HE JA, DA'S DAAR
H/rr noubPmen Prom cn Rc/jP*
b/ejucr Kv6mb t$ myn KneaP
Enc he f?/ey j^jtnu PpfPuooy KncaP
f.ftrrfoui
moe*
ouwen Krom en lieg,
- ■t
'viiAii'. '"d, 'il^11L
OORLOGSHERINNERINGEN
PamÏ
HUMOR UIT DE OUDE DOOS
LEEWADDERS, WAAR IS DIT
7
r
.■■■«Jül» ,rr-- - -
-' 1 :X:'' ij 'i.^i
171 \5 M E
rrr I:.
- er.,
lii'I" .'.'li.. g*
....in
Het geweldige succes van onze fotoprijsvraag "Leewadders waar is dit?" heeft ons doen besluiten nog
een tweede prijsvraag in te stellen, speciaal voor lezers van '1 Kleine Krantsje, die er niet tegen opzien
speurend door de stad te gaannetzo lang tot ze het gevraagde gevonden hebbenDeze tweede prijsvraag
zal dan ook moeilijker zijn dan de eerste, omdat we hiervoor slechts foto's van fragmenten afdrukken. We
denken daarbij aan gevelstenen, gevelornamenten, karakteristieke deuren, aanwijzingsborden, nou ja,
noem maar op. Maar heel weinig abonnees, stellen wij ons voor, zullen deze fragmenten op het eerste oog
herkennen en zij zullen er dus wel op uit moeten om het afgebeelde op te sporenOm te beginnen zullen we
het niet al te moeilijk maken; onze vraag is: waar bevindt zich deze steen? Onder de goede oplossers
verloten wij een exemplaar van het boekje Populaire Leeuwarders door Fenno LSchoustraOplossingen
binnen veertien dagen - uitsluitend schriftelijk! - naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de
Vriesstraat 18921 BP Leeuwarden.
vervolg van pag. 5
deels af op het hoog verhitte en be
zwete hoofd van de jongeman. De
mug liet echter niets meer van zich
horen. Het doel was bereikt.
Grouw
BOB SIDERIUS
A. v. Hespen
Al weer wat jaren geleden kreeg ik
van mijn broer J. Nieuwenhout
schoenmaker in de Weerd als ver
jaarscadeau een jaarabonnement op
't Kleine Krantsje. Woon zelf al
sinds 1947 in Utrecht en heb steeds
met veel genoegen uw krantsje ge
lezen.
In 't begin van de oorlog woonde ik
nog in Leeuwarden bij m'n ouders
thuis. Vader had z'n schoenmakerij
op de Nieuweburen no. 123 waar
toen mijn broer Jan al in woonde.
En mijn ouders in een klein huisje
aan Werkmanslust, de voorkant,
W. Sprengerstraat.
Daar ben ik 11 januari '41 's avonds
laat gearresteerd en overgebracht
naar het huis v. bewaring, gelijktij
dig met een groepje andere Leeu
warders. Daarom wil ik twee namen
noemen: Twijnstra glashandelaars
aan de Weaze en de U bekende Bob
Siderius, andere namen herinner ik
me niet goed meer, behalve één die
ik niet noem, omdat hij een verra
dersrol speelde en ik vermoed dat
zijn familie nog in Leeuwarden
woont.
Siderius hebt U al een paar maal in
Uw blaadje genoemd als eigenaar
Hotel de Bleek en later als bad
meester in Huizum, om kort te
gaan, de volgende zondagmorgen
12jan. '41 zijn we met de hele ploeg
WONING
INRICHTING
Nlouwestad 95-97
LEEUWARDEN
in een vrachtwagen met zeildoek af
gedekt over de Afsluitdijk en zo ver
der naar Scheveningen gebracht.
Het vroor dat het kraakte, men reed
schaats op het IJsselmeer. U be
grijpt hoe koud het was en hoe ver!
In Scheveningen in de cellenbarak
ken, toen Oranjehotel genoemd,
kwam ik in de achterste rij cellen
terecht, naast mijn cel was een open
ruimte waar een verwarmingsap
paraat stond, aan de andere kant van
de verwarming zat Bob Siderius.
