BIJ DE HARLINGERTREKWEG:
PLEKJE VOL BEDRIJVIGHEID
ONZE FOTOPRIJSVRAAG
5
De foto, die wij vier weken geleden voor onze prijsvraag afdrukten, was een fragment van
deze veel grotere plaat, waarop we de situatie bij het begin van de Harlingertrekweg beter
kunnen zien. Op de achtergrond de vroegere meelfabriek van Fortuna met rechts één van de
drie grote windmolens, die hier in opa's tijd hebben gestaan. De foto lijkt ons van voor 1905
te zijn - in dat jaar immers werd de Wilhelminabaan aangelegd en toen zal ook de groene
schutting wel opgetrokken zijn, die later de Harlingertrekweg scheidde van het sportterrein.
Niet zo eenvoudig, dachten wij, onze fotoprijsvraag van vier weken geleden, maar zie: ook nu kwam er
weer een stroom van oplossingen op onze redactie binnen. Daarbij ook foutievemaar toch niet zo veel.
Veruit de meeste inzenders hadden best in de gaten, dat de foto met het oude huis en het schip ervoor niet
bij Camstraburen was gemaakt, zoals sommige abonnees veronderstelden, maar bij de Harlingertrekweg
ter hoogte van de vroegere Wilhelminabaan. En ook nu verrasten heel wat inzenders ons met interessante
toelichtingen, zodat wij kunnen voortgaan met de goede gewoonte wat extra aandacht te besteden aan het
afgebeelde punt.
Voor mevrouw H. Bosma-de Vries
te Drachten was het oplossen van
het raadseltje niet zo moeilijk, want
zij heeft hier zelf gewoond. "Het is
het huis vooraan aan de Harlinger
trekweg" schrijft zij, "precies in de
bocht. In dat huis heeft een familie
Vlessing gewoond, een familie
Schot en later een familie Polak.
Wij woonden juist om de hoek. Op
de foto zien we nog het zijraam van
onze vliering. Mijn zusje leek veel
op een van de meisjes Polak. Buur
vrouw Polak zei een keer tegen mijn
moeder: "als jullie Tjally er aan
komt denk ik vaak, daar komt onze
Froukje aan".
SCHEEPJES
Mevrouw Bosma schrijft ook over
de schepen in de gracht voor hun
huis. "Dan de scheepjes voor de
wal. Vaak lagen er nogal wat. Wan
neer er schippers naar de stad waren
geweest wij maar kijken of ze goed
over de loopplank kwamen. Er wa
ren wel eens, die te diep in het
glaasje hadden gekeken en dan op
handen en voeten over de loopplank
kropen. Dat vonden we als kinderen
een mooi gezicht, want het ging al
tijd goed. Als ze zich niet vertrouw
den, bleven ze in de onderwal lig
gen Het was toen wij er nog woon
den een aarden wal. Ook op deze
foto.
Vroeger stond daar net om de bocht
ook nog een strijkpaal. Dat was een
paal waar de schipper die het schip
trok zijn lijn langs trok. Aan de lijn
waar hij mee trok zat aan het uitein
de een brede riem waar hij inliep.
Bij het bekijken van de foto lijkt het
een rustig plaatje. Maar ook toen
was het al een plek vol bedrijvig
heid.
Daar waren de paard en wagens van
de Fortuna, de darmwasserij en niet
te vergeten de Stanfries met zijn
hoge en lage wagens. Dan de
scheepvaart. Boten die een vracht-
dienst onderhielden, scheepjes die
turf, steenkool of andere vracht ver
voerden. Pramen van de fabriek van
Schenkenschans. Vooral vrijdags
was 'teen drukte van belang. Voor
al in 't vooijaar als de lammeren
veel lawaai hadden. Want de vee
markt was er juist tegenover. Alle
maal verleden tijd."
Tot zover de interessante brief van
mevrouw Bosma.
Erg goed met de situatie ter plaatse
op de hoogte was ook mevrouw
Stelpstra-Witteveen uit Leeuwar
den 'Ik kom zelf van het schipzo
schrijft zij ons, en wij voeren altijd
met zand en dat losten we daar bij de
Wilhelminabaan. We noemden het
daar de zandbult.
