zie ze nog gaan, een maiskleur visgraadje aan en een ro de baret op haar hoofd. Op een dag moest ik bij de heer Boorsma komen, die mij vroeg het getuigschrift van school eens mee te brengen. Ik zei, dat ik dat zou doen. GETUIGSCHRIFT Nu was het wel jammer, ik had er geen, hoe moest ik dit versieren. Er zat niets anders op dan te proberen van meester Fokkema er een te pak ken te krijgen. De volgende mor gen, toen ik de post moest halen, ik naar school 10. Meester Fokkema was blij te horen, dat ik een betrek king had en beloofde mij dat ik de volgende morgen het getuigschrift kon ophalen. En ja hoor, toen ik de volgende morgen op school kwam lag daar het begeerde document, ondertekend door het hoofd, de heer Fokkema en klasseonderwijder de heer Roosma. Mensen wat was ik blij. Het getuigschrift heb ik nog. 't Zal in die tijd ook zijn geweest, dat wij op zaterdagavond de stad in- zwalkten. Namen? Ik meen, dat het groepje bestond uit Okke, Corrie Spriensma, Willem Huitema en Chris (rooie Chris), zijn vader had een tuinderij aan de Tuinen. Deze Chris is op zeer jeugdige leeftijd overleden aan een infectieziekte Met dit groepje zwieren we over de Nieuwestad, 't Naauw, Kelders en de Voorstreek. Op de Voorstreek kochten we dan, bij Gruno, grote tompousen en op de Wortelhaven 'n fles Samos: Die Samos, kwam vol gens de advertentie uit een bij Ter schelling gestrand Grieks schip. Wij liepen dan naar een straatje waar van Gend en Loos zijn wagens stal de, smulden van het gebak en na men om beurten een slok wijn. Nou zat er in die wijn natuurlijk alcohol. Als de fles leeg was waren we of misselijk of brooddronken en zo, zingend of beroerd, trokken wij door de stad naar huis. LAATSTE TUUTSJE De "verkering" met Jopie ging af. Ik kreeg het te druk met bijleren en natuurlijk met het voetballen. Ook Jopie moest veel thuis studeren, 't Was op de Emmakade, dat we el kaar stiekem het laatste "tuutsje" gaven. En ook dat was weer over. In die tijd was ik nogal bevriend met Bennie Postma en Han Schreuder (rooie Hantsje). Bennie woonde op de Willemskade. Op een woens dagmiddag gingen we met z'n drieën bij hem thuis kaarten. Zijn ouders waren de stad uit. De familie Postma had een papagaai, die aardig kon luisteren. Toen de ouders weer thuis kwamen schrokken ze van de fraaie woorden, die hij had bijge leerd. Met Bennie en zijn vriend Jan Braams, die in Hardegarijp woon de, waar zijn vader een café en uit spanning had. Wij biljartten dan vaak bij "De Paauw". "t Stelde niet veel voor, maar wij vonden het groots. Ook bij Jan thuis biljartten wij wel eens en we kregen dan van zijn vader een glas bier. Er was ook nog een zuster van Jan, ik meen Siets. Ook Piet Hjilkema, zijn vader was veeëxporteur was wel in ons gezelschap. Later, toen Piet voor zijn vader mee moest als een trans port koeien naar een of ander land De schrijver van dit artikel met z'n ploegmakkers in het derde elftal van Frisia in het seizoen 1932-33Zittend G. Ronner, links en rechts van hem C. Prins en H. van der Woude (Zilwo), daarachter met bril U. Wassenaar, J. van der Gaast en G. Oosterhout, staande L. Steenhuysen, J. Barends, W van der Hoop, P. Gemser, H. Kolk en W. Seinstra. De oude Sint Jacobsstraat met in het midden d/e zaak van Sanders, waar de schrijver van dit verhaal in dienst kwam om te worden opgeleid in de kunsthandel. gebracht moest worden en hij weer terug kwam, had hij altijd mooie verhalen. Eens heeft hij mij ge vraagd of ik niet eens mee wilde, ik meen naar Zwitzerland. Ik wilde wel, maar mocht niet van mijn va der. Veel later heb ik hem nog eens ontmoet in de trein naar Den-Haag. Voor zover ik weet, was hij toen tolk op de Japanse Ambassade. Helaas is deze begaafde man jam merlijk verongelukt bij Amsterdam. Met Han Schreuder ging ik wel eens kermissen en kaatspartijen af in een of ander dorp in de Bildthoek. Han kon heel goed dansen, ik niet, maar ik hoste maar mee. Vaak troffen wij dan achter de piano de bekende pia- neurde heer Daan Scheepstra, die in 1930 een overbuur van ons was in de Paulus Potterstraat. Op een mid dag moest ik bij de heer Boorsma komen. Ik kreeg te horen, dat het hem speet, maar ze moesten mij op zeggen. Ik zou wel nooit een koop man worden en ik nam mijn werk niet serieus. Dat was dat en ik was er niet eens verbaasd over. VORSTELIJK SALARIS Thuis was het wel anders, de oude lui boos en wat nou? Een paar dagen later kwam mijn vader thuis en of ik mij maar wilde melden bij de firma Sanders, een-kunsthandel in de St. Jacobstraat. Ik ging maar weer en werd aangenomen tegen het vorste lijke salaris van 3,50 per week. De vader, mijnheer Salomon, was de reiziger voor de lijstenfabriek, die men ook had. Mijn baas in de kunsthandel was de heer Louis. Ik zou worden opgeleid in de