DE ELLENDE VAN DE BEZETTING
BOLMAN
JUWELIER
VOOR LEEUWARDEN EN DE
WIJDE WERELD ER OMHEEN
VEERTIG JAAR GELEDEN:
ABONNEMENTSPRIJS
1
LEEUWARDEN
ZESTIENDE JAARGANG
31-5-198# NUMMER 362
GA VOOR MOOIE MEUBELEN
KIJKEN BIJ INTERIEUR
A*"V
'ft BINNENHUYS
7 KLEINE KRANTSJE
Lezers klommen in de pen om her
inneringen op te halen aan de don
kere oorlogstijd. Vandaag het ver
volg van de seriemet het afdruk
ken waarvan wij begonnen in het
nummer van 't Kleine Krantsje
nummer 359.
DOOR DE RUIT
Allereerst wil ik U mijn hulde be
tuigen met de opzet en de inhoud
van uw krant, die ik dan ook met
veel genoegen lees.
Hierdoor heb ik Leeuwarden eigen
lijk her-ontdekt. Ik woonde name
lijk in L. van mijn 4e tot mijn 13e
jaar, d.w.z. van 1937 - 1947.
Bij het lezen van uw stukjes en arti
kelen kwam mij de straatnaam e.d.
wel bekend voor maar vaak kon ik
me moeilijk oriënteren, waar ze
precies lagen. Maar in de loop der
tijd (ik lees het K.K. nu 2 jaar) is het
me weer wat duidelijker geworden.
Ook het boek "Leeuwarden gefoto-
graveerd", dat ik elke Luwadder
van harte kan aanbevelen, heeft me
hierbij goed geholpen. Ik weet nu
weer aaridg goed, waar ik destijds
als schooljongen heb rondgezwor
ven. Wij, d.i. vader, moeder, vijf
broers en twee zussen, woonden in
het begin van de oorlog in de Bildt-
schestraat (dus in de nabijheid van
het vliegveld) en zijn in 1942 naar
Pieter de Swartstraat verhuisd.
Doordat mijn familie in resp. de
Auke Stellingwerfstraat, de Peli
kaanstraat en op de Oldegalileën
woonde en wij daar vrij veel op be
zoek gingen, zwierven we vaak
door de stad.
Mijn herinneringen zijn dus eigen
lijk allemaal oorlogs-herinnerin-
gen, al hebbeh ze gelukkig niet alle
betrekking op het oorlogsgeweld.
Een van die herinneringen is de
bominslag van de Ambachtsschool,
waar wij toen vlak bij woonden. Ik
werd door mijn ouders uit bed ge
trommeld, want ik was na de klap
weer ingeslapen omdat ik dacht, dat
het onweerde. De andere dag bleek
de Ambachtsschool grotendeels in
puin te liggen, wat voor ons jongens
natuurljk een prachtig speelobject
was. Ik heb daar nu nog een zicht
bare herinnering aan, nl. een scheve
vingertop. Opeen gegeven moment
kreeg ik een groot stuk puin op mijn
vinger, dat toen fel bloedde, maar
hoe ging dat, de zakdoek er om heen
en verder spelen. Of er later nog
deskundige hulp aan te pas is geko
men, kan ik me niet herinneren. Het
topje is in ieder geval weer vastge
groeid, maar scheef. Sinds een paar
jaar weet ik ook, dat het gebroken
moet zijn geweest. Bij het uittesten
van een nieuw röntgenapparaat in
onze Medische Dienst (ik werk bij
de Ongevallendienst voor de Haven
van Rotterdam) heb ik mijn vinger
op de plaat gelegd, waarbij ik na 35
jaar de ware diagnose kon stellen.
(Frappant?) Een sterke herinnering
heb ik ook nog aan het melkhalen bij
de -boeren in de omliggende dorpen
zoals: Ouddeel, Wytgaard, Schar-
negoutum. Aanvankelijk gebeurde
dat op de fiets, waar dan de
melkblikken in de fietstassen op de
pakjesdrager hingen en
wij om beurten fietsten of
achterop zaten. We
moesten altijd al heel
vrcsg op pad, want de
boeren molken ook vroeg
en bovendien moesten
we voor schooltijd weer
thuis zijn. We kwamen
ook wel eens thuis zon
der melk, dan waren we
laat en waren anderen
ons voor geweest. Bij 'n
van zo'n (terug)tocht werden we op
de Schrans door een Duitse controle
aangehouden, die onze complete
handel dus ook de fiets, in beslag
nam, zodat we van toen af aan ge
noodzaakt waren te gaan lopen. We
gingen toen 's middags na school
tijd met een oude kinderwagen, dit
had als voordeel dat je meer tijd
had, meer kon houden en om beur
ten in de wagen kon gaan zitten, al
verspeelde je zodoende wel eens
een wiel.
