POPPENKASTSPELER BIJ WAAG
POPULAIRE FIGUUR VAN VROEGER
IN MEMORIAM
REIN BOOMSMA
5
Een poppenkastspeler bij de Oude Waag in vroeger jaren - wie herinnert zich dat nog? Dat was onze
vraag in een van de vorige nummers van onze krant dank zij de spontane reacties van een aantal lezers
weten we er nu alles van. De poppenkastspeler is in de twintiger jaren en wellicht ook al daarvoor, een
populaire figuur in de stad geweest, nog lang niet vergeten bij heel veel ouderen van ons. Hij trad niet
alleen op bij de Oude Waag, zo vernamen wij nu, maar ook op de Brol-hij was een artiest, die jarenlang
bij het beeld van de straat heeft gehoord.
"Die poppenkast stond vooraan
op de Nieuwestad, waar vroeger
het "klokje" was", aldus onze
abonnee, de heer S. Kalverboer
te Leeuwarden. "Ik meen dat de
naam van de eigenaar Van der
Meulen was, hij had lang en
krullend haar in de nek. Hij was
een zogenaamde blikslager van
beroep en hij had als bijverdien
ste de poppenkast. Ook reisde hij
wel naar buurtfeesten".
"Jazeker" berichtte onze
abonnee, de heer Joh. de Jong te
Leeuwarden, "die poppenkast
heeft op het Waagplein gestaan,
maar het was eerder dan in de
twintiger jaren. Volgens mij, af
gaande op mijn leeftijd, moet de
ze poppenkast er al tijdens of
voor de eerste wereldoorlog heb
ben gestaan.
Het echtpaar woonde, gelijk in
het artikel stond, in de Bontepa-
pesteeg en heette naar ik meen
Sibrandi of IJsbrandi. De verto
ningen mochten zich vooral ver
heugen in eèn schare jeugdige
kijkers. Dit leverde voor de
vrouw, die met het centenbakje
rond ging, nu niet bepaald veel
op.
Toch vond men onder de toe
schouwers wel veel ouderen, die
het centenbakje wat meer be
dachten. Schijnbaar was het niet
eens zo'n slechte broodwinning,
want men heeft het een aantal ja
ren volgehouden.
KEEL SMEREN
Een bijzonderheid herinner ik me
nog best. Telkens, wanneer er
enige bedrijven door Jan Klaas-
sen en Katrijn waren vertoond,
kwam de man uit de poppenkast
om in een destijds zeer bekende
kroeg in de Peperstraat zijn keel
te smeren, hetgeen voor de toe
schouwers een korte, soms ook
wel een langere pauze betekende.
Ik herinner mij dus deze poppen
kast, ik heb het echtpaar ook ge
kend maar waar ze gebleven zijn
weet ik helaas niet. Ze zijn er,
naar ik meen, plotseling mee op
gehouden".
Onze abonnee, de heer E. van der
Kamp te Leeuwarden schreef ons
naar aanleiding van onze oproep:
"Inderdaad kan ik u meedelen,
dat er op het Waagplein een pop
penkast heeft gestaan in de twin
tiger jaren. De poppenkastspeler
was een magere mandie woonde
in de Bontepapesteeg, de naam
was vermoedelijk Van der Laan.
In mijn jonge jaren ben ik daar
menigmaal naar wezen kijken.
LIEDJES
Als hij dan met zijn poppen aan
het spelen was, had hij er ook
dikwijls liedjes bij en een tweetal
kan ik me nog herinneren: "Als
de soldaten door de straten mar
cheren Staan alle meisjes met de
broek vol kippeveren" en: "Mijn
vader had een bokkie Een bok-
kie zonder staart Daar ging hij
mee uit wandelen Al in de Kal-
verstraat Daar kwamen twee
agenten Die namen het bokkie
mee Vader begon te huilen En
de agenten huilden mee Van
bokkie bè".
Ook onze abonnee, de heer H.
Rypkema te Sneek kon zich de
poppenkastspeler bij de Waag
nog heel goed herinneren. "Hij
stond een meter of twintig van de
walkant en dichter bij "het klok
je", dan bij de Waag. De artiest
in de kast heette Sybrandy. Zijn
uitneembare kast vervoerde hij
vanuit de Bontepapesteeg op een
wagentje.
De heer Sybrandy was een schriel
en niet zo groot persoon. Je zou
zeggen: "Hij hèt wat onder de
leden, hij siet er min uut". Z'n
vrouw, die inderdaad een klein en
gezet persoon was, ging met het
mansbakje de klanten af. Zij had
den een groot gezin.
Het bijzondere was, dat hier het ori
ginele Jan Klaassenspel werd ver
toond. Daarbij dus Katrijn, de
veldwachter, de huisbaas en de
dood van pierlala, die op een gege
ven moment vér uit de kast schoot.
Tenslotte werd dit griezelige geval
door Jan Klaassen in een kist ge
stopt.
Ik heb me laten vertellen - aldus de
heer Rypkema - dat ook een zoon
een enkele maal in de kast 'werk
te' Toen ik indertijd merkte, dat er
een andere stem uit de kast kwam
zei een omstander me dat."
Ook erg interessant was de reactie,
die wij kregen van onze abonnee, de
heer G. T. van Kampen te Leeu
warden.
