ROMANTISCH PLAATJE WAS BIJ OLDEGALILEËN GEMAAKT POPPEKAST BIJ DE WAAG gevogelte wijnen ONZE FOTOPRIJSVRAAG WIE WEET HET NOG 7 ;'v ST. JACOBSSTRAAT* LEEUWARDEN Het romantische plaatje van het oude poortje, een vorige maal in 't Kleine Krantsje afgedrukt voor onze prijsvraag "Leeuwadders, waar is dit?" is door een bescheiden aantal lezers herkend - het poortje be vond zich aan het Oldegalileën, maar het is zeer onlangs verdwenen, zoals er de laatste jaren zoveel in het oude Leeuwarden verdween. Vier jaar geleden, zomer 1976, hebben we de foto gemaakt op een moment, dat twee jeugdige stadgenootjes onze kant opkwamen; een blik op hetzelfde punt nu geeft slechts een kale vlakte te zien. Opvallend was het, dat maar enkele van de inzenders op de hoogte wa ren van de officiële naam van het straatje, dat achter het poortje lag: het Panwerk heette het hier, maar het volk van de straat placht dit punt kennelijk met andere namen aan te duiden. Zo maakten sommige deelnemers aan de prijsvraag gewag van het Panbakkerspoortje, anderen spra ken van het Pottebakkersplaatsje en ook de naam Panwerkspoortje kwam in de oplossingen voor. Allen bedoelden daarmee het gefo tografeerde punt, maar duidelijk fout was de inzendster, die in het poortje de doorgang naar de Drooge Haven zag, "waar de darmschrab- berij en de sigarenmakers Bouma en Noordhof waren en waar wij als kind bijna iedere middag uit school heengingen." Uitvoerige informatie over het Panwerk gaf ons mevrouw Fr. Meinsma-Bijkersma, die ons het volgende schreef: "De foto in Uw "Kleine Krantsje" nummer 366 moet het Panbakkers poortje zijn; officieel: Panwerk. Ik zie de achterkant van het huisje, waar de bekende Leeuwarder, Jan Elsinga bijna z'n hele leven ge woond heeft, eerst met z'n vrouw Jitske en hun kinderen Griet, Hessel en Kees, later jarenlang alleen. TIMMERWINKEL Dan staat er nog de ingang van de "timmerwinkel" op, waar mijn grootvader Tjitze Bijkersma onge veer vanaf 1875 z'n timmer- en molenmakersbedrijf heeft uitgeoe fend. Na hem zijn wij er komen wonen, dat was in 1911. Mijn vader Luitzen Bijkersma had het bedrijf toen al enige jaren geleden overgenomen. In 1921 heeft mijn vader de zaak overgedaan aan Hedzer Jansma. Deze is nog niet zo lang geleden in hoge ouderdom overleden. Toen wij er woonden was het land, waarop later het Mariahof is ge bouwd, als gardeniersland in ge bruik bij Bouke Mendel. Het grote gezin Mendel woonde, enkele tien tallen meters verderop naar de Ee, in een klein huis. Er waren (meen ik) vijf zonen en vier 'kreaze' dochters. Ik ken al hun namen nog. Het was een hardwerkend, keurig gezin. Bouke Mendel laadde zijn groentekar op voor ons huis en ik heb als kind vaak een wortel of een aardbei van hem gekregen. Ze smaakten beter dan die van tegen woordig!" Over Jan Elsinga, door veel meer inzenders genoemd, schreef de heer R. Visser te Hilversum: "Die kon oek mooi speule op de trekharmoni- ka, zoals wij dat vroeger noemden. Hij zat 's avonds op de stoel voor sien huuske en een boel meensen Jan Elsinga, een van Leeuwardens laatste lantaarnopstekers, woonde z'n hete leven naast het poortje van het Panwerk. stonnen er dan naar te luusteren". De vroegere broodbezorger R. van der Heide te Leeuwarden herinner de zich, dat hij weleer vaak door het poortje is gefietst: "met een grote broodkorf voorop en dan kon ik er maar net doorheen". "Vergis ik mij niet" berichtte de heer A. Algra te Leerdam, "dan is het huis in het doorkijkje mijn ge boortehuis aan de Dokkumertrek- weg, destijds nummer 7, nu meen ik nummer 27". Maar daarmee vergiste de heer Al gra zich wél, want het huis, dat we door het poortje heen zien, staat aan de Leliestraat - toen wij de foto maakten stonden we met de rug naar de Dokkumer Ee. Nu de prijswinnares- dat werd, na loting, mevrouw Fr. Meinsma, Van Harinxmaplein 90 in Leeuwarden. In de twintiger jaren, zo hoorden wij van onze abonnee, de heer S. ter Horst te Breda, moet er regelmatig een poppenkastspeler op het pleintje naast de Oude Waag aan de Nieu- westad hebben gestaan. Deze artiest van de straat, "een heel magere man", stond met zijn tentje tussen de Wirdumerdijk en de Oude Waag in, vlak bij de waterplaats, die daar nog lange tijd aan de walkant heeft gestaan. Terwijl de jeugd van Leeuwarden zich gretig om de tent verdrong, nieuwsgierig naar de avonturen van Jan Klaassen en Katrijn, ging de vrouw van de poppenkastspeler met het centenbakje rond. Het echtpaar moet in de Bontepapesteeg hebben gewoond. Behalve deze poppenkast stonden er door de week ook vaak kraampjes op het pleintje naast de Waag, een ijscokarretje van de Verenigde ban ketbakkers, een dito smulkarrctje van de familie Slof en een wagentje met rookartiekelen van de bekende Feenstra, die in die tijd een sigaren zaak had op de hoek van de Voor streek en de Koningsstraat. Van het bestaan van die ijscokar retjes en het sigarennerinkje op het pleintje naast de Waag wisten we wel. maar van die poppenkastspeler hadden wij eerlijk gezegd nog nooit gehoord. We kunnen ons ook niet herinneren, dat deze aparte attractie ooit in 't Kleine Krantsje ter sprake gekomen is. Wie weet meer van deze poppen kastspeler en zijn vrouw? Wie heeft het echtpaar nog gekend? En wie kan ons vertellen, waar het met z'n bijzondere broodwinning gebleven is?

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1980 | | pagina 7