We kregen eenzame opsluiting,
geen bezoek, je mocht geen stukje
papier of schrijfgereedschap in je
cel hebben. We kregen geen schone
kleren, niet naar de douche en niet
scheren. Elke dag zag ik Bob bij het
luchten een meter of tien voor me
uitlopen; dus totaal geen contact.
We hadden echter van te voren af
gesproken bij verhoor nimmer iets
te vertellen. Dat heeft geduurd tot
half april, toen werd Bob voor ver
hoor opgehaald. De volgende dag
bij het luchten bleef zijn cel dicht,
op de deur was een kaartje gestoken
met een S., dat betekende Sonder-
celle.
Daar hij niet wilde praten werd hij
om na te denken in de donkere cel
opgesloten. Een hok met cementen
vloer zonder slaapplaats of dekens.
Op ongeregelde tijden kwam men
met een schijnwerper bij hem bin
nen en verhoren.
Hij kreeg geen eten en drinken en de
pesterijen die ze verder uithaalden
verzwijg ik maar. Alleen dit, men
had zo'n blauwe gevangeniskruik
meegebracht en zei drink maar es,
maar het ding bevatte urine. Er werd
om gelachen, dit was een grapje en
ze gaven een glas drinkwater, doch
toen hij wilde drinken, goten ze het
leeg op de vloer.
Natuurlijk wist ik in mijn cel daar
niets van. Doch op donderdagavond
's avonds om een uur of tien hoorde
ik een karretje langs rijden en even-
verder stoppenIk hoorde een man
één, twee, hup zeggen en verder
bleef het stil.
De volgende morgen bij het luchten
was zijn deur weer open en er stapte
een kleine jodenman naar buiten.
Natuurlijkkijkje dan naar binnen en
zag ik Bob lijkbleek op z'n bed lig
gen. Toen hij mij zag langs komen
kwam z'n arm omhoog en legde hij
z'n vinger op z'n lippen. Hij had
niet gepraat.
's Zaterdags 19 april werd ik voor
verhoor opgehaald. Dat gebeurde
op de Raamweg en daar zag ik in
een spiegel in de gang hoe we er
MMWNMMIMMMMWMWMINMMWMh
DUIDELIJK.
lteiziger. Zeg, vrind, hoe lang zou het nog duren,
voordat de eerste trein van Amsterdam komt
Beambte. Ik weet 't niet, meneer, maar u
precies weten, wanneer hij binnengekomen is.
kunt het
uitzagen: een baard en we stonken
want we droegen ook nog steeds
hetzelfde ondergoed.
's Zaterdags en de maandag daarop
ben ik verhoord. De datum heb ik zo
goed onthouden want 's zondag 20
april was Hitier jarig. Over mijn
verhoor zal ik kort zijn, alleen dit;
terwijl de SS-officier met me bezig
was, kwam z'n baas in de open deur
informeren; "Wie geht es". Toen
was het antwoord: "dass ist so een
hardkopf wie die Siderius". In de
loop van 't verhoor heb ik de heren
gevraagd: Hebben julllie m'n
vriend Siderius zo geslagen dat
hij nu half dood op z'n bed ligt. Er
waren twee officieren in de ver-
hoorruimte en mijn opdervrager
riep naar de ander: "Na Willy soil
ich es sagen". Willy vond het best
en toen vertelde de man dat Bob een
slagader in z'n arm had kapotgebe-
ten en lag leeg te bloeden toen ze
weer kwamen verhoren.
Zo u weet heeft Bob het overleefd
en is in '41 omstreeks Kerstmis
thuisgekomen. Hij heeft mij later
verteld, dat hij een gespje van zijn
vest heeft gepeuterd en dat op de
vloer heeft liggen slijpen. Wij zijn
de dans ontsprongen, doch bij het
proces dat gevoerd is zijn negen
doodvonnissen gevallen, als enige
ste Leeuwarder de al eerder ge
noemde heer Twijnstra.
Utrecht
R. Nieuwenhout
Dit is de nieuwe opgave voor onze fotoprijsvraag "Leewadders waar is dit?" Oplossingen, uitsluitend schriftelijk,
binnen veertien dagen naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vriesstraat 18921 BP Leeuwarden.
Uitslag over vier weken.
Onder de abonnees, die ons het juiste antwoord geven, verloten wij een exemplaar van het boekje 'Populaire Leeu
warders" door Fenno L. Schouwstra.