Hij schreef ons het volgende:
'Inderdaad herinner ik mij ook heel
goed die poppenkast bij de Waag op
de Nieuwestad en niet alleen daar,
maar woensdagsmiddags stond de
ze op de Brol. Het zal geweest zijn
in de zomer van 1916, misschien
1917, dat ik op een woensdag mijn
huiswerk voor school zat te maken
in het pand waar nu de sigarenzaak
van Schierbeek is. Mijn vader had
daar een boek- en papierhandel. Ik
was een jaar of elf, twaalf en had
vrij veel huiswerk voor de Mulo-
school in de Margaretha de Heer
straat. 't Was warm en ik zat boven
op mijn kamertje met het raam
open.
De poppenkast stelde zich op als
gewoonlijk met het front naar onze
winkel en het spel begon. Niet
bevorderlijk voor mijn werk en ik
werd dan ook afgeleid. Doordat ik
zo hoog zat, zag ik niet alleen de
poppen, maar ook de man in de kast
en al zijn bewegingen.
Dat heeft die man zeker geërgerd,
want opeens begon Jan Klaassen te
gen mij te schreeuwen, dat ik gauw
moest maken dat ik daar weg kwam
Dit is nog een herinnering, die ik
had aan de poppenkast. Inderdaad
was het een magere man, ik weet nu
niet meer hoe zijn naam was, zeker
woonde hij in de Bontepapesteeg.
Het huisje is in later jaren ver
brand, meen ik, en heeft daar lang
als ruïne gestaan, ongeveer op de
plaats waar nu het nieuwe transfor
matorhuisje staat."
Tot zover de reacties van onze
abonnees. Alzo, de poppenkast
speler woonde dus in de Bontepape
steeg, maar hoe heette hij nou ei
genlijk? Van der Meulen, Van der
Laan, Sibrandi of IJsbrandy?
Wel, een blik in de gemeentelijke
archieven bracht al heel snel de
juiste gegevens op papier. Onze
poppenkastspeler heette Johannes
Sibrandi en hij was getrouwd met
Froukje Wiersma; het echtpaar
woonde in de Bontepapesteeg
nummer 8. Johannes was in 1875
geboren in Leeuwarden, Froukje
kwam uit Sint Jacobi Parochie,
waar ze in 1879 geboren was.
Er waren vijf zoons, Sijbren, de
oudste, geboren in 1908, verder
Tjisse, Klaas, Jacobus en Arend Jo
hannes, de jongste, geboren in
1921. Vader Johannes Sibrandi
stond als "arbeider" te boek; hij zal
de poppenkast inderdaad wel als een
soort bijverdienste hebben gehad.
In juli 1928 is het hele gezin naar
Haarlem verhuisd en het zou nu in
teressant zijn te weten of het artis
tieke echtpaar ook daar nog met de
poppenkast de straat op ging. Wie
weet horen we daar nog eens wat
van, want het kan haast niet anders
of er zullen nog nabestaanden zijn.
Misschien leven ook die vijf zoons
nog wel; de jongste zou nu nog geen
zestig zijn.
Dus, heer of heren Sibrandi, waar
ook ter wereld, trekt U maar even
aan de bel!
We hebben in onze archieven honderden prentbriefkaarten van de Nieuwestad, maar op geen van die kaarten
ontdekten we de poppenkastspeler bij de Waag. Toch moet hij hier jarenlang met zijn attractie hebben gestaan.
In het Triotel is op de leeftijd van
bijna vijf en zeventig jaar overleden
de heer Rein Boomsma, die in vroe
ger jaren in en buiten Leeuwarden
grote bekendheid als dansmeester
kreeg.
Hier in Leeuwarden was het vooral
het hotel Nieuw Duinkerken aan het
Groot Schavernek waar hij de jeugd
de kunst van het dansen bijbracht;
buiten de stad kon men hem op veel
plaatsen in de provincie zien optre
den.
Ook in de voetbalsport is hij in eigen
jonge jaren actief geweest; hij was
een van de oprichters van de al lang
ter ziele gegane Leeuwarder Voet
bal Club (LVC) en hij maakte zich
later op de FVB-velden verdienste
lijk als scheidsrechter.
Rein Boomsma, die niet getrouwd
is geweest, woonde met zijn beide,
eveneens ongehuwde, broers in de
Azaleastraat - vader Pieter
Boomsma woonde daar tot z'n dood
bij hen in.
De Boomsma's waren watje noemt
"echte ouwe Leewadders" en van
de eerste dag van 't Kleine Krantsje
af uitermate meelevende abonnees.
Jarenlang zwierven zij te voet door
de stad, waarbij het opvallende feit
zich voordeed, dat ze nimmer naast
elkaar, maar immer achter elkaar
liepen - zo werden ze ook wel de
Drie Musketiers genoemd.
Een jaar of zeven geleden overleed
Joke, die thuis de huishouding
deed, als eerste van de drie zoons.
Broer Siep, die rijwielhersteller is
geweest, o.a. bij Dekenga aan het
Werkmanslust, stierf het vorig jaar.
Niet lang daarna moest Rein als de
enige overlevende van het markante
Boomsmagezin worden opgenomen
in het verpleeghuis Triotel.