Ik was toen zes jaar en ik ben nu
ruim vier en zeventig. Maar ik weet
nog best, dat daar toen een kind van
een schipper verdronken is. Even
later kwam de vader dronken aan
boord en toen die hoorde wat er was
gebeurd, sprong hij overboord. Ik
hoor de mensen nog zeggen "laat
die maar liggen".
Een uitvoerige brief kregen wij ook
van mej. J. de Jong uit Leeuwarden,
die vroeger, net als mevrouw Bos
ma, op dit punt in de stad heeft ge
woond.
"In het gefotografeerde huis woon
de in mijn tijd een Polak'zo schreef
zij ons. "Een van de dochters is
getrouwd met Sanders van de
kunstzaak uit de Sint Jacobsstraat.
In de tuin stond een noteboom en die
noten waren lekker! Achter het huis
stond weer een blok huizen met on
der- en bovenwoningen. Voor za
gen ze op het water uit en achter op
de Wilhelminabaan. In de verste
woning zijn wij geboren, voor mij
nu zes en zeventig jaar terug."
VEERTIG POSTDUIVEN
"Mag ik nu even vertellen, hoe wij
daar woonden?" vervolgt mej. De
Jong haar brief. "Een kamer met
een voorhuis. Dit voorhuis was en
kel in de hoekhuizen. Wij hadden
ook nog twee zolders. Op de boven
ste zolder liepen veertig postduiven
van mijn vader; hij had een mooi
groot hok met een uitvlucht uit het
bovenraam. In de kamer werd ge
kookt met een fornuis met turf. Er
waren twee bedstedende een voor
vader en moeder, waaronder een
grote kelder, die vaak vol water
stond en de andere bedstee was goed
droog, twee meisjes boven, twee
jongens in de kelder. Wij moesten
met een stoel naar boven en de jon
gens schoten er zo in - zouden ze dat
nu nog wel nemen? Wij vonden het
toen echt wel goed en we hebben
een mooie jeugd gehad".
Ook in het vervolg van haar brief
vertelt mej. De Jong belangwek
kende dingen van de toestanden in
"die goeie ouwe tijd". "Mijn vader
had het wel goed, hij was kapitein
bij de Stanfries, maar er waren ook
wel die het minder hadden Wij kre
gen later nog een klein broertje. Dat
moest in de kinderwagen slapen.
Een van de buren kreeg toen ook een
kleine jongen, maar daar hadden ze
geen wagen voor, dus konden ze
nooit met het kindje weg. Onze wa
gen was ook niet meer zo best, maar
toen hebben ze samen de wagen la
ten opknappen. Als buurvrouw dan
naar haar moeder ging gebruikte zij
de wagen en kwam mijn broertje zo
lang in de bedstee. Maar onze broer
is maar tien maanden geworden -
misschien heeft buurvrouw toen de
wagen wel gekregen".
Mevrouw G. Akerboom te Leeu
warden kon het gefotografeerde
huis herkennen, omdat ze vroeger
met Brino op de Wilhelminabaan
heeft geturnd. "Dan zag je op de
achterkant van de bovenwoning met
de lage ramen uit" schreef zij ons.
De heer Fokke van der Meer uit
Berlikum schreef ons het volgende:
'Ja, laat ik het maar eens wagen om
mee te doen aan de fotoprijsvraag,
al ben ik dan geen Leeuwarder en
heb ik er ook nooit gewoondHet is
voor mij zo'n beetje een gok, maar
ik dacht, dat het eertijds aan de Har
lingertrekweg was, zowat op de
hoek bij de Verlaatstbrug. Heb ik
het misnou ja, dan is 't misdaar
over niet getreurd, 't Kleine
Krantsje brengt me in ieder geval
iedere keer wel weer wat interes
sants".
vervolg op pag. II
~Mt"
'ij»
ér 0.
o O f
'Ï.ÏN
'O0o00f„
oo5
'dooo co/'
.o n',tioo9oO'