kunst handel. Verder waren er natuurlijk de moeder, Sara en nog een dochter van mijn leeftijd, Anneke. Een ou dere broer had een fotozaak in Den Haag, Hans. Het waren prachtmen- sen, helaas zijn de meesten van al deze goede mensen omgekomen in de afschuwelijke oorlog. Mijn entree was niet best. De eerste de beste dag schopte ik een kostba re, Venetiaanse vaas aan diggelen. Hij koste 75,—. De heer Louis kwaad en hij zou het de oude baas vertellen. Deze werd niet kwaad en besliste, dat er per week vijfig cent op mijn loon zou worden ingehou den. Tot mijn verrassing kreeg ik echter toch iedere week 3,50. DOODEERLIJK Toen ik, doodeerlijk, dat eens zei keek de oude Salomon mij glimla chend aan en zei, "jonge, je ver diende toch vier gulden?" Glimla chend draaide hij zich om en ging zijn traditionele tocht - 't was Sa- bath naar de werkplaats, de hoge hoed op. Een echte Salomons uit spraak. In die werkplaats kwam ik ook vaak graag. Er waren drie knechts, Hendrik, Walter en de ou de Drenth. Dit was de man voor de expeditie, per handkar. Na een poosje, die winkel verveelde mij gruwelijk, ik moest veel te voor zichtig wezen en oppassen niets stuk te maken, heb ik gevraagd of ik niet in de lijstenmakerij mocht wer ken. De heer Salomon vond het best want die had al lang van zijn zoon gehoord, dat de winkel niets voor mij was. Dus ik naar de werk plaats, waar ik met gejuich werd ontvangen. Ook hier was de entree niet daverend, maar nu buiten mijn schuld. Om glas van beneden naar boven te brengen was er een oude lift. De eerste keer, dat ik dit mocht doen en de lift bijna boven was, brak het touw en met een daverende klap kwam de lift naar beneden. Er was niet veel meer heel. Alles in rep en roer en het bleek, dat de oude Drenth was vergeten te zeggen, dat het touw erg slecht was. Enfin, mijn begin was weer glorieus. Soms ook moest ik naar bakker van Dam meen ik, op het Zwitserswaltje, snoep of gebak halen voor moeder Sara. Voor ons was er altijd een gebakje bij. Lang ben ik er echter niet meer gebleven. Mijn vader, wij woonden toen in de Bemardus Bumaslraal, vroeg mij op een avond of ik krui denier wilde worden. Ik wilde wel, mij nog niet bewust van de te verlie zen vrijheid. Goed, dan moest ik met hem mee naar de heer S. Pot, die in de Molenstraat woonde. Hij was jaren chef geweest bij de co- mestibleszaak van Nico laas Dijk stra op de hoek van het Naauw. De eigenaar was de heer Snijder, een broer van de bekende Frisiaan, Henny Snijder. De heer Pot wilde zelf een zaak oprichten en wel op de hoek van de Voorstreek en de Korfmakerstraat. Bij de heer Pot maakte ik ook kennis met de zoon Nico. GEWELDIG LOON Ik werd aangenomen als aanko mende bediende en kreeg het ge weldige loon van tien gulden per week. Maar wel van 8 tot 8 uur 's-avonds en zaterdags van 8 tot 10 uur werken. Op dinsdagmorgen had ik vrij. Voorlopig vond ik alles best en met Nico, die ouder was dan ik kon ik het best vinden. De zaak waar een pianohande) van de heer Meindersma was geweest, was nog niet klaar. In het begin van de winter 1928 was het koud werken, daar al het glas nog niet was geplaatst. Wij konden wel in de voorraadruimten inrichten. Er waren vrij veel zol- vervolg op pag. 17 voor Leeuwarden en de wijde wereld er omheen. Een uitgave van Fenno Schouatra's Publlci- teitakantoor. Verschijnt eenmaal in de veertien dagen. Redactie, Administratie en Advertentieafdeling: Vredeman de Vries- straat 18921 BP Leeu warden. Telefoon (05100) 20302 Postgiro 98 10 62 Bank: Rabobank Geopend: van dinsdag tot en met donderdag, uitsluitend 's morgens van 9 tot 12 uur. 's Middags en van vrij dag tot en met maandag gesloten. Abonnementsprijs: voor Nederland 22,50 per jaar; voor het buiten land: 40,00 per jaar. Losse nummers: afge haald fl. 1.25 per stuk. Per giro besteld: fl.2.00 voor 1 ex., fl.3.50 voor 2 ex., fl.5.00 voor 3 ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje is alleen mogelijk voor lezers, die akkoord gaan met de bepaling, dat het abonne mentsgeld vooruit moet worden voldaan. Op de Ie februari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van lezers in het buitenland moeten op de 31e decem ber van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet tele fonisch of schriftelijk, maar per giro-overschrij ving als abonnee aanmel den. worden verzocht op het girostrookje te ver melden: Nieuwe abonnee. Abonnees, die zijn ver huisd, dienen er op te letten, dat hun giro-over- schrijvingskaart het nieu we adres vermeldt - het oude adres moet worden doorgehaald. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen worden doorgegeven. Abonnementen, die niet voor 1 december zijn op gezegd, worden automa tisch verlengd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1979 | | pagina 3