KILOMETERS LOPEN
We gingen ook wel aardappelen
halen richting Blija of Berlikum,
achteraf bekeken hebben we heel
wat kilometers gelopen. Voor dat
doel gebruikten we een handkar. Nu
was mijn broer. Klaas, op het idee
gekomen, om het voorstuk van onze
kar onder het achterstuk van een
passerende boerenkar met paard te
steken. Wij gingen dan op het hand
vat zitten en lieten ons lekker zover
mogelijk meetrekken. Vreemd ge
noeg ging niet elke boer hiermee
accoord, en werden we wegge-
scholden. Eens liep het zelfs hele
maal fout toen we het kunstje flikten
bij een kar met een lege giertank,
wat wij uiteraard niet konden we
ten. Het gevolg was, dat de boeren
kar iets voorover kiepte en de boer
vanaf zijn zitplank op het wegdek
terecht kwam. Wat hebben we toen
moeten lopen (en later lachen).
Gelukkig liet de boer onze kar met
inhoud ongemoeid en konden we
die later weer meenemen.
Ook in de stad zagen we nog wel
eens kans wat voedsel op te schar
relen dat niet op de bon was.
Als ik het mij goed herinner stond
ergens bij ons in de buurt de Land
bouwschool, waar Poolse krijgsge
vangenen in zaten. Van tijd tot tijd
stopte daar een Duitse legerauto
voor het hek om levensmiddelen af
te geven. Zagen wij die auto, dan
was het even wachten tot de kust vrij
was en dan gauw in de laadbak
klauteren om het een of ander te
pikken, meestal waren dat een paar
"kuggen". Het gebeurde uiteraard
ook wel, dat je een schop onder je
achterste opliep in plaats van brood.
Vaak "struunden" we ook langs de
kade om te kijken of er lege stroop
vaten stonden, waar altijd nog wel
een rest in zat. Je moest dan wel tot
aan je schouder met je arm in het
stopgat om wat van dat witte spul in
je potje te kunnen krijgen. Maar lek
ker was het, vooral als je honger had
en dat was meestal het geval.
Doordat mijn vader als electriciën
bij de Condens werkte, mochten wij
een enkele keer wel eens in de can-
tine van de C.C.F. eten, wat voor
ons in vergelijking met het eten uit
de gaarkeuken een feestmaal was.
Ook met het ophalen van aardappel
schillen en die naar een boer bren
gen op Schilkampen, in ruil voor
wat melk of andere voedingsmid
delen, hebben we ons kostje opge
scharreld. Bij die zwerftochten door
Leeuwarden beleefde je altijd wel
wat. Zo liepen we eens op de Nieu-
westad en kwamen daar een afde
ling marcherende Duitsers tegen,
stijf tegen elkaar aan. Als jongens
ging je dat natuurlijk nadoen. Ken
nelijk kreeg een der soldaten het be
vel dit af te straffen, hij zette ons
tenminste achterna. Wij schoten bij
V D de portiek in, die kennelijk
net gedweild was (het was er nat).
Achter in de portiek kon hij niet zo
Snel door de bocht als wij, met als
vervolg op pag. 5
We zouden het graag willen, maar het is niet te doen: het handhaven van de
oude abonnementsprijs van 't Kleine Krantsje. Door de voortdurende prijs
stijgingen zijn ook wij genoodzaakj,deabonnementsprijs aan te passen. Per 1
juni zal het abonnementjaeF-jaar/ 25,- zijn voor het binnenland en 45,-
voor het buitenlancLDélosse nummers komen op 1,50 per exemplaar.
Wie ons in deze maand juni 1980 een nieuwe abonnee opgeeft, die het
abonnement betaalt tot 1 januari 1982 (twee en tachtig), totaal 37,-,
krijgt als premie GRATIS een exemplaar toegestuurd van het boekje
POPULAIRE LEEUWARDERS door Fenno L. Schoustra.
Daartoe kan desgewenst gebruik worden gemaakt van de bestelbon, afge
drukt op pagina 6. Telefonisch opgeven kan natuurlijk ook: (05100) 20302.
ADVISEURS
binnenhuys
•meubelen#
B.V. LEEUWARDEN BAGIJNESTRAAT 57
(ACHTER STILLE KANT NIEUWESTAD)
NIEUWESTAD 160 TEL05100-23983